Monogamie

Monogamie (via het Gr.: monos = enkel, gamos = huwelijk, afkomstig uit het Frans) is het aangaan van een (huwelijks)relatie met één partner.[1]

Bronzen standbeeld van een oud Kasjoebisch koppel in Gdynia (Polen), dat hun monogame huwelijkstrouw eert doorheen de periode dat de man tijdelijk in het buitenland werkte.

Wanneer iemand meerdere malen achtereenvolgens één partner tegelijkertijd heeft, wordt dit ook wel seriële monogamie genoemd[1].

In het oude Griekenland stond de huwelijksmoraal op een hoog peil en huldigde men strikte monogamie.[2] Ook het christendom heeft onveranderd het ideaal van het exclusief-monogame en onverbrekelijke huwelijk gehandhaafd. De exclusieve monogamie en de binding van seksualiteit en erotiek aan het huwelijk in de christelijke ethiek hebben daarbij een positieve sociale betekenis gehad[2].

Tegenhangers

De tegenhangers van monogamie zijn polygamie (een echtelijke verbintenis met meerdere personen gelijktijdig) en polyamorie (het aangaan van een liefdesrelatie met meerdere personen tegelijk).

Zoölogie

In de zoölogie is monogamie de situatie waarbij een dier één partner tijdens het fokseizoen heeft.

Voorbeelden van monogamie in de dierenwereld

Zwanen staan bekend als toonbeeld van monogamie
  • Zwanen worden als toonbeeld van monogamie en onvoorwaardelijke trouw beschouwd. Recent onderzoek heeft aangetoond dat daarop soms wel uitzonderingen voorkomen.[3]
  • Bevers zijn monogaam en blijven hun hele leven trouw aan één partner.[4]
  • De relaties tussen de seksen bij vossen zijn nog onduidelijk met een vermoeden van monogamie.
  • Bij de mensapen is er soms een neiging tot monogamie en gezinsvorming.

Verband met het hormoon ADH

Het hormoon ADH speelt een grote rol bij monogamie. De aanmaak van ADH is bij monogame diersoorten veel hoger dan bij soorten die polygaam of promiscue zijn. Dit mechanisme schijnt in de evolutie meerdere keren opnieuw te zijn ontstaan want het is tussen niet-verwante soorten hetzelfde. De klauwaapjes en de Californische veldmuis bijvoorbeeld zijn allebei monogaam en bij beide soorten is een verhoogde aanmaak van ADH waargenomen, toch zijn deze soorten evolutionair niet verwant. Om te achterhalen of ADH de enige bepalende factor is, verrichtte Larry Young een experiment waarbij, door genetische manipulatie, de aanmaak van ADH in de graslandwoelmuis verhoogd werd. De graswoelmuis is van nature promiscue, maar de gemanipuleerde muizen werden specifieker in de keuze van hun partner en bleven er trouw aan. ADH lijkt daarbij de bepalende factor te zijn.[5]

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.