Guernica (schilderij)

Guernica is een schilderij van Picasso uit 1937. Het schilderij, met de enorme afmetingen 3,49 m hoog en 7,76 m breed, toont het bombardement op Guernica (1937) tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Guernica wordt tentoongesteld in Museo Reina Sofía in Madrid.

Guernica
Muurschildering van het schilderij in de plaats Guernica
MuseumMuseo Reina Sofia
LocatieMadrid
KunstenaarPablo Picasso
Jaar1937
TypeOlieverfschilderij
Afmetingen349 × 776 cm
Portaal    Kunst & Cultuur

Onderwerp

Op 26 april 1937 werd de stad Guernica (Baskisch: Gernika) in Spaans Baskenland gebombardeerd door het Duitse Condorlegioen van de Luftwaffe en Italiaanse bommenwerpers. Het was het eerste terreurbombardement in Europa, zoals later zouden volgen (waaronder Rotterdam, Coventry en Dresden). Over het exacte aantal dodelijke slachtoffers wordt tot op de dag van vandaag door historici getwist. Guernica werd grotendeels vernield.

Beschrijving

Het schilderij laat de stad Guernica zien tijdens het bombardement. Pablo Picasso wilde met het schilderij de chaos tijdens een bombardement laten voelen als je naar het schilderij kijkt. Ook de achtergrond is door elkaar, er is geen verschil tussen binnen en buiten. De mensen rennen in paniek uit hun huizen. Er is veel tegelijk te zien op het schilderij, bijvoorbeeld een paard dat in paniek een huis binnenstormt. Rechts valt iemand van het brandende dak. Een moeder huilt om haar dode kind.

Het schilderij is in lijnen en vlakken in zwart, wit en grijs geschilderd om de oorlog uit te drukken. Het is geen realistisch schilderij. Pablo Picasso probeerde het gevoel tijdens het bombardement over te brengen, niet zoals het eruitzag.

Vooraan op het schilderij is een man met een afgebroken zwaard afgebeeld, een symbool voor een gesneuvelde soldaat. Het paard drukt de angst uit en is het symbool voor de onschuldige slachtoffers in de oorlog. De moeder met het dode kind symboliseert het verdriet om de gesneuvelden.

De lamp op het schilderij staat symbool voor de explosies en het bombardement in Guernica.

Geschiedenis

In januari 1937 nam Picasso (grondlegger van het kubisme, samen met Georges Braque) een opdracht aan van de Spaanse Republikeinse regering voor het leveren van een schilderij voor het paviljoen op de komende Expo te Parijs. Dat Picasso in opdracht werkte was uitzonderlijk. De beschikbare ruimte bepaalde de afmetingen. Het paviljoen zou in de zomer geopend kunnen worden.

Picasso, die een pand betrokken had in de Rue Augustin, had daar een bovenverdieping die juist groot genoeg was voor het doek, al moest het schuin geplaatst worden. Hij had in de beginmaanden weinig inspiratie, en maakte slechts enkele schetsen. Picasso's persoonlijke situatie (met Dora Maar en Marie-Thérèse Walter) was zijn beoogde onderwerp voor het schilderij.

Nadat de eerste berichten werden gepubliceerd begon Picasso schetsen te maken voor een nieuwe opzet. Het opzettelijk bombarderen van burgers betrof een nieuwe manier van oorlogsvoering, die hevige reacties losmaakte. Uiteindelijk zouden de schetsen en proefschilderingen een grote documentatie voor het ontstaan van Guernica vormen. Vanaf 1 mei schilderde Picasso zes weken aan Guernica. Hij heeft de hoofdopzet en indeling toen al opgezet. De studies zijn, zoals geëist door Picasso, altijd bij het schilderij gebleven.

Tentoonstelling

Guernica tentoongesteld in het Museum of Modern Art (MoMA) in New York, 1947

Guernica was te zien in het door Josep Lluis Sert en Luis Lacasa ontworpen paviljoen van Spanje op de Expo van 1937 te Parijs. Na de sluiting van de Expo ging het doek, als statement voor het in burgeroorlog zijnde republikeins Spanje, op rondreis. In 1956 hing het op een tentoonstelling in het Paleis voor Schone Kunsten[1] te Brussel en in het Stedelijk Museum Amsterdam. Uiteindelijk werd het kunstwerk tentoongesteld in het Museum of Modern Art (MoMA) in New York. Daar zou het blijven tot 1981.

Picasso had gesteld dat het doek naar Spanje zou gaan zodra het land verlost was van de fascisten en democratisch was. Picasso overleed in 1973, de fascistische dictator Franco in 1975. Na de dood van Franco waren het de advocaat Dumas, de erven Picasso, de Spaanse regering en het New Yorkse MoMA die betrokken waren bij de beslissing of en wanneer het schilderij naar Spanje zou gaan. Daarbij waren er binnen Spanje ook groepen die belang hadden bij de beslissing: naast Madrid wilden ook Barcelona, Málaga en Baskenland het schilderij. Uiteindelijk werd bereikt dat het schilderij voor de honderdste geboortedag van Picasso, 25 oktober 1981, getoond mocht worden aan het publiek in een nevengebouw van het Prado, het Casón del Buen Retiro. Guernica hing daar afgeschermd door beveiligingsglas.

Hoewel Picasso voor zijn schilderij een plek in het klassieke museum Prado wilde, naast inspirators als Goya, is het uiteindelijk verplaatst naar het Museo Reina Sofía, het eveneens te Madrid gevestigde museum voor moderne kunst. De verplaatsing vond plaats in 1992, terwijl Spanje in de belangstelling stond vanwege de Olympische Spelen in Barcelona.

Wetenswaardigheden

  • Het schilderij vormde de inspiratiebron voor de gelijknamige muziekstukken van Paul Dessau en Leonardo Balada.
Zie de categorie Guernica (Pablo Picasso) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.