Groais Island

Groais Island (Frans: Île Groais) is een onbewoond eiland dat deel uitmaakt van de Canadese provincie Newfoundland en Labrador. Het heeft een oppervlakte van 41 km² en ligt iets minder dan 15 km ten oosten van het Great Northern Peninsula, het noordelijke schiereiland van Newfoundland. Tezamen met het dubbel zo grote en zuidelijker gelegen Bell Island vormt het de Grey-eilanden.

Groais Island
Île Groais
Eiland van  Canada

Locatie
Land Canada
EilandengroepGrey-eilanden
ProvincieNewfoundland en Labrador
LocatieAtlantische Oceaan
Coördinaten50° 56 NB, 55° 36 WL
Algemeen
Oppervlakte41 km²
Inwoners0
Lengte11 km
Breedte7 km
Hoogste punt200 m

Lange tijd was er op Groais Island een kleine vissersgemeenschap ("outport") gevestigd, totdat deze begin jaren 1960 ontruimd werd met steun van de Canadese overheid. Sindsdien heeft het eiland vooral nog belang als broedplaats voor enkele kwetsbare vogelsoorten zoals de eider en de drieteenmeeuw.[1]

Toponymie

Hoewel het eiland in het algemeen als "Groais Island" bekendstaat, wordt het uitzonderlijk ook "Grey Island North" genoemd aangezien Groais Island het noordelijke van de twee "Grey Islands" is.[2]

Al in de 16e eeuw trokken jaarlijks grote groepen Europese vissers naar de zeer visrijke kusten van Newfoundland. Deze "migrerende vissers" vestigden zich er meestal niet, maar bleven er gedurende het volledige kabeljauwvisseizoen alvorens in september weer huiswaarts te keren. Aan de noordoostkust, waar ook Groais Island ligt, hadden de Fransen een quasimonopolie, wat de vele Franse plaatsnamen in de regio verklaart.[3][4] De Franse vissers die de regio aandeden gaven aan de streek de naam "French Shore". Groais Island (Île Groais) werd door zulke vissers vernoemd naar Groix, een eilandje vlak voor de kust van de grote Bretonse havenstad Lorient.[5] In het Bretons noemt dit eiland Groe, waarvan de uitspraak ([gʁwe]) zeer sterk overeenkomt met de Franse uitspraak van Groais.

Geografie

Kaart van de Grey-eilanden met aanduiding van onder meer Groais Island

Ligging

Het eiland ligt 11 km ten noorden van Bell Island, dat met een oppervlakte van 88 km² ruim dubbel zo groot is.[2] Het kleine Rouge Island ligt 9,5 km naar het westen toe, pal tussen Groais Island en het Newfoundlandse schiereiland Cape Rouge. Dat schiereiland ligt 13 km verwijderd van Groais Island, wat de kleinste afstand tussen beide eilanden vertegenwoordigt. De dichtstbijgelegen nederzettingen zijn de vissersdorpen Grandois (17 km noordnoordwest), Croque (17 km noordwest) en Conche (18 km zuidwest).[n 1] Het havendorp St. Anthony, dat met zijn 2.258 inwoners (2016) bij verre de grootste en belangrijkste plaats van het Great Northern Peninsula is, ligt iets minder dan 45 km ten noorden van het eiland. De provinciale hoofdstad St. Johns ligt daarentegen zo'n 425 km naar het zuidoosten toe.

Terrein en uitzicht

Groais Island heeft van noord naar zuid een lengte van 11 km en een maximale breedte van 7 km.[n 2] De totale oppervlakte bedraagt 41 km².[2] Het eiland is erg heuvelachtig en bereikt in het zuidoosten op zijn hoogste punt een hoogte van 200 m boven de zeespiegel.[2][6] Een aanzienlijk deel van de kustlijn bestaat uit kliffen, die vooral aan de noordzijde erg uitgesproken zijn en daar tot 100 m boven de branding uittorenen. Aan die kant liggen er voor de kust ook een aantal rotsen en klippen, waaronder de zogenaamde Sister Rocks.[7] Deze noordelijke rotsen maken deel uit van een formatie van gesteente uit het Carboon (± 300-350 miljoen jaar oud) die loopt tot in de buurt van het dorp Conche.[8]

De west- en noordwestkust is ingepalmd door een dichtbegroeid naaldbos. De rest van het eiland bestaat voor het overgrote deel eveneens uit naaldbos, maar met aanzienlijk minder dichte begroeiing. Dit heeft vooral te maken met het feit dat het noordoosten, oosten en zuiden van Groais Island een erg rotsachtige bodem heeft.[6] Voorts telt het eiland – vooral in het noorden en oosten – meer dan 200 meertjes en poelen, evenals een tiental kleine stroompjes die naar zee leiden.[6]

Geschiedenis

De eerste die Groais Island beschreef, was de Franse ontdekkingsreiziger Jacques Cartier. Hij passeerde beide Grey-eilanden in de begindagen van zijn allereerste grote ontdekkingstocht in 1534. Cartier beschreef Groais- en Bell Island als "belles isles" (mooie eilanden).[5]

Op Groais Island bevond zich minstens vanaf het midden van de 19e eeuw een zeer kleine, vrijwel volledig zelfvoorzienende dorpsgemeenschap. In 1921 telde deze outport 25 huishoudens die tezamen goed waren voor 123 inwoners.[9] In 1935 was het aantal inwoners aangedikt tot 169, verspreid over 30 huishoudens (zie kopje Demografie).[10] In de jaren daarna begon de dorpsgemeenschap weliswaar meer en meer dood te bloeden. Begin jaren 1960 telde het eiland nog maar acht huishoudens.[11] In het kader van de provinciale hervestigingspolitiek werden alle inwoners van het eiland in dat decennium met hun hebben en houden gerelokaliseerd naar andere plaatsen in de provincie (voor details, zie: "De ontruiming van Groais Island"). Sindsdien is Groais Island een onbewoond eiland.

Demografie

19e eeuw

Minstens vanaf het midden van de 19e eeuw bevond er zich op Groais Island een kleine dorpsgemeenschap.[9] In 1891 woonden er op het eiland 20 getrouwde koppels, drie weduwnaren en één weduwe.[12] Er woonden toen alles tezamen 130 mensen op het eiland, waaronder 27 volwassen mannen.[12][n 3] Van de 130 inwoners oefenden er 101 een beroep uit, waaronder dus ook vele vrouwen en kinderen. Op één schoolmeester na was iedereen in de visbouw actief: 18 personen waren in hoofdberoep visser en in bijberoep landbouwer, 47 andere mannen waren visser in hoofdberoep en pekelaar in bijberoep. Ook 35 vrouwen pekelden vis voor een inkomen.[12] De volledige bevolking gaf aan rooms-katholiek te zijn.[12]

In de periode 1894–97 woonden er op Groais Island 24 volwassen mannen: 22 waren visser als hoofdberoep, één iemand was actief in de landbouw en Ambrose Dower was schoolmeester.[13] In 1898 was het aantal volwassen mannen opnieuw gestegen tot 27, die – op schoolmeester Ambrose Dower na – allemaal de kost verdienden als visser.[14]

Census van 1921

De oudste bewaarde census voor het eiland stamt uit 1921. In dat jaar telde het eiland 25 huishoudens die goed waren voor een totale bevolking van 123 personen.[9][n 4] De bevolking was erg jong: meer dan 46% van de inwoners was jonger dan 18 jaar. Slechts twee mensen waren ouder dan 65.[9]

Van de 25 gezinshoofden waren er 21 gehuwd en vier weduwe of weduwnaar, wat neerkomt op 46 'gezinshoofden-partners'.[9] Slechts 26 onder hen (minder dan 60%) waren effectief op Groais Island geboren. Van de 21 gehuwde koppels waren er zelfs maar vijf waarvan beide partners geboortig waren van het eiland. De erg kleine bevolkingsomvang (en dus erg kleine genenpoel) zal ongetwijfeld aan dat fenomeen bijgedragen hebben. Achttien van de twintig 'gezinshoofden-partners' die van elders kwamen, kwamen eveneens uit outports, namelijk afgelegen Newfoundlandse vissersdorpjes. Drie van hen kwamen uit het naburige dorpje Conche, terwijl acht anderen afkomstig waren van andere erg geïsoleerde eilandgemeenschappen, zij het op relatief grote afstand van Groais Island.[n 5] Slechts twee van de 46 'gezinshoofden-partners' kwamen niet uit vissersdorpjes maar effectief uit steden, namelijk één persoon uit de koloniehoofdstad St. John's en één uit het Engelse Ramsgate – nota bene allebei havensteden.[9]

Census van 1935

Ook uit het jaar 1935 is er een volkstelling van Groais Island bewaard gebleven.[10] Ondanks het feit dat er hierin geen geboorteplaatsen genoteerd zijn, laat ze toch toe duidelijke evoluties te schetsen. Eerst en vooral was de bevolking van het eiland op veertien jaar tijd duchtig gestegen (zie tabel). Het aantal huishoudens steeg van 25 naar 30 (+20%) en de totale bevolkingsomvang steeg zelfs van 123 naar 169 personen (+37%).[10] Ook was de bevolking zowel in absolute als relatieve cijfers nog verder verjongd: in 1935 was meer dan de helft van de inwoners van Groais Island jonger dan 18 jaar.

Census 1921Census 1935
# Huishoudens2530
# Inwoners123169
Inwoners (-18 j.)56 (45,5%)86 (51%)
Inwoners (18–65 j.)65 (53%)78 (46%)
Inwoners (+65 j.)2 (1,5%)5 (3%)

De ontruiming van Groais Island

De kleine, afgelegen gemeenschap op Groais Island was allesbehalve een uitzondering in de regio. Van de ruim duizend dorpen in Newfoundland en Labrador telden er kort na WO II maar liefst driekwart niet eens 300 inwoners.[15] Deze zeer kleine kustgemeenschappen (zoals die op Groais Island) waren grotendeels zelfvoorzienend via kabeljauw- en haringvangst, (zeehonden)jacht en houtkap.[15] Toen Newfoundland en Labrador zich in 1949 ontvoogde van het Verenigd Koninkrijk en zich als provincie aansloot bij Canada, waren de uitdagingen enorm. Vele dorpen hadden geen basisinfrastructuur zoals elektriciteit, telefoonverbindingen, een school of een dokterspraktijk en er heerste vaak erg veel ongeletterdheid.[15] De situatie was in veel van deze afgelegen plaatsen sterk vergelijkbaar met de 19e eeuw, maar hen allemaal voorzien van die moderne faciliteiten was vrijwel onmogelijk en onbetaalbaar.

Van 1954 tot 1975 richtte de overheid daarom hervestigingsprogramma's in. Het doel was om de inwoners van de kleinste en meest onbereikbare kustdorpen te "evacueren" naar grote dorpen en steden die als groeipool in de ontluikende professionele visserij zouden gaan fungeren.[15] Wanneer 80% van een dorp voor stemde, werd er tot relocatie overgegaan. Daarenboven overtuigde de overheid mensen ook met geldsommen – die vaak hoger lagen dan het jaarloon van een visser – om hen toch over de streep te trekken. In een aanzienlijk aantal dorpsgemeenschappen was er weliswaar weerstand tegen dit beleid. Daarom werden er door de overheid ook niet-officiële "gedwongen ontruimingen" van de achterblijvers bewerkstelligd, met tactieken zoals het sluiten van het (vaak vitale) postbureau.[15] Op die manier verdwenen in twintig jaar tijd een 300-tal dorpen definitief van de kaart, waaronder begin jaren 1960 ook de gemeenschap op Groais Island.[16][11] In de meeste gevallen werden de kleine, houten huisjes in hun geheel over het ijs gesleept of op vlotten over het water vervoerd naar een nieuwe locatie.[15] Van het voormalige dorp – waar bij de ontruiming begin jaren 1960 slechts acht huishoudens meer woonden[11] – is dan ook op heden vrijwel geen spoor meer.

Vogelhabitat

Een mannelijke eidereend in zijn winterverenkleed.

Het rotsachtige noorden van het eiland is een belangrijke habitat voor verschillende zeevogelsoorten. De site "Northern Groais Island" is daarom door BirdLife International erkend als een Important Bird Area met continentale significantie.[7]

In de maanden mei, juni en juli komt er jaarlijks een kolonie drieteenmeeuwen broeden op de kale, noordelijke kliffen en op de Sister Rocks.[7] Schattingen uit de jaren 1970 geven aan dat er tot 2400 paren broedden.[n 6] Dat komt overeen met ongeveer 1% van de volledige West-Atlantische populatie aan drieteenmeeuwen, die een kwetsbare soort zijn.[7]

In de wintermaanden is de noordkust vooral een belangrijke stopplaats voor een kolonie eidereenden, een soort die volgens de IUCN als "gevoelig" bestempeld is. Tezamen met onder andere de nabijgelegen Fischot- en Hare Bay-eilanden vormt het noorden van Groais Island voor deze groep, die naar schatting 2000 tot 3000 individuen telt, een belangrijke wintervoederplaats.[7] Ook een groep van circa 550 Amerikaanse zilvermeeuwen broedt jaarlijks op de noordelijke kliffen en Sister Rocks, evenals hoogstens enkele tientallen alken.[17]

Trivia

  • De 51e breedtegraad noord loopt slechts anderhalve kilometer ten noorden van het eiland.
  • Hoewel er niemand woont, komen er wel geregeld mensen uit naburige dorpen op Groais Island om te jagen.[1]
  • In 1985 schreef de Canadese fictie-auteur John Steffler de roman en dichtbundel The Grey Islands.

Zie ook

Bronvermelding

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.