Kathedraal van Straatsburg

De kathedraal van Straatsburg (Cathédrale Notre-Dame de Strasbourg, Strassburger Münster) behoort tot de grootste en beroemdste kathedralen van Frankrijk. De bouw van de uit roze zandsteen opgetrokken kathedraal begon in 1176 en werd na een 263 jaar durende bouwperiode, waarin bijna onafgebroken werd gewerkt, in 1439 voltooid. De kathedraal heeft een van de hoogste kerktorens ter wereld, de noordelijke toren meet 142 meter en was van 1647 tot 1874 het hoogste bouwwerk ter wereld. De Onze Lieve Vrouwe van Straatsburg is hét voorbeeld geworden voor de Zuid-Duitse gotiek. In 1620 beklom Constantijn Huygens met gevaar voor zijn leven de spits van de toren aan de buitenkant.

Cathédrale Notre-Dame de Strasbourg
PlaatsStraatsburg
Gebouwd in13e-15e eeuw
Gewijd aanMaria
Monumentale statusMonument historique sinds 1862
Architectuur
StijlperiodeGotiek
Toren142 m hoog
Titelkerk
AartsbisdomAartsbisdom Straatsburg
Portaal    Christendom
Plattegrond en tekening van de façade van de Notre-Dame van Straatsburg, Pierers Universal-Lexikon, 1891

Bouwgeschiedenis

Straatsburg kent een lange christelijke geschiedenis. Al in de Romeinse tijd was de stad een bisschopszetel die later zou komen te ressorteren onder het aartsbisdom Mainz. Omstreeks 510 werd er in opdracht van Clovis I een kerk op de plek van de huidige kathedraal gebouwd van hout en leem. In 675 gaf Dagobert II de bisschop toestemming om de kerk te vergroten en zo’n honderd jaar later werd een crypte aangelegd. In 873 brandde een groot deel van de kerk af. De kerk werd herbouwd, deze herbouw ging echter in 1007 ook in vlammen op. In 1015 begon men met de bouw van een nieuwe driebeukige romaanse kathedraal. Rond 1050 was de bouw van deze kerk voltooid. In de 12e eeuw werd het gebouw door verschillende branden getroffen. Ook werd de kerk te klein voor de groeiende bevolking van Straatsburg. Om deze twee redenen besloot men een nieuwe Munsterkerk te bouwen. De naam munster was in het Duitse Rijk gebruikelijk om aan te geven dat het kapittel in handen was van een kloosterorde (de naam munster is afgeleid van monasterium).

Exterieur

Na 1176 is men met de vernieuwing van het koor en het transept begonnen. Het Romaanse schip is nog tot 1250 gebruikt. Na de sloop van dit schip werd in dit jaar met de bouw van een nieuw gotisch schip begonnen. In 1275 werd de bouw van dit gedeelte van de nieuwe kathedraal voltooid. De bouwmeester van het schip, vermoedelijk Rudolf van Straatsburg, heeft het kunnen presteren om de Romaans aandoende vormgeving van het koor en het transept te verenigen met de nieuwe gotische stijl van het schip. Na de voltooiing van het schip begon in 1276 de bouw van de westelijke façade. Dit gebeurde onder leiding van Erwin von Steinbach die de werkzaamheden leidde tot zijn dood op 17 januari 1318. In 1277 werd de eerste steen gelegd van de noordertoren. Op de dag van Von Steinbachs dood waren de werkzaamheden al zover gevorderd dat de voorgevel al boven de tweede verdieping van de torens uitstak. In 1289 en 1298 werd het kerkgebouw geteisterd door respectievelijk een aardbeving en een brand. Deze brand verwoestte het dak en verhinderde dat het Munster in deze bouwperiode voltooid kon worden.

Ook in 1384 moesten de bouwwerkzaamheden worden opgeschort, dit keer vanwege de pest. De bouwmeester Gerlach von Steinbach zette de bouw voort en bouwde de Sint-Catharinakapel. De romp van de noordertoren werd in 1399 voltooid. De façade van het Munster is een van de hoogtepunten van de verticaliteit van de late gotiek. Ulrich Ensinger, de architect van het Munster van Ulm, versterkte met het oog hierop de voorgevel, door tussen de twee torens een wand boven het roosvenster aan te brengen met daarin twee smalle vensters waarachter de klokken nu hangen. In 1439 voltooide de Keulenaar Johann Hültz de 142 meter hoge spits van de noordertoren. Lange tijd beschouwde men deze toren als het achtste wereldwonder. Tussen 1647 en 1874 was dit het hoogste bouwwerk in de wereld. Dankzij Ensinger heeft de kathedraal geen tweede toren gekregen. Hij interesseerde zich niet voor een symmetrische tegenhanger aan de zuidkant. Tussen 1439 en 1488 heeft boven op de toren een reusachtig Mariabeeld gestaan.

In het begin van de 16e eeuw kwam het Munster van Straatsburg, gewijd aan Onze Lieve Vrouwe, in handen van de protestanten. Ze sloopten enkele kapellen, maar onderhielden de kathedraal goed. Na de inlijving van Straatsburg door Frankrijk in 1681 werd het Munster weer een katholieke bisschopskerk: Cathedrale de Strasbourg. Tijdens de 17e en de 18e eeuw onderging ze verschillende veranderingen. In 1759 en 1870 liep de kerk zware schade op door branden. Tijdens de Franse Revolutie werden honderden beelden vernield. Tijdens de bombardementen van 11 augustus 1944 op Straatsburg bleef de kathedraal gespaard.

Interieur

De oudste kapel van de Notre-Dame, die dateert uit 1190, is de Sint-Andreaskapel in het zuidertransept. In het noordertransept bevindt zich een kapel van omstreeks 1240 die gewijd is aan Johannes de Doper. Hier staat het monument van Conrad von Lichtenberg, een 13e-eeuwse bisschop die van de clerus eiste dat hij vier jaar lang een kwart van zijn inkomsten afstond voor de bouw van de kathedraal. Door de architect Dotzinger werden de doopkapel en de Sint-Laurentiuskapel gebouwd en Hans Kammerer bouwde de stenen kansel. De Sint-Laurentiuskapel is de tegenhanger van de Sint-Catharinakapel uit de 14e eeuw.

Het schip van de kathedraal (1250-1275) is overdekt met een koperen dak en heeft grote gotische spitsboogvensters met 14e-eeuwse gebrandschilderde ramen. Het grote orgel aan de rechterkant van het schip is in 1714 gebouwd door Andreas Silbermann. Het koor is in de 17e en de 18e eeuw vergroot en in de 19e eeuw heeft men alle overbodig geachte versieringen verwijderd. Aan de noordkant van het koor staat het beroemde astronomisch uurwerk. Al in de 14e eeuw had de kathedraal een soortgelijk uurwerk, het zogenaamde ‘Uurwerk van de Drie Koningen’. Het uurwerk dat er nu staat, stamt uit 1574. In de 19e eeuw is het gerestaureerd. Rond het middaguur buigen de twaalf apostelen in het uurwerk voor Christus.

De beeldhouwwerken van de Notre-Dame

De façade is vol met torentjes, arcades, colonnaden en beeldhouwwerken. Het middenportaal is verfraaid met beelden van profeten, het timpaan met taferelen uit het leven van Christus, vanaf Zijn laatste intocht in Jeruzalem tot Zijn Hemelvaart. Op het timpaan van het linkerportaal is de jeugd van Christus afgebeeld tot Zijn vlucht naar Egypte. Het rechterportaal laat de Wederopstanding van de Doden en het Laatste Oordeel zien. Onder het grote roosvenster van de westfaçade staan vier ruiterstandbeelden. De beelden die Clovis, Dagobert en Rudolf van Habsburg voorstellen komen uit 1290, het vierde dat Lodewijk XIV voorstelt, komt uit het begin van de 19e eeuw. Twee opvallende beeldhouwwerken van de kathedraal zijn 'de Kerk' en 'de geblinddoekte Synagoge'. Deze twee beelden bevinden zich aan de zijkanten van het zuiderportaal, ze zijn beide gemaakt in de 13e eeuw.

Voorganger:
Marienkirche
hoogste gebouw ter wereld (142 meter)
1647 - 1847
Opvolger:
Nikolaiturm

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.