Land van Turnhout

Het Land van Turnhout is een historisch land dat deel uitmaakte van het Hertogdom Brabant. Het bestond uit de stad Turnhout en de omliggende dorpen Arendonk, Baarle-Hertog, Beerse, Gierle, Lille, Merksplas, Oud-Turnhout, Poppel, Ravels, Vlimmeren, Vosselaar, Wechelderzande en Weelde

Het gebied bestond voor een groot deel uit gemene gronden, verdeeld over zes vroentes, en ook in 1834 bestond nog 55 % van de oppervlakte uit heide, tegenover 20 % akkers, 4 % weide, 5 % hooiland, en 11 % bos.

Geschiedenis

Het land is ontstaan omstreeks 1356, toen Hertog Jan III van Brabant stierf en de schatkist uitgeput was door de vele oorlogen die hij had moeten voeren. Zijn dochter, Maria van Brabant, kon bij haar huwelijk in 1347 slechts de helft van haar bruidsschat betalen en kreeg daarom het Land van Turnhout in pand, om het in 1356 als erfelijk leen te ontvangen, daar ze zich afzijdig had gehouden in de Brabantse Successieoorlog. Na haar dood in 1399 kwam het land terug bij Brabant.[1]

Van 1546 tot 1556 werd het land van Turnhout aan Maria van Hongarije geschonken; in 1578 aan de heren van Boussu en later aan Filips Willem van Oranje. Door de Vrede van Münster kwam het land aan Amalia van Solms en werd een erfelijk leen van de Nassaus. Na Amalia's dood ging het naar haar kleinzoon, de latere koning van Engeland: Willem III. Het vruchtgebruik kwam echter van 1 februari 1676 tot aan haar dood in 1688 aan Maria van Zimmeren, de jongste dochter van Amalia.[1]

Willem III stierf in 1702 zonder rechtstreekse nakomelingen. De erfopvolging van het Land van Turnhout werd daardoor betwist. Het Leenhof van Brabant sprak het uiteindelijk toe aan de koning van Pruisen, Frederik Willem I. Noch hij, noch zijn zoon, Frederik II ("de grote"), hadden echter veel interesse. Voor de Pruisen was Turnhout een ver wingewest dat ze nooit bezochten. Frederik de Grote verkocht het in 1753 aan keizerin Maria-Theresia.[1]

Zij schonk het enkele maanden later aan de hertog Sylva Tarouca. Op 7 maart 1768 werd het opnieuw verkocht, deze keer aan Julien Ghislain Depestre. Het was daarna een graafschap.[1] Dit echter niet lang. In de Franse tijd werd het land afgeschaft door de invoering van de departementen. Uiteindelijk werd het een onderdeel van de provincie Antwerpen.

Bestuur

Het bestuur bestond uit een hoogschout, meestal de schout van Turnhout, en een rentmeester die optrad in naam van de Heer van Turnhout. Dit was meestal de Hertog van Brabant, maar het kon ook een leenman van deze hertog zijn.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.