Grote paradijsvogel

De grote paradijsvogel (Paradisaea apoda) is de grootste paradijsvogel (Paradisaeidae) uit de orde zangvogels en de superfamilie Corvoidea.

Grote paradijsvogel
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Passeriformes (Zangvogels)
Superfamilie:Corvoidea
Familie:Paradisaeidae (Paradijsvogels)
Geslacht:Paradisaea
Soort
Paradisaea apoda
Linnaeus, 1758
Afbeeldingen Grote paradijsvogel op Wikimedia Commons
Grote paradijsvogel op Wikispecies
Portaal    Biologie
Vogels
Prent van een grote paradijsvogel (1838) gegraveerd door Massard naar een tekening van Antoine-Charles Vauthier

Kenmerken

De grote paradijsvogel kan ongeveer 35 cm lang kan worden[2], exclusief de lange staart bij het mannetje. De grote paradijsvogel is 12 cm groter dan de kleine paradijsvogel, waar hij verder wel op lijkt. Het mannetje van de grote paradijsvogel is kastanjebruin op de borst en een bruingele rug en hij heeft een donker smaragdgroene keel. Het mannetje heeft onder de groene keel nog donkerbruine veren op de borst, terwijl de kleine paradijsvogel daar veel lichter kastanjebruin is. Hij is ook groter dan de rode paradijsvogel, die bovendien karmijnrode sierveren aan de flanken heeft, terwijl de grote paradijsvogel gele veren heeft die vervagen tot wit met daarin bordeauxrood (zie foto). Verder heeft deze paradijsvogel (zoals alles soorten van dit geslacht) twee lange, draadvormige sierveren die uit de staart steken. Het vrouwtje is een kastanjebruine vogel met een donkerbruine kop. Zij verschilt van de andere paradisaea-soorten door haar grote formaat en relatief donkere buik, zonder streping. De mannetjes behoren tot de zeer spectaculaire verschijningen onder de paradijsvogels. De mannetjes zijn polygaam.

Leefgebied en status als beschermde diersoort

De grote paradijsvogel is een endemische vogelsoort uit Nieuw-Guinea die voorkomt in laaglandbos en bossen in de heuvels (tot 900 m boven de zeespiegel) in het zuidwesten van Papoea en Papoea Nieuw Guinea tot aan de Flyrivier en op de Aru-eilanden.[3] Het dieet bestaat voornamelijk uit vruchten, zaden en kleine insecten. De grote paradijsvogel is minder kwetsbaar dan soorten met een veel beperkter verspreidingsgebied en staat daarom als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.[1] Handel (levend, dood of in onderdelen) in deze vogelsoort (en alle andere paradijsvogels) is volgens de overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde soorten wilde dieren en planten (het CITES-verdrag) verboden.

Mislukte introductie

Een kleine populatie (47 of 48 onvolwassen vogels van onduidelijk geslacht) werd ingevoerd door Sir William Ingram in 1909-1912 op Little Tobago, een eilandje ten noordoosten van Tobago in het Caraïbisch gebied. Het was een poging om de soort te behoeden voor uitsterven als gevolg van overbejaging voor de handel in exotische veren. De geïntroduceerde populatie bestond nog in 1955 uit minstens 11 vogels, en heeft in de tussentijd waarschijnlijk met succes gebroed. Na een hevige tropische orkaan in 1963 werden er nog zeven vogels in 1965/66 gezien. Daarna zijn er geen overtuigende waarnemingen gedaan en vermoedt men dat de populatie daar is uitgestorven.[4]

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.