Kasteel van Poeke

Het Kasteel van Poeke is een kasteel bij Poeke, een deelgemeente van Aalter in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. Het gebouw is volledig omgeven door water en is zowel voor- als achteraan toegankelijk via een brug.

Kasteel van Poeke
Voorgevel
Locatie Aalter, België
Coördinaten51° 2 NB, 3° 27 OL
Algemeen
KasteeltypeWaterkasteel
StijlRococo
BouwmateriaalBakstenen waterkasteel met roodbepleisterde voorgevel
EigenaarGemeente Aalter
Huidige functieOpenbaar
Monumentale statusBeschermd
Monumentnummer34998
Detailkaart

Portaal    België
De Poekebeek in het kasteelpark
Plan van het kasteeldomein
Zicht op de kasteelpoort en de oprijlaan
De hondenkennel op het kasteeldomein

Wanneer de eerste burcht op die plaats gebouwd is kan niemand achterhalen maar zeker is dat Poeke in 1139 reeds werd vermeld. Het gebouw heeft wel een voorname rol gespeeld in het conflict tussen Lodewijk van Male en de Gentenaars in 1382. In datzelfde jaar sneuvelde Eulaard II van Poeke, toen hij aan het hoofd van de grafelijke troepen bij de slag op het Beverhoutsveld de opmars van de Gentse milities trachtte tegen te houden, eerder hadden ze zijn burcht ingenomen.

De kasteelheren van Poeke waren trouwe vazallen van de graaf van Vlaanderen. Zo was Anastasia van Oultre, tweede vrouw van Eulaard III van Poeke, hertrouwd met Robert van Vlaanderen, bastaardzoon van Lodewijk van Male.

Verwoest

Bij een volgende Gentse opstand in 1452 tegen Filips de Goede, werd de burcht van Poeke ingenomen door de Gentenaars. De Bourgondische Jacques van Lalaing, een vooraanstaand ridder van het Gulden Vlies sneuvelde onder verdedigingsgeschut. Op 5 juli 1452 werd hij teruggenomen door de hertog en de aanwezige Gentenaars werden opgeknoopt en het gebouw verwoest. De wederopbouw liet vermoedelijk meer dan een eeuw op zich laten wachten. Na het overlijden van Jan III van Poeke in 1563, kwam de heerlijkheid in het bezit van de familie de Mastaing, verre verwanten van de heren van Poeke. Jean de Jauche, heer van Mastaing verkocht de heerlijkheid in 1588 aan Philibert Delrye. Zijn zoon Christoffel Delrye verkocht de heerlijkheid in 1597 aan Jean de Preudhomme uit Rijsel.

Wederopbouw

De achterzijde van het kasteel

In de periode 1658-1664 en in 1671 liet Marc-Antoine de Preudhomme d’Hailly werken uitvoeren. Of deze werken echt het uitzicht hebben veranderd kan men niet achterhalen wegens het ontbreken van bronnen en voorstellingen uit vroegere perioden. Later waren er nog ingrijpende werken gedurende de periode 1743-1752 door Charles Florent Idesbald de Preudhomme d'Hailly, burggraaf van Nieuwpoort, Oombergen, Sint-Lievens-Esse en Schoonbergen, baron van Poeke en heer van Neuville, Kanegem en Velaine (1716 - Parijs 1792).

De tuin en het imposante park rond het kasteel werden ook aangelegd op initiatief van Charles Florent Idesbald de Preudhomme d'Hailly. In het park was er één centraal punt waarop verschillende dreven uitkwamen. Vanaf dat punt kon men de hele streek overzien. Zo was er een dreef die vanaf dat centrale punt naar het terras van het kasteel liep. Andere dreven gingen in de richting van de kerken van Poeke, Lotenhulle, Ruiselede en zelfs Aalter. De dreven gingen later grotendeels verloren door ontbossing, toen het de familie minder voor de wind ging.

In 1872 ten slotte, werd het kasteel verkocht aan Victor Pycke de Peteghem. De laatste grondige verbouwing vond plaats in 1872-1875.

Pycke de Peteghem

In 1872 kocht baron Victor Pycke de Peteghem (1835-1875), afkomstig van Oudenaarde, het domein. Onmiddellijk werden verbouwingswerken aangevat die duurden tot in 1875. De derde bouwlaag werd geïntegreerd in een hoger dak, het interieur en de tuin werden grondig aangepakt. Er zijn nog nauwelijks elementen aanwezig die dateren van voor 1872. De kasteeltuin werd opnieuw grondig aangepakt. De grootste nieuwigheid in de tuin is de bouw van een grote hondenkennel in 1881. De nieuwe eigenaren waren immers zeer gedreven jagers. Het hondenhok werd verwarmd door een bakoven, die zich aan de andere kant van de grote, ronde hondenkennel bevond.

De laatste afstammeling, barones en burgemeester Ines Pycke de Peteghem was de laatste die het kasteel van Poeke bezat en bewoonde. Bij testament schonk de barones in 1951 het volledige domein aan het Nationaal Werk der Katholieke Schoolkolonies wat na haar overlijden 1955 werd aanvaard. Deze organisatie noemde zich later Duinen en Heide en organiseerde er vakantieverblijven, tijdens het schooljaar was het de toevlucht voor probleemkinderen. In 1977 werd het kasteel met het 56 hectare grote park eigendom van de gemeente Aalter, die het nu verder gebruikt bij culturele bijeenkomsten of feesten.

Het kasteel van Poeke werd op 13 oktober 1943 als monument beschermd, terwijl het domein sedert 1 maart 1978 als landschap is beschermd.

Het kasteel als decor

  • In 1991 werd een groot deel van de BRT-reeks De Bossen van Vlaanderen opgenomen in het kasteel en zijn domeinen. De reeks was gebaseerd op de boeken van Alfons Ryserhove over de moorden van Beernem.
  • In 1998 werd het kasteel gebruikt als kantoor voor de advocatenreeks Deman op VTM.
  • In 2007 in het tv-programma Viva Victoria van Eén - die handelde over de angst voor honden - werd het kasteel, de hondenkennel en het park gebruikt als decor.
  • In 2009 was het kasteel en zijn domein de locatie voor de Studio 100-reeks Slot Marsepeinstein.
  • In 2011 deed het kasteel dienst als decor voor de opnamen van Parade's End.
  • In 2019 werd het kasteel gebruikt in de Netflix serie Jan de Lichte en deed het dienst als woning van de burgemeester.

Zie ook

Zie de categorie Kasteel van Poeke van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.