Hajo Albertus Spandaw

Hajo Albertus Spandaw[1] (Vries, 23 oktober 1777 - Groningen, 28 oktober 1855) was een Nederlands dichter en bestuurder.

Hajo Albertus Spandaw
Algemene informatie
Volledige naamHajo Albertus Spandaw
Geboren23 oktober 1777
Overleden28 oktober 1855
TitulatuurMr.
Politieke functies
1820-1826Lid Provinciale Staten van Groningen
1820-1826Lid Gedeputeerde Staten van Groningen
1840Buitengewoon lid Tweede Kamer der Staten-Generaal
Parlement.com (biografische informatie)
Portaal    Politiek
Nederland

Biografie

Spandaw was een zoon van de predikant Georg Jan Spandaw en Sara Anna Hardering Tideman. Hij was gehuwd met Henrica Woortman, dochter van Pieter Woortman en Eva Takens uit Groningen.

Spandaw werd ingeschreven aan de Hogeschool van Groningen op 1 april 1795. Hij promoveerde op 9 februari 1799 tot doctor in de rechten. Van 1803-1812 was hij secretaris van de Oldambten in Zuidbroek. In 1814 weigerde hij een benoeming tot hoogleraar in de Nederlandse taal en letterkunde aan de Hogeschool van Groningen[2]. Hij zat in de Provinciale Staten van Groningen voor de "landelijke stand" van 1820-1826. In deze periode was hij tevens gedeputeerde van Groningen. Na zijn bestuursfunctie werd hij griffier van deze Staten. In 1840 was hij buitengewoon lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor de provincie Groningen. In 1846 werd hij raadsheer van het Provinciaal Gerechtshof van Groningen in Groningen.

Spandaw was ook dichter. Hij werd onder andere bekend met De Vrouwen: dichtstuk in vier zangen (1807). Hij was een veelgevraagd redenaar. In 1827 hield hij een lofrede bij de onthulling van het eerste monument ter nagedachtenis van Graaf Adolf van Nassau, die in 1568 was gevallen in de slag bij Heiligerlee. Hij hield in 1850 de inwijdingsrede bij de opening van het nieuwe Academiegebouw in Groningen. In 1851 presenteerde hij Mijn afscheid als dichter. In 1857 werden zijn verzamelde gedichten in vier delen postuum als vierde druk uitgebracht.

Spandaw overleed in oktober 1855 op 78-jarige leeftijd in zijn huis aan het Martinikerkhof in Groningen[2]. Hij was ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en commandeur in de Orde van de Eikenkroon. Zijn schoonzoon mr. B.W.A.E. baron Sloet tot Oldhuis, getrouwd met zijn dochter Alida Maria, was net als zijn schoonvader in 1840 buitengewoon lid van de Tweede Kamer in de jaren 1840 en 1848. Deze schoonzoon was van 1849 tot 1860 ook gewoon Tweede Kamerlid. Een ander schoonzoon, getrouwd met zijn dochter Sara Anna Cornelia was Herman Johan Engelkens, burgemeester van Winschoten en van 1849 tot 1850 lid van de Eerste Kamer.

Bibliografie

  • Vriendschap en Liefde, toneelspel, Groningen, 1800
  • Gedichten en redevoeringen, uitg. Uylenbroek, Amsterdam, 1803
  • De vrouwen: dichtstuk, in vier zangen, uitg. W. Wouters/J.F. Nieman, Groningen/Amsterdam, 1807 (2e druk 1819)
  • Poëzij van Mr. H. A. Spandaw, uitg. W. Wouters, Groningen, 1809
  • Nederlands verlossing: dichterlijke uitboezeming, uitg. W. Wouters, Groningen, 1813
  • Nederlands behoud, in 1815, uitg. W. Wouters, Groningen, 1815
  • Vaderlandsche poëzij en liederen van Mr. H.A. Spandaw, uitg. Oomkens, Groningen, 1817
  • Verhandeling over de herkomst en den ouderdom der houten brug, liggende in de moerassen tusschen, Drenthe en Westerwolde, uitg. Ter Algemeene 's Lands Drukkerij, Den Haag, 1821
  • Lofrede op Willem den Eersten, prins van Oranje, uitg. Oomkens, Groningen, 1821
  • Hulde aan de nagedachtenis van Graaf Adolf van Nassau, uitg. Oomkens, Groningen, 1827 (samen met Marcus Jan Adriani)
  • Afscheidslied voor de Groningsche en Franeker studenten, uitg. Oomkens, Groningen, 1830
  • Krijgslied, 1830
  • By het plegtig herdenken van onzen akademietyd, uitg. Oomkens, Groningen, 1830/1844
  • Les femmes: poème en IV chants, uitg. Bury-Lefebvre, Maastricht, 1833
  • Vrouwelijk schoon, uitg. Oomkens, Groningen, 1835
  • Gedichten van Mr. H. A. Spandaw, uitg. Oomkens, Groningen, 1836-1838 (de vierde druk van deze werken verscheen in 1857 bij C. van der Post, Utrecht)
    • I. Lier-en Mengelgedichten - Erotische poëzij - Romancen
    • II. Luimige gedichten - Gelegenheidsgedichten - Korte dichtstukken, Bijschriften en puntgedichten - Vaderlandsche poëzij
    • III. Lof-en leergedichten - Vertalingen en navolgingen
    • IV. Zededichten en huiselijke poëzij - Vaderlandsche poëzij
  • De invloed des gevoels op den geest en de verstandelijke vermogens, uitg. Oomkens, Groningen, 1842
  • Tammo Sypkens, tot aandenken voor zijne vrienden geschetst, uitg. Van Boekeren, Groningen, 1843
  • Gedichten van Mr. H. A. Spandaw, uitg. C. van der Post jr., Utrecht, 1846
  • Nieuwe en verspreide poëzij van Mr. H. A. Spandaw, uitg. Van Boekeren/C v.d. Post, Groningen/Utrecht, 1847
  • Gedichten, uitg. C. van der Post, Utrecht, 1847
  • Dichtregelen bij de inwijding van het nieuwe Akademiegebouw te Groningen op den 25 september 1850, uitg. Van Boekeren, Groningen, 1850
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.