Haarlemmermeerspoorlijnen

De Haarlemmermeerspoorlijnen waren een netwerk van voormalige spoorlijnen in het gebied tussen Haarlem, Amsterdam, Utrecht en Leiden. In weerwil van de naam liepen ze niet allemaal door de Haarlemmermeerpolder. Er waren zes spoorlijnen:

Het netwerk rond 1930. Enkele kleine haltes waren al gesloten, het tijdelijke spoor naar Schiphol staat aangegeven, maar was er nog niet.
Spoorbrug over de Zijl bij Leiden, omstreeks 1930

Deze lijnen zijn opgebroken, behalve het traject Amsterdam – Amstelveen – Bovenkerk, dat tussen 1975 en 1997 is geëlektrificeerd en wordt gebruikt door de Electrische Museumtramlijn Amsterdam. Van 2004 tot 2019 reed de Metro/sneltramlijn 51 over het tracé Bovenkerk - Amstelveen Westwijk. In aanleg is de Amsteltram over het gehele traject van de spoorlijn Bovenkerk - Uithoorn, die volgens planning in 2024 in gebruik zal worden genomen.

Geschiedenis

De eerste plannen voor spoorlijnen door de Haarlemmermeer werden al gepresenteerd in 1864 door burgemeester Amersfoordt, twaalf jaar na het droogvallen van de polder. Van uitvoering kwam niets terecht. In 1898 werd te Amsterdam de HESM (Hollandsche Electrische-Spoorweg-Maatschappij) opgericht met het doel om elektrische spoorwegen in het gebied tussen en ten zuiden van Amsterdam en Haarlem aan te leggen. Nadat de HSM de aandelen had opgekocht werden de plannen gewijzigd en dit leidde uiteindelijk tot de aanleg van een lokaalspoorwegnet, geëxploiteerd met stoomtractie. De lijnen werden aangelegd door de HESM. Ondanks die naam, die wijst op de ambities van deze maatschappij, zijn de lijnen nooit geëlektrificeerd. Voor reizigersvervoer hebben er alleen stoomtreinen gereden en voor goederenvervoer zowel stoom- als dieseltreinen

De eerste lijnen werden geopend in 1912, veel later dan de bedoeling was, bijna een halve eeuw na de presentatie van de eerste plannen. De lijnen lagen in het gebied tussen Amsterdam, Haarlem, Leiden, Alphen aan den Rijn en Nieuwersluis en werden geopend tussen 1912 en 1918. Van de 27 stationsgebouwen die de HESM liet bouwen behoorden er 23 tot een van de drie standaardklassen voor de Haarlemmerspoorlijnen. De stations Willemspark (later Amsterdam Haarlemmermeer), Leiden Heerenpoort (later Heerensingel) en Aalsmeer weken af van het standaardontwerp en waren groter.

Door de economische crisis van de jaren dertig en de concurrentie van de autobus van Maarse & Kroon werden diverse lijnen al na ruim twee decennia weer gesloten. Alleen de lijnen Amsterdam HaarlemmermeerstationAmstelveenAalsmeer en BovenkerkUithoornNieuwersluis bleven nog voor reizigers- en goederenverkeer in gebruik. In 1950 reed hier de laatste reizigerstrein. In 1972 werden de lijnen gesloten voor goederenverkeer, behalve het traject Amsterdam – Uithoorn, dat nog tussen 1976 en 1981 dienstdeed als aanvoerlijn voor materieeluitwisselingen voor de nieuwe Schiphollijn (die aanvankelijk geen andere verbinding had met de rest van het spoorwegnet) en Uithoorn – Nieuwersluis, dat tot 1986 in gebruik bleef, onder meer voor het sloopbedrijf Koek te Mijdrecht, waar de NS veel materieel liet slopen.

Op veel plaatsen liggen nog dijklichamen. Diverse stations- en haltegebouwen zijn nog herkenbaar en in gebruik als woning, waaronder die te Amsterdam, Amstelveen, Aalsmeer, Uithoorn, Hoofddorp, Mijdrecht, Nieuwveen, Wilnis en Aarlanderveen.

Literatuur

  • G.A. Russer, Sporen door de Haarlemmermeer. Pirola, Schoorl, 1984. ISBN 978-90-6455036-2
  • A.W.J. de Jonge, De Haarlemmermeerspoorlijnen in oude ansichten. Europese Bibliotheek, Zaltbommel, 1982/2000. ISBN 978-90-2881960-3
  • Wim Wegman, Sporen: Een zoektocht langs de resten van de Haarlemmermeerlijnen. HDC Media, Alkmaar, 2007. ISBN 978-90-77842-04-1
  • Klaas van Giffen, Station Haarlem. Hollandsche sporen door Haarlem en omstreken. Spaar en Hout, Haarlem, 2006. ISBN 978-90-8683-004-6
Zie de categorie Haarlemmermeerspoorlijnen van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.