Goudriaankanaal

Het Goudriaankanaal is een nooit voltooid kanaal door Waterland, tussen IJdoorn (Durgerdam) en Marken. Het had een strategische verbinding moeten vormen tussen Amsterdam en de Zuiderzee. De werkzaamheden vingen aan in 1826 en werden in 1828 gestaakt. Op actuele luchtfoto's is het kanaaltracé nog duidelijk zichtbaar.[1]

Waterland-Oost, met het Goudriaankanaal.
Luchtfoto van het eiland Marken, met in het midden het Goudriaankanaal.

Voorgeschiedenis

Amsterdam kampte al geruime tijd met het dichtslibben van het IJ, het water dat de haven van de stad verbond met de Zuiderzee en daarmee met de wereldzeeën. Schepen lagen er letterlijk voor Pampus. Mede daarom had koning Willem I het Noordhollandsch Kanaal laten aanleggen, van Amsterdam naar Den Helder, dat in 1824 gereed was. Velen vonden het kanaal echter veel te lang om een efficiënte handelsverbinding te kunnen zijn. Onder hen was Adrianus Franciscus Goudriaan (1768-1829), inspecteur-generaal van Waterstaat. Goudriaan zag meer in het afdammen van het IJ door een dam aan te leggen tussen Durgerdam en Diemen. De scheepvaart zou dan via een nieuw te graven kanaal van Durgerdam naar Marken kunnen varen. Amsterdam was echter mordicus tegen het afsluiten van het IJ, en de koning durfde het niet aan de stad tegen zich in het harnas te jagen. Ook werd het riskant geacht om te gaan graven en bouwen in de slappe bodem van Waterland.

Bij de Watersnood van 1825 kwamen ook grote delen van Waterland onder water te staan. De koning vond dat er nu iets moest gebeuren en gaf in april 1825 opdracht tot afdamming van het IJ en tot aanleg van een kanaal van IJdoorn naar Marken.

Uitvoering

Goudriaans tekeningen voorzagen in een 150 m breed kanaal door Waterland van Durgerdam via de af te dammen Gouwzee naar de oostkant van Marken. Het kanaal zou het eiland in tweeën delen. De dam tussen Durgerdam en Diemen, de IJdam, zou een sluis krijgen voor kleinere schepen.

Land werd onteigend, aannemers ingehuurd en in 1826 begon het graven. Al voor aanvang was er financiële tegenslag: de offertes van de aannemers waren hoger dan de begroting, en de Tweede Kamer verzette zich tegen de hoge kosten. Daarop besloot de koning het project met eigen geld te betalen.

Amsterdam bleef zich verzetten tegen het afsluiten van het IJ. In 1828 wijst de Kamer van Koophandel de koning op de ondiepte van het water bij Marken, volgens de Kamer vergelijkbaar met Pampus. Ook zou de sluis in de IJdam een te grote belemmering zijn voor plaatselijke vissers. In ruil voor het staken van de uitvoering van het plan-Goudriaan verklaarden de Kamer en de gemeente Amsterdam zich bereid mee te werken aan de aanleg van twee nieuwe havengebieden: de Wester- en Oosterdokken. De koning zag die dokken al enige tijd als een middel om de Amsterdamse handel te stimuleren, maar ook daartegen had de stad zich telkens verzet.

Goudriaan erkende de problemen met het ondiepe water bij Marken. Een oplossing daarvoor, lange havenhoofden, zou het project nog duurder maken. De koning besloot daarop de aanleg van het kanaal en de dam te staken. Op Marken was het kanaal toen al bevaarbaar.

Nasleep

De sloot aan de oostkant van het kanaal in Holysloot

Goudriaan overleed in 1829, een jaar na het staken van het werk. De dam in de Gouwzee werd gesloopt en het kanaal werd in de loop der jaren gedempt. De sloten aan weerszijden van het kanaal zijn er nog wel. Op de westelijke kanaalkade werd een deel van de weg tussen Ransdorp en Holysloot aangelegd.

Ooster- en Westerdok kwamen in 1832 en 1834 gereed. Het IJ werd in 1872 aan de oostzijde alsnog afgedamd, met de aanleg van de Oranjesluizen. In 1876 werd het Noordzeekanaal in gebruik genomen, waarmee de Amsterdamse haven een volwaardige verbinding met zee kreeg.

Bronnen en verwijzingen

  • Kadraaiers en zeekastelen, geschiedenis van het Oostelijk Havengebied, door Ton Heijdra (Amsterdam 1993).
  • Het Goudriaankanaal door Waterland, artikel op de website van de Eilandraad Marken. Versie in Internet Archive. Gebaseerd op:
    • Het kanaal door Waterland van IJdoorn naar Marken, litteken van een vete, door W.M. Bijlsma. Artikel in de krant voor het Nationaal Landschap Waterland, Alkmaar 1983. Opgenomen in het boek Landschap Waterland, onder redactie van Jan Erik Burger e.a. (uitgegeven door het NLW en Terra, 1985).
  • Het kanaal door Waterland en marken, restanten van een mislukking. Website: Goudriaankanaal
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.