Kolgans

De kolgans (Anser albifrons) is een gans die tot de familie Anatidae en de onderfamilie Anserinae behoort.

Kolgans
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2012)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Anseriformes (Eendvogels)
Familie:Anatidae (Eendachtigen)
Geslacht:Anser (Grijze ganzen)
Soort
Anser albifrons
(Scopoli, 1769)
Afbeeldingen Kolgans op Wikimedia Commons
Kolgans op Wikispecies
Portaal    Biologie
Vogels

Kenmerken

Qua uiterlijk doet de kolgans sterk denken aan de grauwe gans, maar hij is iets kleiner. Opvallend is zijn kol: een grote witte vlek rond zijn snavel. De snavel van de kolgans is niet oranje maar roze. Volwassen kolganzen hebben zwarte, onregelmatig gevormde strepen op de borst. Deze soort bestaat uit vijf verschillende ondersoorten, namelijk de Europese kolgans (A. a. albifrons), de Groenlandse kolgans (A. a. flavirostris), A. a. frontalis, A. a. gambeli en de Tule Kolgans (A. a. elgasi).
Het geluid van de kolgans lijkt op afstand een beetje op het bekende gak-gak geluid van de boerengans (en grauwe gans), maar klinkt wat hoger, niet zo rauw en met muzikale tonen, klarinetachtig.

Gedrag

De kolgans keert elke winter naar vaste plaatsen terug. Hij broedt in Groenland en het noorden van Rusland. In de maanden november tot en met maart verblijft de vogel in groten getale in de Lage Landen met name in Friesland, het rivierengebied, Zeeland en West-Vlaanderen (het natuurgebied het Zwin en de Oostkustpolders). Kolganzen komen vaak voor in gemengde groepen met grauwe ganzen, brandganzen en rietganzen.

De kolgans is zoals alle ganzen een levendige vogel. In groepen op weilanden grazende ganzen zijn voortdurend interacties tussen individuen waar te nemen.

Verspreiding en leefgebied

De soort telt 5 ondersoorten:

  • A. a. flavirostris: westelijk Groenland.
  • A. a. albifrons: noordelijk Rusland.
  • A. a. elgasi: zuidelijk Alaska.
  • A. a. gambelli: Alaska, noordwestelijk en het noordelijke deel van Centraal-Canada.
  • A. a. sponsa: westelijk Alaska.

Voorkomen en verspreiding in Nederland en Vlaanderen

Sinds de jaren 1980 broeden er op bescheiden schaal kolganzen in o.a. Friesland en het rivierengebied. Rond 1997 werd dit aantal geschat op 125 paren.[2] De Europese kolgans (A. a. albifrons) is zeker sinds 1900 een talrijke wintergast. Sommige komen al in oktober, de meeste arriveren in de loop van november en zij trekken in februari-maart weer naar het noorden.
Tellingen zijn er sinds de jaren 1960. Tussen 1960 en 1995 is het aantal overwinteraars toegenomen van 50.000 naar 470.000[2] (gemiddelde groei 6,6% per jaar). Dit aantal stijgt nog steeds, maar met minder dan 5% per jaar.[3] In de Oostkustpolders (West-Vlaanderen) was het aantal overwinterende kolganzen tussen 1996 en 2006 praktisch constant en werd geschat op 25.000 exemplaren.[4]

Groepje kolganzen in winterlandschap (strepen op de borst zijn hier goed zichtbaar)

Zie ook

Zie de categorie Anser albifrons van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.