Gérard De Paep
Gerard Jan Florimond De Paep (Melsele, 22 november 1898 - 18 augustus 1985) was een Belgisch arts, chirurg en Vlaams-nationalistisch politicus voor achtereenvolgens het VNV, DeVlag en de Volksunie.
Gérard De Paep
| ||||
Volledige naam | Gerard Jan Florimond De Paep | |||
Geboren | Melsele, 22 november 1898 | |||
Overleden | 18 augustus 1985 | |||
Kieskring | ||||
Regio | ||||
Land | ||||
Functie | Politicus Arts | |||
Partij | 1932 - 1944: VNV ???? - 1944: DeVlag 1965 - 1985: Volksunie | |||
Functies | ||||
1932 - 1936 | Gemeenteraadslid Beveren | |||
1929 - 1944 | Provincieraadslid Oost-Vlaanderen | |||
1930 - 1932 | Gedeputeerde Oost-Vlaanderen | |||
1936 - 1945 | Gedeputeerde Oost-Vlaanderen | |||
1943 | Waarnemend gouverneur Oost-Vlaanderen | |||
1965 - 1974 | Senator | |||
1971 - 1974 | Lid Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap[1] | |||
|
Levensloop
De Paep volgde middelbaar onderwijs aan het Klein Seminarie van Sint-Niklaas. In september 1918 schreef hij zich als student geneeskunde in aan de door de Duitse bezetter vernederlandste Rijksuniversiteit Gent, waarmee hij zich duidelijk tot het actvisme bekende. In februari 1918 stapte hij ook mee op in een 'grote' activistische betoging in Antwerpen. Na de oorlog werd hij gesanctioneerd waardoor hij onder een schuilnaam aan de ULB zijn studies voortzette. In 1925 vestigde hij zich als arts-chirurg in Beveren en stichtte er in 1927 de Sint-Annakliniek.
Na de Eerste Wereldoorlog werd De Paep politiek actief voor de Frontpartij. Voor opvolger VNV was hij van 1932 tot 1936 gemeenteraadslid van Beveren. Bovendien was hij van 1929 tot 1945 provincieraadslid van Oost-Vlaanderen, waar hij van 1930 tot 1932 en van 1936 tot 1945 gedeputeerde was. In 1943 was hij interim-provinciegouverneur.
Tijdens de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog bleef De Paep lid van het VNV, dat collaboreerde met de Duitsers, en werd tevens 'celleider' van DeVlag. Eind 1941 werd hij de voorzitter van de Oost-Vlaamse provinciale cultuurdienst, die diende om het culturele leven te "ordenen". In de escalatie tussen collaboratie en verzet vanaf einde 1942, verklikte hij verzetslieden bij de bezetter.
Na de bevrijding werd De Paep in 1944 als provincieraadslid en gedeputeerde geschorst en wegens collaboratie veroordeeld tot drie jaar cel die hij uitzat in het Hechteniskamp Lokeren. Zijn zaak kwam echter opnieuw voor en in februari 1949 werd hij door de Krijgsraad veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaar en moest hij een schadeloosstelling betalen aan weduwen van enkele mannen die door zijn toedoen in een concentratiekamp waren omgekomen. In 1950 werd hij vervroegd vrijgelaten en in 1962 werd hij in ere hersteld.
Na zijn vrijlating hervatte De Paep zijn praktijk in de Sint-Annakliniek. Als promotor van het Algemeen Boerensyndikaat belandde hij opnieuw in de politiek, ditmaal voor de Volksunie. Van 1965 tot 1974 zetelde De Paep in de Senaat als rechtstreeks gekozen senator voor het arrondissement Dendermonde-Sint-Niklaas. Zowel bij de verkiezingen van 1965, 1968 als die van 1971 haalde hij een hoog aantal voorkeurstemmen. In de periode december 1971-maart 1974 had hij als gevolg van het toen bestaande dubbelmandaat ook zitting in de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap, die op 7 december 1971 werd geïnstalleerd. In 1974 verliet De Paep de politiek vanwege zijn hoge leeftijd. Op het einde van zijn politieke loopbaan vond hij dat de Volksunie een te progressieve koers begon te varen.[2]
Literatuur
- Nico WOUTERS, Het geval De Paep : oorlogsherinnering, beeldvorming en lokale geschiedschrijving, in Het Land van Beveren, jg. 52, 2009, nr. 1, p. 25-64.
- Nico WOUTERS, Gerard De Paep in De fonteinen van de Oranjeberg, politiek-institutionele geschiedenis van de provincie Oost-Vlaanderen van 1830 tot nu, deel 4, 1993, blz. 244-255.
Bronnen, noten en/of referenties |
Voorganger: Jozef Devos |
Waarnemend gouverneur van Oost-Vlaanderen 1943 |
Opvolger: Achiel Verstraete |