Mathilde Willink

Maria Theodora Mathilde de Doelder (Terneuzen, 7 juli 1938Amsterdam, 25 oktober 1977) was een Nederlandse society-figuur. Onder de naam Mathilde Willink werd ze bekend als de in Fong Leng-creaties uitgedoste derde echtgenote en model van de schilder Carel Willink.

Mathilde Willink
Willink met een vriend (1975)
Algemene informatie
GeboortenaamMaria Theodora Mathilde de Doelder
GeborenTerneuzen, 7 juli 1938
OverledenAmsterdam, 25 oktober 1977
Land Nederland
Beroepmediapersoonlijkheid
Bekend vanechtgenote van Carel Willink
Portaal    Media
Mathilde als stewardess (1965)

Mathilde de Doelder werd geboren te Terneuzen als oudste kind van de zeeman Pierre Jean Baptiste de Doelder en Elisabeth Cové. Ze volgde het gymnasium en kreeg een verhouding met haar geschiedenisleraar Camiel Lekkerkerker. Op haar 19e vertrok ze naar Amsterdam, waar ze administratief medewerkster werd bij boekhandel Allert de Lange op het Damrak. De Doelder studeerde letterkunde en klassieke talen, en kreeg een verhouding met de veel oudere psychotherapeut Julius de Haan.

De Haan stelde haar voor aan de schilder Carel Willink. Mathilde was op dat moment 21 en Willink 60. In 1963 trok ze bij hem in. De 1,90 meter lange en atletisch gebouwde De Doelder was voor Willink "een superpoes, een mooi ding om in huis te hebben".

In 1963 schilderde Willink haar voor het eerst (Portret van Mathilde de Doelder). Op het schilderij draagt ze het uit parels opgebouwde hesje van Dick Holthaus waarmee hij haar had verleid.

Omdat ze er niet tegen kon de hele dag thuis te zitten, werd De Doelder via bemiddeling door Willink stewardess bij de KLM. Ze nam Willink mee naar de Tuinen van Bomarzo, die een inspiratiebron voor enkele latere schilderijen van Willink zouden worden.

In 1968 overleed haar vader. Ze kon niet bij de begrafenis zijn doordat ze in verband met haar werk aan de andere kant van de wereld verbleef. In 1969 trouwde ze met Willink. Ze kreeg eervol ontslag bij de KLM na ruzie met collega's.

In 1971 kwam De Doelder in contact met mode-ontwerpster Fong Leng, van wie ze in vijf jaar tijd 37 jurken van tussen tien- en dertigduizend gulden kocht. In haar Fong-Leng-jurken groeit Mathilde uit tot modekoningin van de stad. De Doelder stond door haar extravagante levensstijl in het middelpunt van de belangstelling en Willink profiteerde daarvan. Willink kreeg nu belangstelling uit een andere hoek.

Echtscheiding

In 1974 kreeg Willink echter een affaire met de mannequin Andrée Rupp, en vervolgens in 1975 met de beeldhouwster Sylvia Quiël. Willink schilderde Mathilde nogmaals en noemde het doek weinig subtiel Afscheid van Mathilde. De Doelder vernielde daarop in augustus 1975 met een broodmes de schilderijen Portret van Wilma (een portret van Willinks tweede vrouw Wilma Jeuken uit 1952, waaraan hij zeer gehecht was) en het Portret van Mathilde uit 1963. Ze werden later beide gerestaureerd. Willink signeerde Portret van Wilma maar weigerde Portret van Mathilde te signeren. Hij beschouwde het niet langer als zijn werk, omdat het daarvoor te veel beschadigd zou zijn.

De Doelder eiste een voorschot op de financiële regeling van hun echtscheiding en vertrok hiermee naar New York, waar ze introk in het hotel waar ook Salvador Dalí verbleef, hopend zijn vriendin te worden. Toen dat mislukte, keerde ze terug naar Amsterdam. Ze kondigde een huwelijk met de homoseksuele kunstenaar Adrian Stahlecker aan en kwam in het nieuws doordat ze met dolfijnen zwom in het dolfinarium van Zandvoort.

Op 19 mei 1977 was De Doelder voor het laatst op televisie te zien, in een programma van Henk van der Meijden. Ze liet doorschemeren dat ze zelfmoord zou plegen als de echtscheiding niet naar genoegen zou worden geregeld. Op 2 juni 1977 werd de scheiding uitgesproken. De Doelder kreeg 135.000 gulden toegewezen. In september van dat jaar begon ze een eigen galerie op de Keizersgracht. De openingstentoonstelling was gewijd aan Victor Vasarely.

Een week voor haar dood was ze een uur lang op de radio te gast bij Karel Prior, waarin ze uitgebreid en chronologisch haar leven besprak. In dat programma sprak ze ook over "drastisch ingrijpen", waarmee ze – na doorvragen van Prior – zelfmoord bedoelde.

Overlijden

Begrafenis -rechts Fong Leng (1977)

In die periode had ze een relatie met Gerard Vittali, een Amsterdamse autohandelaar en handelaar in cocaïne, met als bijnaam Don Vito. Op 25 oktober 1977 trof hij haar tegen kwart voor zes 's avonds dood aan in haar woning. Ze lag op haar hemelbed, naakt en onopgemaakt, en was door haar linkeroor geschoten. In haar rechterhand hield ze een pistool.

Henk van der Meijden was als een van de eersten ter plaatse en zou acht zakjes met een wit poeder uit haar woning hebben meegenomen. Van der Meijden beweerde drie jaar later dat hij dit in opdracht van Vittali had gedaan. Het zou niet zijn gegaan om cocaïne, maar om "poeder waarmee cocaïne werd versneden".

Bij technisch onderzoek bleek een tweede kogel uit het pistool in de vloer te zitten. Het wapen was eerder gebruikt; het circuleerde in Amsterdamse gangsterkringen. De Doelder was aan het wapen gekomen via een gezamenlijke kennis van De Doelder en Vittali, de welbekende Paul Wilking.

Het is nooit duidelijk geworden of De Doelder is vermoord of zelfmoord heeft gepleegd. De Amsterdamse recherche hield het op zelfmoord. Het is echter anatomisch gezien lastig om jezelf rechtshandig door je linkeroor te schieten. Bovendien vond patholoog-anatoom Jan Zeldenrust bij het post-mortemonderzoek twee gebroken ribben en schrammen en krassen in haar hals, wat zou duiden op een voorafgaande worsteling. Een dader is echter nooit gevonden.

Volgens Tomas Ross, die in 2003 het politiedossier mocht inzien, maakten twee politieagenten melding van een Chinees kabinetje waarvan een laatje geforceerd was. In het kabinetje zou De Doelder haar 'geheimpjes' hebben bewaard. Geen van de rechercherapporten zou melding maken van het geforceerde laatje.[1]

De Doelder werd 39 jaar oud. Ze werd begraven op de Amsterdamse begraafplaats Westgaarde. Willink noch zijn nieuwe vrouw Sylvia Willink-Quiël waren bij de begrafenis aanwezig.

Postuum

In 1983 verscheen Willinks waarheid, een boek met memoires van Willink en een dagboekje van Sylvia Willink-Quiël, met een voorwoord van Simon Carmiggelt. Het was een grote postume aanval op De Doelder. Willink stierf korte tijd later.

Willinks schilderijen van De Doelder hingen tot 2009 op een permanente Willink-tentoonstelling in het Scheringa Museum voor Realisme in het Noord-Hollandse Spanbroek. Na het failliet van de DSB Bank eiste schuldeiser ABN-AMRO de doeken op om deze in een eigen depot op te slaan.

Op 14 juli 1995 zond de TROS het programma Deadline uit, waarin programmamaker Jaap Jongbloed de dood van Mathilde probeerde op te helderen. Jongbloed interviewde diverse betrokkenen en probeerde ook een interview te krijgen met Gerard Vittali. Deze liet weten de waarheid rond Mathildes dood te willen vertellen tegen een betaling van 10.000 gulden. Jongbloed besloot uiteindelijk niet op dit aanbod in te gaan.

In 2002 verscheen onder redactie van misdaadverslaggever Peter R. de Vries het boek Uit de dossiers van commissaris Toorenaar, waarin de zaak-Mathilde Willink tegen het licht wordt gehouden op basis van de aantekeningen en dossiers die de Amsterdamse politiecommissaris Gerard Toorenaar had afgestaan aan De Vries.

Eveneens in 2002 verscheen de documentaire Mathilde Willink Superpoes van Jasmina Fekovic en Eddie van der Velden. De documentaire bestaat uit archiefbeelden en interviews met onder anderen Imca Marina, Fong Leng en Anton Heyboer.

In 2003 verscheen het boek Mathilde, geschreven door Tomas Ross. Het is een thriller gebaseerd op het leven van Mathilde Willink. Het boek werd uitgereikt aan de zus van Mathilde, Cerila de Doelder.

Op 10 maart 2010 ging in Terneuzen het toneelstuk Mathilde in première, in aanwezigheid van de zussen van Mathilde Willink en Fong Leng. In het toneelstuk speelde Louis van Beek de rol van Mathilde, die haar levensverhaal vertelt.

Ook in 2010 verscheen het boek Andermans Ogen. Schrijfster Marjolein Houweling zoekt de mogelijke dader in homoseksuele/artistieke kringen rond Mathilde Willink. Aan de hand van een persarchief reconstrueert zij de gang van zaken.

Op 7 juli 2018, 80 jaar na haar geboortedag, werd in Terneuzen een Mathildedag georganiseerd.

De internationale popster Lady Gaga zegt dat Mathilde haar inspireert. De kleding van Mathilde inspireert de populaire hedendaagse modeontwerpers Viktor & Rolf.

Trivia

  • Ramses Shaffy schreef na Mathildes dood het liedje Mathilde, dat in 1978 op het album Dag en nacht verscheen.
  • Marjol Flore schreef eveneens een liedje getiteld Mathilde, dat zij ook in het Duits vertolkte.
  • In de door HP/De Tijd georganiseerde verkiezing van 'De Ergste Nederlander Aller Tijden' werd Mathilde in 2004 genomineerd in de rubriek 'De Ergste Smaakverpester', samen met Anton Pieck, Willem Duys, Pierre Kartner en Paul de Leeuw. Kartner won en ging door naar de eindronde.

Biografie

  • Lisette de Zoete, Mathilde: muze, mythe, mysterie, Lecturis, 2016, ISBN 9789462261488.
Zie de categorie Mathilde Willink van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.