Jean-Jacques De Gucht

Jean-Jacques De Gucht (München, 9 december 1983) is een Belgisch Open Vld-politicus uit Vlaanderen.

Jean-Jacques De Gucht
GeborenMünchen, 9 december 1983
Kieskring Oost-Vlaanderen
Regio Vlaanderen
Land België
FunctiePoliticus
Sinds2006
PartijOpen Vld
Functies
2005-2006Politiek secretaris LVSV
2006-2007Vicevoorzitter LVSV
2007-2009Senator
2009-hedenVlaams Parlementslid[1]
2009-2010Gemeenschapssenator
2013-hedenGemeenteraadslid Aalst
2013-2014Gemeenschapssenator
2014-2018Deelstaatsenator
2014-2018Fractievoorzitter Senaat[2]
2019-hedenSchepen Aalst
Website
Portaal    Politiek

Levensloop

Jean-Jacques De Gucht is de zoon van Karel De Gucht, gewezen Open Vld-minister van Buitenlandse Zaken en Europees commissaris voor handel en Mireille Schreurs, politierechter in Aalst. Hij heeft één broer, Frédéric. Hij bracht zijn schoolgaande jeugd door in Aalst, aan het Atheneum en het Lyceum. Hierna studeerde hij culturele agogiek aan de Vrije Universiteit Brussel, waar hij in 2007 afstudeerde. Hier leerde hij ook zijn latere vrouw kennen, met wie hij in 2012 getrouwd is[3] en in 2013 en 2015 een zoon kreeg.[4] In 2017 gingen ze uiteen.[5]

Zijn politieke interesse, en dan vooral zijn geloof in het liberale gedachtegoed, kreeg hij deels van thuis mee. Tijdens zijn studies en zijn engagement in het LVSV gaf hij verder vorm aan zijn invulling van liberalisme. Van 2002 tot 2007 was hij lid van het LVSV Brussel waarbij hij in het academiejaar 2004-2005 het voorzitterschap op zich nam. Aanvullend was hij lid van de overkoepelende structuur, LVSV-nationaal, waar hij politiek secretaris was in 2005-2006 en vicevoorzitter in 2006-2007.

De Gucht stelde zich voor het eerst verkiesbaar bij de lokale verkiezingen van 2006, toen hij opkwam voor de provincieraad van Oost-Vlaanderen voor het kanton Zele. Vanop de laatste, vierde, plaats slaagde hij erin de tweede meeste stemmen te behalen (4148)[6].

Bij de federale verkiezingen van 2007 was hij opnieuw kandidaat. De Gucht kwam op voor de Senaat vanaf de tiende plaats en miste zijn entree in de nationale politiek niet. Hij kreeg 66.942 voorkeurstemmen achter zijn naam, kon de lijstvolgorde doorbreken en raakte rechtstreeks verkozen als senator.[7] Het maakte van hem de jongste senator ooit uit de Belgische geschiedenis.

In de loop van 2008 werd hij aangeduid als algemeen secretaris van de Open Vld en vervolgens als lid van het partijbestuur. In datzelfde jaar, na het beëindigen van zijn studies, keerde hij terug naar Aalst, de stad waar hij zijn middelbareschooltijd had doorlopen, en engageerde zich er in de lokale Open Vld afdeling.

Twee jaar later werd De Gucht door zijn partij gevraagd als lijsttrekker voor de Oost-Vlaamse Open Vld-lijst bij de Vlaamse verkiezingen van 7 juni 2009.[8] De kiezer stuurde hem naar het Vlaams Parlement, een mandaat dat hij vanaf juli 2009 zou combineren met dat van gemeenschapssenator. Na de federale verkiezingen van 2010 liep zijn mandaat als gemeenschapssenator af, maar in januari 2013 zou hij dit opnieuw opnemen nadat partijgenoot Bart Tommelein na de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 schepen werd in Oostende en ontslag nam als gemeenschapssenator.

In 2012 trok De Gucht de Aalsterse lijst bij de gemeenteraadsverkiezingen.[9] Zijn partij eindigde derde en werd niet opgenomen in de coalitie. Als oppositieleider verzette hij zich tegen de zijns inziens spilzucht van de Aalsterse meerderheid[10] en ijverde hij voor een ondernemersvriendelijk investeringsklimaat. Op die manier wilde hij jobs creëren voor de stad Aalst die te kampen had met een hoge werkloosheidsgraad in vergelijking met andere centrumsteden.[11] Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 werd Open VLD opgenomen in de Aalsterse coalitie en werd begin januari 2019 Jean-Jacques De Gucht schepen van de stad.[12]

Bij de verkiezingen van 25 mei 2014 kwam De Gucht opnieuw op voor het Vlaams Parlement. Vanop de derde plaats behaalde hij 25.921 stemmen en werd zo opnieuw verkozen[13]. Daarenboven werd hij begin juli 2014 deelstaatsenator aangeduid vanuit het Vlaams Parlement en voorzitter van de Open Vld-fractie in de hervormde senaat.[14] Hij bleef in de Senaat zetelen tot in december 2018, toen hij ontslag moest nemen om schepen van Aalst te kunnen worden. Bij de Vlaamse verkiezingen van 2019 stond hij op de tweede plaats van de Oost-Vlaamse Open Vld-lijst. Hij werd herkozen met 20.460 voorkeursstemmen.

Parlementair werk

Ethische thema's

De Gucht is vooral gekend omwille van zijn wetgevende initiatieven rond ethische thema's. In binnen- en buitenland verwierf hij bekendheid omwille van zijn inzet voor de uitbreiding van de euthanasiewetgeving[15].

Euthanasie

In zijn pleidooi voor het inherent recht op zelfbeschikking van het individu ijverde De Gucht enerzijds voor meer aandacht voor palliatieve zorgen en anderzijds om een aanpassing van de euthanasiewetgeving. Dit heeft zich onder andere vertaald in verschillende voorstellen om de bestaande euthanasiewetgeving aan te passen. Op deze manier wilde hij naar eigen zeggen de individuele keuzevrijheid ook op het einde van het leven garanderen.[16]

Wilsverklaring en ongeneeslijke en onomkeerbare hersenaandoening

In de huidige Belgische euthanasiewetgeving is de mogelijkheid opgenomen dat een persoon een schriftelijke wilsverklaring neerlegt. De idee erachter is dat de eindelevenswensen van de persoon in kwestie gerespecteerd worden wanneer deze in de onmogelijkheid verkeert om deze zelf te uiten. Bijvoorbeeld omwille van coma ten gevolge van een verkeersongeval. Volgens De Gucht herbergde de wetgeving hieromtrent twee tekortkomingen.

Ten eerste de geldigheid van de wilsverklaring die beperkt is tot vijf jaar. Om de zoveel tijd moet deze dus verlengd worden indien de persoon in kwestie wenst te garanderen dat zijn of haar eindelevenswensen ingewilligd worden. Dit draagt volgens De Gucht het risico in zich dat iemand zijn of haar recht op zelfbeschikking gefnuikt ziet. Bijvoorbeeld wanneer iemand vergeet zijn of haar zelfbeschikking te verlengen. Hij stelde daarom voor dat de persoon die wenst een wilsverklaring neer te leggen, zelf beslist over de geldigheidsduur.[17] Ten tweede de beperkte toepasbaarheid van de wilsbeschikking. Een persoon kan via de wilsbeschikking vragen dat zijn vraag om euthanasie gerespecteerd wordt wanneer deze binnen de wettelijke voorwaarden valt. Een van deze voorwaarden is dat de persoon in kwestie buiten bewustzijn is. De definitie die aan dit buiten bewustzijn wordt gegeven, is een onomkeerbare coma. De Gucht wilde deze enge definitie uitbreiden. Het niet herkennen -omwille van een hersenaandoening- van de omgeving of naasten zou naar zijn mening ook moeten vallen onder de definitie van buiten bewustzijn. Deze aanpassing zou aan een persoon de mogelijkheid bieden in zijn of haar wilsbeschikking welomlijnd aan te geven wat hij of zij ervaart als buiten bewustzijn zijn ten gevolge van een hersenaandoening. Een door hem of haar aangeduide vertrouwenspersoon zou in dat geval toezien op het respecteren van zijn of haar eindelevenswens.[18]

Gewetensclausule en doorverwijsplicht

De Belgische euthanasiewetgeving is er om iemands persoonlijk antwoord op het eindelevensvraagstuk te eerbiedigen. Daarnaast is ze er om artsen juridisch te beschermen wanneer ze een patiënt willen helpen bij dit eindelevensvraagstuk. Volgens De Gucht schoot de wetgeving nog tekort in het eerbiedigen van zowel de rechten van de patiënt als deze van de arts. Deze rechten wilde hij nog sterker verankerd zien in de wetgeving. Ten eerste door de invoering van een doorverwijsplicht. Dit principe zou een arts ertoe verplichten binnen de week te beslissen of hij of zij al dan niet wil ingaan op een vraag om euthanasie van een patiënt. Indien de arts niet bereid is hierop in te gaan, moet hij of zij volgens De Gucht verplicht de patiënt doorsturen naar een arts die hiertoe wel bereid is.[19] Ten tweede door de invoering van een gewetensclausule. In dit document zou een arts kunnen aangeven of hij of zij wil ingaan op een vraag om euthanasie. Op deze manier wilde hij tegemoetkomen aan de keuzevrijheid van de arts. Bovendien zou aan medische instellingen opgelegd worden de keuzevrijheid van de arts, neergeschreven in de gewetensclausule, te respecteren door geen protocollen op basis van hun ideologie op te leggen aan hun artsen.[20]

Euthanasie voor minderjarigen

In 2008 was ook de uitbreiding van de euthanasiewetgeving voor minderjarigen een van de wetsvoorstellen die De Gucht indiende. Zes jaar later, op 28 mei 2014, werd de wet door een wisselmeerderheid goedgekeurd. De Gucht werd dagenlang met argusogen door de nationale en internationale pers gevolgd. Een van de hoogtepunten was zijn interview met journaliste Christiane Amanpour op CNN.[21] Deze uitbreiding van de wetgeving bouwde bijkomende voorwaarden in gezien de uitermate gevoeligheid van het thema. Ten eerste is de wet enkel van toepassing wanneer een minderjarige fysiek ondraaglijk lijdt. Een minderjarige kan in tegenstelling tot een volwassene dus geen verzoek indienen op basis van psychisch lijden. Ten tweede moet de minderjarige ongeneeslijk ziek zijn wat leidt tot het overlijden binnen afzienbare tijd. Voor een volwassene is dit laatste, het terminaal ziek zijn, geen voorwaarde. Ten derde is het noodzakelijk dat een arts die daartoe opgeleid is en die niet de behandelende arts is, nagaat of de minderjarige oordeelsbekwaam is. Hij moet aangeven of de minderjarige zich bewust is van de situatie waarin hij of zij zich bevindt en van de consequenties van zijn of haar vraag om euthanasie. Ten vierde moeten de ouders hun schriftelijk akkoord geven dat ze instemmen met de vraag van hun kind.[22]

Andere ethische thema's

Ook op andere ethische thema's dan dat van euthanasie profileerde De Gucht zich als het geweten van zijn partij. In 2014 werd zijn wetsvoorstel rond meemoederschap goedgekeurd. Sindsdien kunnen zogenaamde meemoeders in een lesbische relatie het kind van hun partner simpelweg erkennen -net als dit het geval is voor een man in een heterorelatie- in plaats van een slopende adoptieprocedure te moeten doorlopen.[23] Andere voorbeelden zijn zijn inzet voor een meer flexibele wetgeving rond ei- en zaadceldonatie die meer keuzevrijheid moest laten aan wensouders, zodat donorkinderen meer informatie kunnen bekomen van hun biologische ouder[24] of de vraag om na te gaan of het niet zinvol is stamceldonatie door homoseksuelen toe te laten.[25]

Onderwijs en cultuur

Naast zijn ethische initiatieven in de Senaat was De Gucht in het Vlaams Parlement onder meer actief in de dossiers cultuur, onderwijs en inburgering. Eén van zijn strijdpunten was bijvoorbeeld om het voor de culturele sector makkelijker te maken geld op te halen op de markt. Zo ijverde hij voor de uitbreiding van de tax shelter.[26] Om de radicalisering in de samenleving tegen te gaan opperde hij de mogelijkheid om migranten van buiten de EU, die ook in België de functie van hoofd van eredienst, zoals imams, willen opnemen, een theologische inburgeringscursus te laten volgen.[27]

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.