Salische Wet

De Salische Wet was een van de eerste wetboeken sinds de Romeinen. Dit wetboek, in het Latijn Lex Salica, dateert uit het begin van de zesde eeuw, uit de tijd van de Merovingische koning Clovis, die tot de stam van de Salische Franken behoorde. In zijn rijk leefden verschillende stammen samen en hij liet een wet optekenen om de orde te kunnen handhaven. De Salische wetteksten gingen vooral over erfeniskwesties, diefstal, moord en geweldplegingen. Vrouwen hadden geen erfrecht op de troon, wat voor de ontwikkeling van de Europese koningshuizen van groot belang zou blijken. De straffen waren bijna allemaal geldstraffen. Openbare aanklagers bestonden niet, enkel benadeelden of – bijvoorbeeld bij moord – hun familie konden een klacht indienen.

Handschrift van de Salische Wet

De Salische Franken leefden aan de Rijn, maar zij verplaatsten zich nadien aan de andere zijde van deze rivier, naar het gebied dat later ruwweg het grondgebied zou vormen van het graafschap Vlaanderen en veroverden van daaruit Gallië. Onder Karel de Grote kwam een groot deel van West-Europa onder de Salische Wet.

Straffen

De doodstraf kwam slechts voor in drie gevallen: indien men zonder enige aanleiding een ander doodde, als men iemand verkrachtte, of als men de vrouw van zijn vader huwde. Zo was de boete voor een moord 200 solidi. Indien de beklaagde deze som niet kon betalen aan de familie, moest zijn familie hem helpen aan deze som te komen. Lukte dit niet, dan werd de beklaagde verbannen of werd hij een slaaf van de familie van de vermoorde.

Evolutie van het recht

De Salische Wet was een hele verbetering als geschreven wet vergeleken met voormalige ongeschreven wetten. Eerder lieten de Bourgondiërs en de Visigoten ook al wetten met betrekking tot hun Oudgermaans gewoonterecht codificeren (beschrijven). Voorheen gold ook het personaliteitsbeginsel, dat wil zeggen dat elke misdaad werd berecht volgens de regels van de eigen stam door de eigen stam, ook al was de daad elders gepleegd. De Salische Wet zorgde voor een meer uniforme rechtspraak. Geleidelijk aan werd de Salische Wet echter vervangen door modernere rechtssystemen. In de late middeleeuwen was zij zo goed als in de vergetelheid geraakt.

Erfopvolging

Opvallend is dat de Franken nog lang bij de dood van de regerende koning diens rijk gelijkelijk bleven verdelen onder diens zoons. Dit zou eeuwenlang beurtelings tot versnippering en hereniging van het Frankenrijk leiden. Pas nadat de Karolingers voorgoed uit de politiek verdwenen waren ging men over op erfrecht voor alleen de oudste zoon, het primogenituur.

Hoewel de Salische Wet in de latere middeleeuwen zo goed als vergeten was, heeft het onderdeel over de mannelijke opvolging een opmerkelijke herleving ondergaan ten gevolge van de Honderdjarige Oorlog. Achter elkaar stierven in Frankrijk de drie broers Lodewijk X (1316), daarna Filips V (1322) en ten slotte Karel IV (1 februari 1328) en daarmee kon de koning van Engeland, die een zoon was van hun zuster, aanspraken maken op de troon. In alle Franse lenen was erfopvolging door vrouwen heel gewoon en het trouwen met een erfdochter was een belangrijk middel om de huismacht uit te breiden. Lodewijk X had een dochter (Johanna II van Navarra), maar haar voogd had in haar naam afstand gedaan – van rechten die dus wel degelijk bestonden – om de opvolging van Filips V mogelijk te maken. De Franse adel zag in 1328 echter liever niet de Engelse en Franse kroon verenigd in één persoon, en zo ging de kroon naar een neef, Filips VI van Valois, die daarmee het huis Valois op de troon van Frankrijk bracht. Aanvankelijk erkende Eduard III van Engeland deze op de troon, maar enige jaren later probeerde zijn Franse neef diens Franse bezittingen vervallen te verklaren. Dit conflict was de aanleiding tot de Honderdjarige Oorlog, waarin Eduard zich alsnog tot koning van Frankrijk uitriep. In latere jaren haalden juristen van het Franse hof de Salische Wet uit de oude doos om de aanspraken van Valois en de gebeurtenissen van 1328 te rechtvaardigen. De Salische erfopvolgingswet werd daardoor een hoeksteen van het Franse koninkrijk en later ook van andere hoven.

Moderne betekenis

België heeft het onderdeel over de erfopvolging van de Salische Wet als een van de laatste landen in Europa afgeschaft in 1991. Hierdoor kunnen nu ook vrouwen koning der Belgen worden. In andere landen, zoals Nederland en het Verenigd Koninkrijk, is de wet al veel langer afgeschaft en zijn er dus al verschillende vrouwelijke koningen geweest. Zweden was ook vrij laat: 1979. De inwoners van Denemarken stemden in juni 2009 tijdens een referendum in ruime meerderheid voor het afschaffen van de Salische erfopvolging. In Denemarken was dat op dat moment een louter theoretische kwestie: de erfopvolger van Margrethe II is haar oudste kind Frederik. Diens oudste kind is ook van het mannelijk geslacht: Christian.

Soms leidde de afschaffing van de Salische Wet tot heel wat controverse en zelfs tot verscheidene burgeroorlogen, zoals in Spanje. Daar werd de afschaffing ervan door Ferdinand VII betwist, wat leidde tot het ontstaan van het carlisme en tot vier burgeroorlogen. Ook nu nog is de Salische Wet in beperkte mate in Spanje van kracht; alleen als een monarch geen zonen heeft kan zijn dochter erven.

De Salische Wet was ook de reden dat de personele unie tussen het groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden werd beëindigd. Luxemburgs groothertog tevens koning Willem III der Nederlanden die in 1890 stierf had immers geen mannelijke erfgenamen. Luxemburg beriep zich op de Salische Wet om een mannelijke opvolger te eisen zodat het in dat jaar uit de personele unie met Nederland kon stappen. In Nederland werd de tienjarige Wilhelmina koningin. Deze gelegenheid werd aangegrepen om een andere tak van het huis Nassau op de Luxemburgse troon te brengen; namelijk een telg van het geslacht-Nassau-Weilburg.

Bovenstaande ligt (mogelijk) anders. "De Luxemburgers waren bereid ten behoeve van diens dochter Wilhelmina der Nederlanden de Salische wet af te schaffen die de troon aan mannen voorbehield. Maar de Nassause erfvereniging weerhield Willem III ervan om een verzoek in te dienen. Zo ging krachtens het familieverdrag Luxemburg over naar de familie Nassau-Weilburg."

Japan nam in 1889 in navolging van de grondwet van het koninkrijk Pruisen de Salische erfopvolging op in de Meiji-grondwet. Eerder waren er acht vrouwelijke keizers. De Japanse Grondwet van 1947 verwijst naar de Wet op het Keizerlijk Huis, die nu de Salische Wet bevat. De regering van Japan heeft overwogen deze wet te amenderen toen het er op leek dat de zoons van keizer Akihito geen mannelijke nakomelingen zouden krijgen. Na de geboorte van prins Hisahito in 2006 was dit in Japan geen onderwerp van discussie meer.

Taal en Salische Wet

In de Lex Salica komen Frankische woorden voor en zelfs een enkel volledig zinnetje dat als oudste zin in het Oudnederlands beschouwd wordt:

Maltho, thi afrio lito
Ik meld, jou bevrijd ik laat

Deze formule werd gebruikt bij de vrijlating van lijfeigenen. Taalkundig zijn deze restjes van de Frankische taal bijzonder belangrijk omdat de schrijftaal onder de Franken namelijk vrijwel uitsluitend Latijn was. Met volle steun van de Frankische koningen werd in de Karolingische tijd zelfs een oudere vorm van het Latijn aan de vergetelheid ontrukt en tot (broodnodig) bindend element van het Frankische Rijk gemaakt.

Lange tijd is gedacht dat het omstreden zinnetje hebban olla vogala uit de elfde eeuw het oudste overblijfsel is van de taalkundige voorouder van het Nederlands, maar de geschiedenis van het geschreven 'Nederlands' gaat dus zeker nog een eeuw of vijf verder terug.

Bronnen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Salic Law op de Engelstalige Wikisource.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.