Japanse bezetting van Korea

De bezetting van Korea is de periode waarin het keizerrijk Japan Korea bezet hield, dit was tussen 1910 en 1945. Korea werd in 1910 door Japan geannexeerd. Tot 15 augustus 1945, toen met de capitulatie van Japan een eind kwam aan de Tweede Wereldoorlog, bleef Korea vervolgens een kolonie van Japan.

Japanse bezetting van Korea
Deel van het Keizerrijk Japan
  1910  1945  
 
Kaart
Algemene gegevens
HoofdstadKeijō
Oppervlakte219 814 km²
TalenKoreaans, Japans
Munteenheidyen
Regering
RegeringsvormMonarchie
StaatshoofdKeizer van Japan
Plv. staatshoofdGouverneur-Generaal

Voorgeschiedenis

Redenen van kolonisatie

Japan, dat door zijn jarenlange isolatie van de rest van de wereld een soort van buitenstaander was geworden, kwam in de 19de eeuw tot de conclusie dat het Westen steeds meer en meer aan macht won in Azië door zijn imperialistische politiek. Zelf begon Japan hierdoor vrij angstig te staan tegenover het westerse imperialisme. Als reactie hierop liet Japan zijn macht gelden in Azië. Vele gebieden kwamen onder Japans bewind. Hiermee werd gepoogd de nationale soevereiniteit in stand te houden en een defensieve kring op te bouwen rond Japan.

De moord op keizerin Myung Sung (明成皇后)

Keizerin Myung Sung, ook wel Queen Min genoemd, was de Koreaanse keizerin op het einde van de 19de eeuw. Ze slaagde erin om Korea uit de handen te houden van Japan door de hulp in te roepen van keizerrijk Rusland en Chinese keizerrijk onder de Qing-dynastie. In 1895 werd ze vermoord, op bevel van de Japanse minister Miura Goro (三浦梧楼).

De eerste Chinees-Japanse oorlog

Van 1894 tot 1895 voerden de Chinezen en de Japanners de Eerste Chinees-Japanse Oorlog, waarbij het twistpunt de macht over Korea was. Japan vreesde een uitbreiding van het Russische rijk en zocht bondgenoten die op dezelfde lijn lagen met de Meiji-ideologie en die zich in de directe omgeving bevonden. Korea wenste echter niets te maken te hebben met Japan. Het wilde alleen zijn banden met China onderhouden, terwijl deze laatste niet bereid was zijn vazallenstaat op te geven. In die tijd was in Korea de laatste dynastie aan de macht, de Joseon-dynastie (조선왕조,朝鮮王朝). Japan won de strijd van China en kon hierdoor als overwinnaar een aantal gunstige eisen afdwingen in het op 17 april 1895 ondertekende verdrag van Shimonoseki. In dit verdrag erkende China Korea als een onafhankelijke staat en deed China afstand van alle eventuele rechten erop.

De Russisch-Japanse oorlog

Met de Russisch-Japanse Oorlog, die duurde van 1904 tot 1905 en die weer door Japan gewonnen werd, kon alle Russische invloed uit Korea verdreven worden. Niet veel later volgde het Taft-Katsura akkoord, tussen de Verenigde Staten en Japan, waarbij aan Japan vrij spel in Korea gegeven werd terwijl Japan zich niet zou moeien met de Amerikaanse Filipijnen. In een toespraak verklaarde de toenmalige Amerikaanse president Theodore Roosevelt:

"To be sure, by treaty it was solemnly covenanted that Korea should remain independent. But Korea itself was helpless to enforce the treaty, and it was out of the question to suppose that any other nation, with no interests of its own at stake, would do for the Koreans what they were utterly unable to do for themselves... Korea has shown its utter inability to stand by itself."

Annexatie van Korea (1910)

Met het annexatieverdrag, dat afgesloten werd in augustus, werd de heerschappij door Japan een feit. Het annexatieverdrag werd ondertekend en opgesteld door Terauchi Masatake en eerste minister Lee Wan Yong. Het verdrag bevatte acht artikelen:

  1. De Keizer van Korea zal op permanente basis afstand doen van alle soevereiniteitsrechten die hij heeft over Korea als geheel.
  2. De Keizer van Japan aanvaardt deze afgestane rechten en zal van de annexatie van Korea onder leiding van het keizerrijk Japan een feit maken.
  3. De Japanse keizer zal ervoor zorgen dat de vroegere leiders van Korea, indien waardig genoeg, hun titels kunnen behouden.
  4. De Japanse keizer zal de leden van het Koreaanse vorstenhuis en zijn erfgenamen op een waardige manier eren en zijn gebruiken in stand houden. De nodige financiële middelen om dit te doen zullen hiervoor aangewend worden.
  5. De keizer van Japan zal aan de Koreanen die het waard zijn (bv. door een dienst naar de gemeenschap toe), een geldsom en opname in de hogere klasse toekennen.
  6. De Japanse regering zal de gehele regering en administratie van Korea onder haar hoede nemen, en zal de burgers die volgens de gestelde wetten leven volle bescherming bieden, en hiermee de welvaart van deze Koreanen bevorderen.
  7. De Japanse regering zal met plezier de Koreanen die capabel genoeg zijn en het nieuwe regime trouw aanvaarden, werkgelegenheid bieden bij de ambtelijke dienst van Japan in Korea.
  8. Dit document, goedgekeurd door de Japanse en Koreaanse mogendheden, zal vanaf zijn afkondiging geldig zijn.

Japanse heerschappij

Militair

Koreaanse vrijwilligers in Japanse dienst, 1943

Toen Japan de volledige macht had over de Koreaanse regering en militie, richtte het een gendarmerie op waar zowel Japanners als Koreanen lid van konden worden. Toch was de nood aan deze militie niet zo groot, tot de 1 maart-Beweging. Op deze dag in 1919 begaven zo'n miljoen Koreanen zich de straat op om te protesteren tegen de Japanse heerschappij en om hun onafhankelijkheid te eisen. Deze betoging dwong de Japanse regering om haar beleid van opgedrongen japanisering te versoepelen. Desondanks betekende de betoging ook dat de gendarmerie echt in werking werd gezet, en zij kregen de toestemming om zonder huiszoekingsbevel willekeurig huizen binnen te gaan en te zoeken naar bezwarende zaken tegen het Japanse beleid. Toen Japan in 1941, door de aanval op Pearl Harbor, rechtstreeks betrokken raakte in de Tweede Wereldoorlog, begon het met het verzamelen van troepen. Vele Koreaanse mannen werden opgeroepen om zich of bij het Keizerlijke leger te vervoegen, of om te werken in de militaire industriële sector. Zo'n 18.000 Koreaanse mannen ondergingen de testen om toegelaten te worden in het leger maar in 1944 werd geteld dat er zo'n 20.000 het leger waren ingegaan. In totaal waren er zo'n 242.341 Koreaanse werklieden gedurende de oorlog, en zo'n 22.182 stierven.

Cultureel

Naamsverandering

In 1939 werd het Koreaanse volk door de koloniale autoriteiten onder druk gezet om hun eigen Koreaanse naam om te zetten in een Japanse. Meer dan 80% van de bevolking heeft dit inderdaad gedaan.

Troostmeisjes

Vanwege de aanwezigheid van vele Japanse soldaten in Korea (en andere bezette gebieden) werd het principe van troostmeisjes ingevoerd. In Korea werden duizenden jonge vrouwen gedwongen om het troostmeisje te zijn van een Japanse soldaat, iets wat in de praktijk ook even goed een seksslaaf kon worden genoemd.

Onderwijs

Japan geloofde sterk in de gedachte dat goed onderwijs voor eenheid bij het volk zou zorgen, en dat het Koreaanse volk zich zo achter zijn beleid zou kunnen scharen. Daarom werden nieuwe scholen opgericht, waarin werd lesgegeven in een optimale sfeer. Een van de struikelblokken was echter dat er enkel en alleen lesgegeven werd in het Japans (en ook wat klassiek Chinees), en dat hiermee de Koreaanse taal verdrongen werd. Koreaanse taal- en geschiedenislessen waren strikt verboden. Dit was een stap naar de poging om de gehele Koreaanse cultuur te verdringen, en om van Korea een soort tweede Japan te maken.

Taal

In de jaren 30 begon de Japanse regering zich bezig te houden met de Koreaanse taal. In Seoel werden maatregelen genomen ter onderdrukking van het Koreaans, wat uiteindelijk zou leiden tot een verbod op het gebruik van deze taal in alle media.

Media

Japan ging heel ver in het verdringen van de Koreaanse cultuur. In kranten en op de radio's mocht de Koreaanse taal niet gebruikt worden, op straffe van verbanning. In de plaats van het Koreaans moesten kranten en radio's in het Japans hun informatie aan het volk verschaffen. Vele Koreaanse monumenten werden verwoest en vroegere Koreaanse oorlogshelden geridiculiseerd. Dit alles zou uiteindelijk slechts leiden tot de heropflakkering van het Koreaans nationalisme. Ook leidde het juist tot de hergeboorte van de Koreaanse taal, daar men het Japans steeds meer wilde vermijden, en dieper in begon te gaan in het Koreaanse schrift, hangul genaamd.

Economisch

De eerste jaren van de bezetting werden vooral gewijd aan het uitbreiden en verbeteren van de landbouwsector. Door middel van irrigatie, regenbekkens en pesticidengebruik slaagden de Japanners erin om de Koreaanse landbouw een grote duw in de rug te geven, wat leidde tot een grotere productie van rijst en andere graansoorten. De rijstproductie steeg met 33%, waarvan de helft naar Japan geëxporteerd werd, iets dat Japan zeer goed uitkwam toen in 1918 de voedselrellen uitbraken. Veel voedsel werd op een goedkope manier naar Japan geëxporteerd in tijden van nood en tegen lage prijzen.

Industrie

Japan introduceerde een groot aantal nieuwe technologieën in Korea. Zo werd de gehele infrastructuur verbeterd; er werden betere wegen en spoorwegen aangelegd en de havenstructuren werden volledig vernieuwd. Ook nieuwe communicatiesystemen werden geïntroduceerd. Al deze elementen zorgden voor een snelle groei van de Koreaanse handel, zowel op nationaal als op internationaal vlak. Ook werd er iets gedaan aan hygiëne en gezondheidszorg. Nieuwe medicijnen werden geïmporteerd, en ziekenhuizen werden in een snel tempo opgericht, hetgeen zorgde voor een daling van het sterftecijfer en een bevolkingsgroei. Gedurende elk jaar van de Japanse bezetting groeide het bevolkingsaantal met zo'n 1,4%.

Politiek

Uit het annexatieverdrag kan men al opmerken dat er geen enkele regel was in verband met stemrecht/plicht. Dit kwam doordat iedere inwoner van Korea, ongeacht zijn etniciteit, geen enkel stemrecht had. Er was ook geen enkele Koreaan te vinden in het Hogerhuis te Tokio, noch in het Lagerhuis. Dit bleef ook zo tot 1945, tot het Naisen Ittai, een soort van laat integratieproces, waarbij Japan besloot om 10 Koreaanse vertegenwoordigers toe te laten in het Hogerhuis en 16 in het Lagerhuis. Toch werd dit nooit uitgevoerd in de praktijk daar iets later in dat jaar de Tweede Wereldoorlog eindigde en Japan zich overgaf.

Het einde van de bezetting

Het strijken van de Japanse vlag op 9 september 1945 voor de residentie van de gouverneur-generaal in Seoel.

Op 15 augustus 1945 gaf Japan zich over aan de geallieerden, waarmee in Korea een bezettingsperiode van 35 jaar ten einde kwam. In september van hetzelfde jaar arriveerden er Amerikaanse troepen. Tijdens een vergadering in de VS werd er besloten om Korea in twee te delen naargelang de machtssfeer. Zuid-Korea kwam onder de VS te staan, terwijl Noord-Korea onder het communistische Sovjet-Unie kwam te vallen.

In 1950 viel Noord-Korea de Zuiderbuur aan, waarmee een nieuwe, drie jaar durende oorlog ontstond: de Koreaanse Oorlog.

Excuses

In 1965 normaliseerden Japan en Zuid-Korea hun betrekkingen. De regering in Tokio breidde haar omvangrijke economische hulp aan Zuid-Korea daarbij uit. Van excuses die als gemeend werden beschouwd kwam het echter door de jaren heen niet. Tot in 2010; in augustus dat jaar uitte de centrumlinkse premier Naoto Kan zijn 'diepe berouw' over het leed dat Japanners in Korea hadden veroorzaakt door de jarenlange bezetting. "Voor de enorme schade en het leed, veroorzaakt door deze kolonisatie, wil ik opnieuw onze diepe spijt en onze oprechte excuses aanbieden", verklaarde hij. Ook kondigde hij de teruggave van geroofde kunstwerken aan. De excuses werden door Zuid-Korea aanvaard, Noord-Korea gaf geen commentaar. Een vertegenwoordigster van organisaties van troostmeisjes zei: „Kan heeft het over excuses en berouw, maar dat zijn slechts woorden”.[1]

Bibliografie

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.