Bartholomeus Sloet tot Oldhuis

Bartholomeus Willem Anne Elisa (Bart) baron Sloet tot Oldhuis (Huize de Beele, Voorst, 12 oktober 1807 - Zwolle, 16 juni 1884) was een Nederlands econoom, jurist en liberaal politicus en Thorbeckiaans Tweede Kamerlid.[1][2]

Bartholomeus Sloet tot Oldhuis
Volledige naamBartholomeus Willem Anne Elise Sloet tot Oldhuis
GeborenHuize de Beele, Voorst, 12 oktober 1807
OverledenZwolle, 16 juni 1884
Partijliberaal (Thorbeckiaan)
ReligieNederlands Hervormd
TitulatuurMr. baron
Functies
1832-1838burgemeester en gemeentesecertaris van Hengelo
1840;
1848
buitengewoon lid Tweede Kamer der Staten-Generaal
?lid stedelijke raad van Zwolle
1843-1877president Arrondissementsrechtbank te Zwolle
juli-sept 1848lid Provinciale Staten van Overijssel
1849-1860lid Tweede Kamer der Staten-Generaal
Website
Portaal    Politiek

Levensloop

Sloet tot Oldhuis volgde middelbaar onderwijs aan het Instituut Van Kinsbergen, een kostschool in Elburg. In deze tijd vormde zich zijn uitgestrekte belangstelling en maakte hij kennis met onder andere de latere dichter Joost Hendrik Burlage. Van 1824 tot 1830 studeerde hij rechten aan de Universiteit Utrecht. Hij promoveerde hier met het proefschrift "Dissertatio philosophico-juridica inauguralis sistens animadversiones nonnulae de natura civitatis", een filosofisch-juridisch betoog over het wezen van de staat.[3]

In 1830 ging hij met zijn broer Ludolf Anne Jan Wilt Sloet van de Beele in dienst in het leger en nam onder andere deel aan de Tiendaagse Veldtocht. In 1832 kreeg hij eervol ontslag en werd burgemeester van Hengelo (Overijssel). In 1838 werd hij lid en later voorzitter van de arrondissementsrechtbank te Zwolle.

Sinds 1841 gaf hij het Tijdschrift voor Staathuishoudkunde en Statistiek uit, waarin de meeste artikelen van zijn hand waren en hij onder meer pleitte voor vrijhandel en vermindering van belastingen. Zijn pogingen om via het recht van initiatief de tienden afkoopbaar te stellen, mislukten.

Hij was een van de oprichters van de Overijsselsche Maatschappij van Provinciale welvaart, waarvan hij lang voorzitter was, en riep de Staat- en Landhuishoudkundige congressen in het leven.

Hij maakte als buitengewoon lid deel uit van de Dubbele Kamer in 1840 en 1848 en steunde hervormingsvoorstellen. Ook was hij geruime tijd voor de liberalen (Thorbeckianen) lid van de gemeenteraad te Zwolle, van de Provinciale Staten van Overijssel en de Tweede Kamer der Staten-Generaal, maar was later alleen voorzitter van de rechtbank.

Publicaties

  • 1828. Studentenkoor uit de Cantate voor het Studenten-concert, in muzijk gebracht door B. Wanstadt, Utrecht
  • 1830. Antigonus, treurspel, Utrecht
  • 1835. Poëzy, Zutphen
  • 1836. Lierzang op het tweede Utrechtsche Eeuwfeest, Utrecht
  • 1843. Levensschets van P.O.C. Vorsselman de Heer, met bijlagen van J.F.L. Schröder, J.J. Mulder en S. van Delden, Deventer
  • 1873. Uit mijn dichterlijk leven, Dev. 1869 en Herfstdraden, Deventer

Tweede Kamer

Periode
21-09-1848 t/m 06-10-1848
Voorganger:
J. Dijk
Burgemeester van Hengelo
1832-1838
Opvolger:
J. Thomkins
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.