Kuifcaracara

De kuifcaracara (Caracara plancus of Polyborus plancus) is een roofvogel die voorkomt in Zuid-Amerika.

Kuifcaracara
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2012)
Kuifcaracara
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Falconiformes
Familie:Falconidae (Valkachtigen)
Onderfamilie:Polyborinae (Caracara's)
Geslacht:Caracara (Kuifcaracara's)
Soort
Caracara plancus
(J.F. Miller, 1777)
Afbeeldingen Kuifcaracara op Wikimedia Commons
Kuifcaracara op Wikispecies
Portaal    Biologie
Vogels

Kenmerken

De kuifcaracara is donkergrijsbruin met een roomwitte kop en hals. De borst, de staart en de vleugeluiteinden zijn zwart-wit gebandeerd. Verder vallen het oranje gelaat, de zwarte kruin, de lange, gele poten en de zeer korte tenen op. Er is geen verschil in uiterlijk tussen de beide geslachten. De vogel heeft een lengte van 49 tot 59 cm[2], een vleugelspanwijdte van 120 tot 130 cm en een gewicht van 850 tot 1500 gram.

Voedsel

Deze caracara is een opportunistisch dier dat zich met zowel aas als levende prooi voedt. Knaagdieren, jonge vogels en schildpadden, hagedissen, kikkers, eieren, wormen en insecten staan op het menu. Meerdere caracara's kunnen soms samenwerken om een grotere prooi te doden. Daarnaast doet de kuifcaracara zich ook tegoed aan aangespoelde vis en doodgereden wild.

Soort: Polyborus plancus; Familie: Falconidae

Leefwijze

Veel van de tijd brengt de kuifcaracara door op de grond. De lange poten en platte klauwen maken het mogelijk dat hij goed kan lopen en rennen. Deze roofvogel scharrelt zelf naar voedsel of steelt het van andere vogels, bijvoorbeeld gieren, pelikanen en buizerds. Ook zwakkere soortgenoten worden beroofd. Met zijn poten draait de caracara bladeren of gedroogde uitwerpselen van grote dieren om, op zoek naar kleine diertjes om op te eten. 's Nachts gaat deze roofvogel in ondiep water op zoek naar kikkers. In tegenstelling tot gieren, waar ze vaak mee optrekken, zweven kuifcaracara's niet, maar hebben ze een directe vleugelslag. Hierdoor vinden caracara's dode en aangereden dieren vaak eerder dan gieren, omdat die afhankelijk zijn van de thermiek. De dode dieren worden met de bek in stukken gescheurd, terwijl de caracara ze tegenhoudt met zijn poot. De kuifcaracara leeft vaak paarsgewijs en het tweetal heeft meestal een groot territorium.

Voortplanting

In het broedseizoen vechten de mannelijke individuen in de lucht om de vrouwtjes. Na de paring maakt de kuifcaracara een nest van dunne takken, gedroogde uitwerpselen en veren, meestal boven in een palmboom. Meestal worden er twee of drie eieren gelegd, die na ongeveer 30 dagen uitkomen. Pas na acht weken zullen de jongen het nest voor het eerst verlaten.

Verspreiding en leefgebied

Deze soort komt voor van noordelijk Bolivia tot oostelijk Braziliƫ tot Tierra del Fuego en de Falklandeilanden. Graslanden en landbouwgebieden vormen de habitat van de kuifcaracara. Het meest algemeen is de soort in laaglandgebieden, maar de caracara wordt ook wel in hogere gebieden gezien.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.