Hertogdom Teschen

Teschen (Pools: Cieszyn, Tsjechisch: Těšín) is een voormalig hertogdom in Silezië, dat bestond van 1281 tot 1918, eerst onder de heerschappij van de Poolse Piasten, vanaf 1348 in het Heilige Roomse Rijk, en ten slotte deel van Oostenrijk-Hongarije.

Księstwo Cieszyńskie
Těšínské knížectví
Herzogtum Teschen
Ducatus Tessinensis
Onderdeel van het Heilige Roomse Rijk (1348-1653)

Onderdeel van Oostenrijk-Hongarije (1653-1918)

  1281  1918  
 
Kaart
1880
Algemene gegevens
HoofdstadCieszyn
TalenPools, Tsjechisch, Duits, Latijn
Hertogdom Teschen 1746
Cieszyn (links) en Český Těšín 2005
Zegel van de eerste hertog Mieszko I van Teschen uit 1288
Wapen van de Piasten van Teschen

Verdeling in de 20e eeuw

Het gebied is sinds 1918 verdeeld tussen Polen en Tsjecho-Slowakije resp. Tsjechië. Dat geldt ook voor de gelijknamige stad. De staatsgrens is de rivier de Olza (Tsjechisch: Olše), die nu Pools Cieszyn scheidt van Tsjechisch Český Těšín. De stad ligt midden in de vierhoek Ostrava - Katowice - Bielsko-Biała - Žilina.

Teschen behoorde tot Oostenrijks-Silezië. De stad telde in 1900 19.142 inwoners, waarvan 52% Duitsers (incl. joden), 43% Polen en 5% Tsjechen. Voor het hertogdom waren de verhoudingen respectievelijk 18%, 55% en 27%.

De twee nieuwe landen die in 1918 op het grondgebied van het verslagen Oostenrijk ontstonden, Polen en Tsjecho-Slowakije (toen nog zo gespeld), trokken op 5 november 1918 een voorlopige onderlinge grens langs de Olza, maar bleven het oneens over het westelijke deel van het vroegere hertogdom. Beide landen hadden historische aanspraken op het gebied, dat van belang was door zijn mijnbouw en staalindustrie. Voor Tsjecho-Slowakije was bovendien van groot belang dat de enige spoorwegverbinding tussen Slowakije en de rest van het land erdoorheen liep. Voor Polen woog het feit dat de bevolking van het gebied overwegend Pools was het zwaarst. Teschen was niet het enige omstreden grensgebied tussen de twee landen (ook over de oostelijker gelegen gebieden Zips en Orava was onenigheid), maar wel het belangrijkste.

Tussen 23 januari en 5 februari 1919 vochten de twee landen een grensoorlog uit, die geen beslissing bracht. De aansluitende vredesonderhandelingen, die in juli in Kraków werden gehouden, strandden, omdat de Tsjecho-Slowaken weigerden de status van het gebied te onderwerpen aan een referendum, zoals de Polen eisten. Ook de vredesconferentie van Parijs drong op zo'n referendum aan. De positie van de Polen verzwakte echter in de loop van 1920, toen dat land een veel grootschaliger grensoorlog uitvocht met de Sovjet-Unie en belang had bij een compromis met de zuiderburen. De kwestie kwam aan de orde op de Conferentie van Spa: de geallieerden hakten daar op 28 juli 1920 de knoop door en legden de grens van 1918 bindend vast, zonder referendum. Het door 100.000 à 140.000 Polen bewoonde deel ten westen van de Olza, dat in het Pools Zaolzie ("Trans-Olzië") wordt genoemd, bleef daarmee Tsjecho-Slowaaks.

Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog was de positie van Tsjecho-Slowakije inmiddels door toedoen van Duitsland zo verzwakt, dat het in het Verdrag van München (1938) verschillende door minderheden bewoonde gebieden aan buurlanden moest afstaan. Dat gold niet alleen voor het Sudetenland, maar ook voor Teschen, dat aan Polen werd beloofd en op 2 oktober daadwerkelijk door Polen werd ingelijfd. Na de Tweede Wereldoorlog werden de grenzen van Spa echter weer hersteld. Aan de kwestie kwam op 2 juni 1958 definitief een einde, toen Polen en Tsjecho-Slowakije, inmiddels allebei volksrepublieken, een grensverdrag tekenden.

van - tot Hertog van Teschen (Piasten) bijzonderheden
1290–1315 Mieszko I van Teschen
1315–1358 Casimir I van Teschen
1358–1410 Przemyslaw I Noszak
1410–1431 Bolesław I van Teschen
1431–1442 Eufemia, weduwe
Wenceslaus I van Teschen, zoon
Wladislaus van Glogau, zoon
Przemyslaw II van Teschen, zoon
Boleslaw II van Teschen
weduwe van Bolesław I en zijn zonen
1442–1452 Przemyslaw II van Teschen + Boleslaw II van Teschen zonen van Bolesław I
1452–1477 Przemyslaw II van Teschen zoon van Bolesław I van Teschen
1477–1528 Casimir II van Teschen zoon van Boleslaw II van Teschen
1477–1507 Frederik van Teschen zoon van Casimir II van Teschen
niet regerend hertog, overleden 1507
1518–1524 Wenceslaus II van Teschen zoon van Casimir II van Teschen
mederegerend hertog, overleden 1524
1528–1579 Wenceslaus III Adam van Teschen zoon van Wenceslaus II van Teschen
1560–1571 Frederik Casimir (Teschen) zoon van Wenceslaus III
1579–1617 Adam Wenceslaus van Teschen zoon van Wenceslaus III
1617–1625 Frederik Willem van Teschen zoon van Adam Wenceslaus van Teschen
1625–1653 Elisabeth Lucretia van Teschen dochter van Adam Wenceslaus van Teschen
van - tot Hertog van Teschen (Habsburgers) bijzonderheden
1653–1654 Ferdinand IV van Hongarije leengoed terug naar Habsburgers
1654–1657 Ferdinand III vader van Ferdinand IV
1657–1705 Leopold I zoon van Ferdinand III
1705–1711 Jozef I zoon van Leopold I
1711–1722 Karel VI zoon van Leopold I
1722–1729 Leopold van Lotharingen neef van Leopold I
van - tot Hertog van Teschen (Huis Habsburg-Lotharingen) bijzonderheden
1729–1765 Frans I Stefan schoonzoon van Karel VI
1765–1766 Jozef II zoon van Frans I Stefanus
van - tot Hertog van Teschen (Huis Wettin) bijzonderheden
1766–1822 Albert Casimir uit de nalatenschap van zijn schoonvader
Frans I Stefan
van - tot Hertog van Teschen (Huis Habsburg-Lotharingen) bijzonderheden
1822–1847 Karel van Oostenrijk-Teschen neef en adoptiefzoon van Albert Casimir
1847–1895 Albrecht van Oostenrijk-Teschen zoon
1895–1918 Frederik van Oostenrijk neef (adel afgeschaft)
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.