Kruiswoordraadsel

Een kruiswoordraadsel of kruiswoordpuzzel is een woordpuzzel, populair in kranten, tijdschriften en puzzelboeken. Ook zijn kruiswoordraadsels op websites te vinden, waarbij ze via de computer of op de smartphone of tablet kunnen worden ingevuld met behulp van het toetsenbord van de computer of bij smartphones of tablets via het touchscreen met een virtueel toetsenbord.

Beluister (info)
Kruiswoordpuzzel met zwarte vakjes in Italiaanse stijl

Door in een patroon van vakjes de letters van woorden in te vullen, is de puzzel op te lossen. De antwoorden kunnen worden gegeven aan de hand van omschrijvingen. De omschrijvingen zijn genummerd, en in het diagram moet bij het bijbehorende nummer het antwoord worden ingevuld. Puzzelaars kunnen bij het zoeken naar woorden gebruik maken van een puzzelwoordenboek.

De woorden kunnen zowel horizontaal als verticaal worden ingevuld. De vakjes voor en na het woord zijn zwart gemaakt, zodat bekend is hoe lang het woord is. De zwarte vakjes vormen meestal een symmetrisch patroon, hoewel dit niet noodzakelijk is. De diagrammen van de Nederlandse kruiswoordpuzzels bestaan voor minder dan 20% uit zwarte vakjes. Belangrijk is wel dat de witte vakjes één aaneengesloten gebied vormen en dat er geen geïsoleerde 'eilanden' in het rooster staan. Bij de constructie van een kruiswoordpuzzel dient men woorden in een diagram in te vullen zodanig dat er rekening gehouden wordt met de zwarte vakjes en de beschikbaarheid van bestaande woorden. Dit is een NP-volledig probleem.

Geschiedenis van de kruiswoordpuzzel

De eerste puzzels in de dagbladen waren gebaseerd op een aantal principes:

Vroege Nederlandse 'kruisraadsels' zoals die rond 1914 verschenen in de rubriek "Raadsels" van het Algemeen Handelsblad.
Verschuifpuzzel
  • vervanging:

Bij de Rebus is natuurlijke taal is vervangen door beeldtaal. Andere voorbeelden zijn de cijfer- en letterraadsels: er is geen een-op-eenverband is tussen een letter en een cijfer. Die zijn te beschouwen als de voorloper van de Filippinepuzzel.

  • herschikking

De eenvoudigste vorm is de verschuifpuzzel, na het horizontaal verschuiven van woorden wordt verticaal een oplossingswoord zichtbaar. Tot herschikking kan ook de algemene woordopgaaf worden gerekend: Hoeveel woorden van 4 of 5 letters kunnen worden gemaakt uit een gegeven woord, waarbij letters niet tweemaal mogen voorkomen? Iets moeilijker is het invullen van omschreven woorden waarbij het totaal aan benodigde puzzelletters is gegeven. ‘Geen rozen zonder 1, 12, 12, 6, 17, 14, 17’ (doornen). In plaats van gegeven letters kunnen er ook lettergrepen worden gegeven. Voorbeelden van herschikking zijn ook anagrampuzzels, visitekaartjes en de paardensprongpuzzels.

  • toevoeging/weglating

Een voorbeeld van toevoeging en weglating is de omschrijving: 'Plaats in een zuivelproduct een medeklinker en het verandert in een schip'.(boter-botter). Een omschrijving die al wat lijkt op de latere cryptogrammen is: 'De barbier zit zonder drank aan de tap' (barbier-bier=bar) Door een letter voor, in of achter een omschreven woord te plaatsen ontstaat bijvoorbeeld verticaal een oplossingswoord met een nieuwe betekenis. In plaats van toevoegen kan er ook een letter worden weggelaten. De weggelaten letters vormen dan de eindoplossing. De charade is een vaak gebruikte puzzel.

Kranten

Kranten en weekbladen stonden aan de basis van de opkomst van kruiswoordpuzzels. Het Algemeen Handelsblad had in de negentiende eeuw al rubrieken die bedoeld waren om kinderen en volwassenen in aanraking te brengen met zaken die als ontspannend en leerzaam werden beschouwd. In het bijzonder het Algemeen Handelsblad ontwikkelde al vroeg een brede puzzeltraditie. Ook De Telegraaf plaatste al vrij vroeg puzzels voor kinderen. Van de weekbladen komt onderhield De Groene Amsterdammer al in de negentiende eeuw zijn lezers met logische, wiskundige en taalpuzzels. De dagbladen De Tijd en Het Volk kwamen pas in de twintigste eeuw met puzzels voor hun lezers.

In de eerste helft van de twintigste eeuw verwierven puzzels een vaste plaats naast het schaken, het dammen en in de meeste kranten ook het bridgen. Bij de puzzelrubrieken stonden vaak taalgrappen, versprekingen en werden bizarre misverstanden besproken. Toen de kranten in de jaren vóór de Eerste Wereldoorlog in omvang toenamen ontstond ruimte voor puzzelen. Het Algemeen Handelsblad had vanaf 1907 de dagelijkse rubriek 'Onder de Streep' met woordspelletjes, woordgrapjes, rekenpuzzels en stripverhalen voor de jeugd, gedichtjes en rijmpjes, anekdotes, en allerlei vormen van puzzelen. Een voorbeeld was de charade: ‘Mijn eerste deel is een lichaamsdeel, mijn tweede deel het tegengestelde van “boven”, mijn derde en vierde deel zitten op een wijzerplaat, mijn geheel zie je dagelijks op school’ (hoofd-onder-wijzer). Een ander voorbeeld is: 'Welke appels, fijn en rond, steek je toch nooit in den mond?' (oogappel). De eerste puzzelrubrieken waren bedoeld om kinderen en volwassenen in aanraking te brengen met zaken die als ontspannend en leerzaam werden beschouwd. Na de Eerste Wereldoorlog hadden de meeste kranten een speciale redacteur voor kinderen met namen als 'Tante Helene' en 'Tante Tine' (De Telegraaf), 'Oom Jaap' (De Nederlander) en sinds oktober 1923 ‘dr. Linkerhoek’ met zijn rubriek ‘Onder de Streep’ (Algemeen Handelsblad). Vanaf 1923 konden kinderen hun oplossing insturen. Uit de 2000 ingezonden oplossingen werden voor het eerst puzzelprijzen verloot.

Eerste kruiswoordpuzzel

De eerste kruiswoordpuzzel van 21 december 1913
Aanzet tot de eerste Nederlandse kruiswoordpuzzel (20 december 1913)

Reeds in 1890 verscheen in het Italiaanse maandblad Il Secolo Illustrato della Domenica een 4*4-diagram getiteld "Per passare il tempo" ("om de tijd te doden"). Het jaar 1913 was een doorbraak op het gebied van kruiswoordpuzzels. De eerste kruiswoordpuzzel die algemeen als zodanig wordt beschouwd was van de hand van de uit het Britse Liverpool afkomstige Arthur Wynne. Van zijn hand verscheen op 21 december 1913 de eerste kruiswoordpuzzel in de krant New York World, waarvan hij redacteur was.

Onder het kopje ‘Kruiswoorden-puzzles’ plaatste Dr. Linkerhoek op 12 januari 1925 het eerste Nederlandse kruiswoordraadsel. Naast twee diagrammen beschreef hij hoe het raadsel opgelost moet worden. Hij vermeldde bovendien dat een ‘kruiswoordenpuzzle’ eigenlijk geen kinderwerk was, en kondigde aan dat de eerstvolgende zaterdag net zo’n ‘puzzle’ zou worden geplaatst. Voor de inzenders waren vijf educatieve prijzen beschikbaar. De puzzels die daarna verschenen waren ‘bestemd voor elke leeftijd’, en de rubriektitel ‘Onder de Streep voor Kinderen’ kreeg als naam ‘Denken en Doen’. Vijf dagen na het verschijnen van de introductie in het Algemeen Handelsblad verscheen in weekblad ‘’Het leven’’ een ‘’Cross-Word-puzzle’’, een puzzel die op volwassenen was gericht. Toen chocoladefabrikant Kwatta uit een totale prijzenpot van f 25.000 een hoofdprijs van f 100 beschikbaar stelde bestond de oplossing uit een reclameslogan. Als gevolg van het succes gingen steeds meer firma’s kruiswoordpuzzles publiceren. De NRC gebruikte als eerste de naam ‘puzzel’ in plaats van ‘puzzle’. De puzzelaars werden in de dertiger jaren bevraagd op het gebied van mythologie, de bijbel en vooral woordkennis. Naast andere puzzelsoorten verschenen in de meeste kranten om de veertien dagen een kruiswoordpuzzel. In de Tweede Wereldoorlog bleven in de zogeheten legale kranten nog lange tijd kruiswoordpuzzels verschijnen.

Het eerste Nederlandse puzzelboekje ‘Denksport’- met de ondertitel ‘voor volwassenen’ - verscheen op 3 oktober 1930 bij uitgeverij Keesing. De 16 pagina’s bevatten een groot aantal varianten van de kruiswoordpuzzel. Zo verscheen de eerste doorloperpuzzel, een kruiswoordpuzzel zonder zwarte vakjes. Het puzzelblad Denksport kreeg in 1946 een concurrent in de vorm van het maandblad Puzzlesport, een uitgave van dat werd uitgegeven door Born in Assen. De kruiswoordpuzzels werden in de vijftiger jaren groter en de omschrijvingen werden aangepast aan het veranderende taalgebruik. Toch bleven er ‘klassieke’ omschrijvingen van korte woorden met jargon als ‘Open plaats in het bos’ (tra), ‘oude lengtemaat’ (el) en ‘plaats in Gelderland’ (Ede). In de zeventiger jaren kwamen er naast de moeilijker kruiswoordpuzzels ook puzzelboekjes voor de jeugd. De moeilijkheidsgraad van de meeste puzzelbladen werden aangegeven met sterren of stippen. Die staan vooraan, op de kaft. Nul sterren of stippen zijn de gemakkelijkste en zeven (of acht) sterren zijn de moeilijkste. In de jaren zeventig werd het assortiment puzzelboekjes uitgebreid naar titels met een soort puzzel. De variëteit in kleine raadsels verdween na verloop van tijd. Veel puzzelaars stapten over van de klassieke kruiswoordpuzzel naar kruiswoordpuzzel met een ander uiterlijk, de Zweedse puzzel.

Varianten

Er bestaan vele varianten op de kruiswoordpuzzel:

  • Een cryptogram is een kruiswoordpuzzel waarbij de oplossingen aan de hand van cryptische omschrijvingen moet worden gevonden.
  • Een Zweeds raadsel werkt hetzelfde als een kruiswoordpuzzel, maar de omschrijvingen staan in het diagram (op de plaats van de normaal gesproken zwarte vakjes), met een pijltje naar waar het woord moet worden ingevuld.
  • Bij doorlopers staan er geen zwarte vakjes in het diagram, en moeten de woorden in een regel of kolom achter elkaar ingevuld worden. De omschrijvingen van de woorden zijn ook per regel of kolom gegeven, zonder aan te geven hoe lang de woorden zijn. Soms is zelfs de regel of kolom niet aangegeven, dit wordt een geheel doorlopende doorloper genoemd.
  • Bij een Amerikaans kruiswoordraadsel dienen niet alleen de woorden, maar ook de zwarte vakjes te worden ingevuld in het diagram.
  • De Fransen hebben hun 'moits croisés’, de Duitsers hun 'Kreuzworträtsel', maar de Engelse 'crossword' en 'cryptic crossword' zijn geen zuivere tegenhangers van de Nederlandse kruiswoordpuzzel en het cryptogram.

Voorbeeld van een woordvierkant:

K E L K
E Z E L
L E N A
K L A S

Het bordspel Scrabble en de app Wordfeud zijn gebaseerd op het principe van "kruisende woorden". Beide spelen vallen onder de taalspelen, maar daarbij ontbreekt een kenmerkend element van het puzzelen, namelijk dat door anderen gestelde problemen moeten worden opgelost.

Uitgevers

De kruiswoordraadsels die heden ten dage op de markt komen, worden bijna allemaal gemaakt met behulp van computerprogramma's. De meeste puzzelboekjes worden met één druk op de knop gemaakt. De puzzels die uit het systeem komen, zijn meteen drukklaar.

De puzzels die in Nederland en Vlaanderen op de markt komen, zijn doorgaans van de hand van een van merknamen van uitgeverij Keesing:Sanders, Denksport en Puzzelsport. Individuele puzzelmakers zijn zeldzaam geworden.

Soorten kruiswoordpuzzels

Zoek kruiswoordraadsel op in het WikiWoordenboek.
Zie de categorie Crossword van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.