Jan Philip van Thielen
Jan Philip van Thielen (alternatieve familienamen van Thielen Rigouldts, van Thielen van Cauwenbergh, van Thielen van Couwenberghe en Van Thielen Heere Van CouwenBerche) (Mechelen, er gedoopt in de parochie Sint-Rombouts 1 april 1618 – Booischot, 1667) was een Zuid-Nederlands kunstschilder uit de baroktijd die gespecialiseerd was in stillevens met bloemen.
Jan Philip van Thielen
| ||||
Jan Philip van Thielen in Het Gulden Cabinet p 345 | ||||
Persoonsgegevens | ||||
Geboren | 1618 | |||
Overleden | 1667 | |||
Nationaliteit | Vlaams | |||
Beroep(en) | Kunstenaar | |||
Oriënterende gegevens | ||||
Stijl(en) | Barok | |||
RKD-profiel | ||||
|
Vroege leven
Van Thielen kwam uit de adel en kreeg de titel van Heer van Cauwenbergh, hij was het elfde en laatste kind van Librecht van Thielen en Anneken Rigaults (ook: Rigouldts). In 1631 of 1632 ging hij in Antwerpen in de leer bij (zijn latere zwager) de historieschilder Theodoor Rombouts. In 1641 werd hij de enige leerlng van de vooraanstaande bloemschilder Daniel Seghers. Hij huwde omstreeks 1640 Françoise van Hemelaer, ze hadden negen kinderen. Hij was door zijn huwelijk zwager van Theodoor Rombouts en Erasmus Quellinus II.[1] Van Thielen werd een meester van het Antwerpse Sint-Lucasgilde in 1642. Hij was actief in Antwerpen van 1631 tot 1659 en daarna in Mechelen waar hij in 1660 vrijmeester werd van het plaatselijke Sint-Lucasgilde.
Volgens de Nederlandse biograaf Arnold Houbraken was zijn reputatie zodanig dat hij de patronage van het Spaanse hof genoot.[2]
Drie van zijn dochters gingen bij hem in de leer en werden ook bloemschilders: Anna (1641-na 1662), Francisca-Catherina (1645-na 1662) en Maria Theresia Van Thielen (1640-1706). N. Bainville was ook een leerling van hem.[1]
Werk
Hij schilderde zowel guirlandes als bloemstillevens gedateerd tussen 1645 en 1667.[1] Hij produceerde enkele tientallen schilderijen in samenwerking met andere kunstenaars, waarbij hij de guirlandes schilderde rond de portretten of andere afbeeldingen die de andere kunstenaars hadden geschilderd. Dit was een gangbare manier van werken in die tijd waar veel kunstenaars gespecialiseerd waren in een bepaald aspect of genre van de schilderkunst. Zijn medewerkers waren onder meer zijn zwager Erasmus Quellinus II, Frans Francken (II), Cornelis Schut en Cornelis van Poelenburch. Zijn stijl was minder spontaan dan die van Seghers en hij schilderde elke bloem individueel staande in plaats van ze te laten opgaan in het geheel.[3]
Zijn schilderijen zijn over het algemeen gesigneerd: met I. P. Van Thielen. Rigouldts (naar zijn moeder) in de jaren 1640, I. P. Van Thielen na 1650, and I. P. Van Thielen Heere Van CouwenBerche op latere werken in de jaren 1660 nadat hij de titel Heer van Couwenberg had aangenomen.[3]
Wetenswaardigheden
Een aan Thielen toegeschreven werk, dat geveild was door het gerenommeerde veilinghuis Christie's bleek een moderne vervalsing te zijn. De koper van het doek kreeg zijn geld terug.[4]
Externe links
Bronnen, noten en/of referenties
|
Zie de categorie Jan Philip van Thielen van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |