Kassei

Kasseien of kinderkopjes zijn kleine stukken natuursteen die na bewerking worden gebruikt voor het verharden van wegen.

Kasseien bedekt door een laag asfalt

De naam kinderkopje duidt op de grootte: zo groot als het hoofd van een kind. Onder die naam zijn ook kleinere maten in gebruik. In sommige regio's van België en in Zuid-Nederland wordt de term kinderkopjes nauwelijks gebruikt en spreekt men veeleer van kassei. Het woord kassei (en de oudere vorm kalsijde) komt van het Latijnse (via) calceata: met steen bedekt(e weg). In Noord-Nederland gold dit woord vroeger als 'Vlaams'. De afgelopen decennia heeft het woord via het wielerjargon ook ingang gevonden in het Noord-Nederlands. Vaak zijn kasseien op maat gehakte stukken porfier. Dit in tegenstelling tot flinten, die onbewerkt zijn. In België en Noord-Frankrijk zijn er nog veel landelijke wegen met kasseien. Dikwijls zijn dit holle wegen.

Toepassing

Belangrijke wegen werden vroeger met kasseien verhard om ze beter begaanbaar te maken dan zand- of aardewegen. In onverharde wegen ontstaan gemakkelijk karrensporen, en ze worden bij slecht weer snel modderig of onberijdbaar. Kasseien van ongelijke grootte kunnen willekeurig neergelegd zijn, net als steenslag of flinten. Wanneer de stenen een gelijkaardig formaat hebben worden ze meestal in verband gelegd. De rand van de weg wordt vaak door in de lengte geplaatste boordsteen gevormd.

Kasseiwegen hebben enkele nadelen, zoals luidruchtigheid en 'hobbeligheid'. Bovendien worden ze bij winterse omstandigheden spiegelglad, vaak zodanig dat autorijden en lopen zeer bezwaarlijk en fietsen onmogelijk wordt. Dat maakt ze voor het moderne verkeer vaak hinderlijk.

In enkele specifieke gevallen worden kasseiwegen nog steeds nieuw aangelegd, voor het inrichten van kruispunten voor het afremmen van het verkeer, of omwille van het esthetisch uitzicht. Kasseistenen worden ook nog gebruikt voor opritten of de bestrating rondom boerderijen vanwege de waterdoorlatende eigenschappen van een kasseiverharding.

Oude kasseiwegen verdwenen vaak onder een laag asfalt, dat beter berijdbaar is. Soms wordt vlak naast de kasseiweg een eenvoudige strook asfalt of klinkers gelegd om de weg wat breder te maken of om een strook die vlot berijdbaar is voor fietsers te bieden.

Bekende kasseistroken

Enkele bekende wegen of straten met kasseien zijn de bij wielrenners beruchte Muur van Geraardsbergen, bekend uit de Ronde van Vlaanderen, en het Bos van Wallers-Arenberg, bekend uit de klassieker Parijs-Roubaix. De kasseien op de Bosberg in de Vlaamse Ardennen zijn sinds 1993 beschermd monument. In het Britse Swansea heeft Constitution Hill eenzelfde uiterlijk als de Muur van Geraardsbergen.

Zowel in België als in Nederland zijn de centrumstraten van veel steden bestraat met kasseien. In België geldt dit voor vrijwel alle historische binnensteden en ook overal in de buitenwijken; in Nederland kunnen Bergen op Zoom, Maastricht, Ravenstein, Roermond en Sloten genoemd worden. In Amsterdam is de Dam een bekend voorbeeld van een plein met kinderkopjes. Van de landelijke kasseiwegen zijn in Nederland nog maar weinig voorbeelden over. De Munnikenweg tussen Alkmaar en Oudorp is bewaard gebleven als straat met kinderkopjes, en is de enige kasseienstrook in Noord-Holland, alsmede een van de oudste wegen van die provincie.[1] De Flintstraat in Emmen heeft weliswaar nog de naam behouden (kasseien worden in Drenthe flinten of vlinten genoemd), maar is tegenwoordig geasfalteerd.

Zie ook

Referenties

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Cobblestone op Wikimedia Commons.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.