Monopsonie
Een monopsonie (uit het Oudgrieks mónos / μονος (alleen, enkel) + ὀψωνία / opsōnía (aankoop)) is in de economie een markt waar slechts één koper, de monopsonist, aanwezig is. Er zijn echter wel meerdere verkopers. Het is dus symmetrisch aan een monopolie, waar er maar één verkoper is voor meerdere kopers. Het begrip "monopsonie" werd geïntroduceerd door Joan Robinson in 1933. Een partij die belangrijk genoeg is om in bepaalde sectoren als monopsonist te kunnen optreden is de overheid. Een monopsonie kan gezien worden als een extreem voorbeeld van buyer power.
Zie ook
Economie & economische wetenschap |
---|
aanbod · aandeel · balans · bank · bedrijf · bedrijfsvorm · belegging · beroep · centrale bank · deflatie · economisch model · economische groei · effectenbeurs · elasticiteit · geld · handel · handelsoorlog · handelsrecht · handelsregister · inflatie · kartel · kredietcrisis · Kamer van Koophandel · lening · marketing · markt · marktaandeel · marktfalen · marktwerking · mededinging · modaal inkomen · monopolie · monopolistische concurrentie · monopsonie · oligopolie · omzetbelasting · overheidsfalen · perfecte markt · prijs · prijsafspraak · solvabiliteit · staatsbankroet· staatsschuld · vraag · volkomen concurrentie |
Geplaatst op: 26-08-2006 |
Dit artikel is een beginnetje over economie. U wordt uitgenodigd om op bewerken te klikken om uw kennis aan dit artikel toe te voegen. |