Hermann Priess

Hermann August Fredrich Priess (Marnitz, 24 mei 1901 - Ahrensburg, 24 februari 1985) was een Duitse officier en SS-Gruppenführer en Generalleutnant in de Waffen-SS gedurende de Tweede Wereldoorlog en een veroordeelde oorlogsmisdadiger.

Hermann Priess
Brigadeführer Hermann Priess tijdens operatie Barbarossa, 1943.
Geboren24 mei 1901
Marnitz, Mecklenburg-Voor-Pommeren, Duitse Keizerrijk
Overleden24 februari 1985
Ahrensburg, Sleeswijk-Holstein, West-Duitsland
RustplaatsAhrensburg Friedhof, Großhansdorf, Kreis Stormarn, Sleeswijk-Holstein, West-Duitsland[1][2]
Land/zijde Duitse Rijk
Weimarrepubliek
 Nazi-Duitsland
Flensburgregering
 Duitsland
 West-Duitsland
Onderdeel Deutsches Heer
Reichswehr
Schutzstaffel
Dienstjaren1919 - 1945
Rang
SS-Gruppenführer en Generalleutnant in de Waffen-SS
EenheidCavalerie[3]
5. Eskadron
18. Dragonerregiment
2. Eskadron
14. Reiterregiment
SS-Verfügungstruppe
Führerreserve
20 juni 1944 -
10 augustus 1944
Bevel13. Kompanie der SS-Standarte "Germania"
3. SS-Panzer-Division Totenkopf
26 februari 1943 –
21 juni 1944
XIII SS-Armeekorps
7 augustus 1944 –
24 oktober 1944
I.SS-Panzerkorps
30 oktober 1944 –
8 mei 1945
Slagen/oorlogenEstische Onafhankelijkheidsoorlog

Tweede Wereldoorlog

Onderscheidingenzie onderscheidingen
Portaal    Tweede Wereldoorlog

Leven

Priess werd op 24 mei 1901 in Marnitz geboren. Hij was de zoon van Ernst Priess een slager uit Mecklenburg en zijn vrouw Dorothea Thiede (Marnitz/Mecklenburg). Priess zat op de basisschool en hielp zijn vader in de slagerij. Hij ging in 1916 als hulpkracht voor een jaar in een postkantoor in zijn woonplaats werkte. Blijkbaar verveeld door het gezwoeg en waarschijnlijk gestimuleerd door verhalen van Eerste Wereldoorlog heldenmoed, meldde hij zich als 17-jarige vrijwilliger voor de Deutsches Heer in januari 1919.[3] De Deutsches Heer werd omgevormd in de Reichswehr in de Weimarrepubliek. Ten gevolge van het Verdrag van Versailles, werd zijn regiment ontbonden. Priess werd lid van het vrijkorps von Brandis en vocht in de Estische Onafhankelijkheidsoorlog in het Balticum. Hij nam deel aan de verovering van Riga, en raakte in mei 1919 gewond[3]. In 1920 keerde hij terug in het leger en diende er 12 jaar, en werd in juni 1931 uit de Deutsches Heer ontslagen.

Op 24 oktober 1944 volgde Priess Georg Keppler op als commandant van het I.SS-Panzerkorps. Hij leidde deze formatie, als onderdeel van het 6. Panzer-Armee tijdens de Slag om de Ardennen, wat in een fiasco uitliep. De doelstellingen van het offensief was om de Britse en Amerikaanse linies in tweeën te splitsen, zodat de Duitsers de geallieerden konden omsingelen en 4 geallieerden legers konden vernietigen, dit zou de geallieerden dwingen om te onderhandelen over een vredesverdrag met de Asmogendheden.

Na het Ardennenoffensief, werd het 6. SS-Panzerarmee verplaatst naar Hongarije, waar het vocht tegen het oprukkende Rode Leger. Begin februari 1945 arriveerde het I.SS-Panzerkorps in Hongarije. Daar concentreerde Priess zijn strijdkrachten, voor de aanval op het bruggenhoofd Hron (Gran)[4], waar inmiddels een sterke positie door de Russen opgebouwd was over de Donau bij de stad Esztergom, deze zou aan het eind van februari vernietigd zijn. Hij gaf leiding aan het I.SS-Panzerkorps tijdens de Operatie Frühlingserwachen, het laatste grootte Duitse offensief van de Tweede Wereldoorlog. Deze aanval centreerde zich rond het Balatonmeer gebied, en begon op 6 maart 1945 en eindigde met een Duitse nederlaag op 16 maart 1945.

Oorlogsmisdrijven en veroordeling

Gedaagden Fritz Kraemer (nr. 33), Hermann Priess (nr. 45) en Joachim Peiper luisteren naar de slotverklaring van Colonel William Everett.

In mei 1945 gaf Priess zich aan de United States Army over. Hij ging werkte voor het US Army Historical Division in kamp King. Van mei tot juli 1946 was hij een van de 73 gedaagden in het Dachauprocessen die in Dachau gehouden werden. Samen met Josef Dietrich, Joachim Peiper en andere, werd Priess beschuldigd van het vermoorden van 300 geallieerde krijgsgevangenen en 100 Belgische burgers tussen 16 december 1944 en 13 januari 1945.

Op 13 juli werd Priess veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf. In oktober 1954 werd hij vrijgelaten voordat hij zijn volledige straf in de gevangenis van Landsberg uitgezeten had. Priess overleed in 1985.

Familie

Priess was getrouwd met Hildegard[2] Schmidt (geboren 22 april 1913). Het echtpaar kreeg drie kinderen (27 november 1937, 21 april 1939).

Militaire carrière

Opmerking:

Priess wordt militair-historisch als SS-Obergruppenführer[7][8][9] vermeld, maar voor deze bevordering is geen bewijs. Maar het interessant is, dat op zijn grafsteen op het Alten Friedhof in Ahrensburg geschreven General a. D. staat[2] in plaats van Generalleutnant a. D., dit zou een aanwijzing voor een generaal der wapenvak kunnen zijn. Zijn tegenhanger bij de Waffen-SS was een SS-Obergruppenführer. Of Priess mogelijk toch nog bevorderd is in april 1945 is onbekend.

Lidmaatschapsnummers

  • NSDAP-nr.: 1 472 296[5] (lid geworden maart 1933)[3]
  • SS-nr.: 113 258[5] (lid geworden maart 1933)[3]

Onderscheidingen

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.