Gendün Chöpel
Gendün Chöpel (1903 - Lhasa, 1951) was een rebelse Tibetaanse monnik, schrijver, onderzoeker en kunstenaar.
Gendün Chöpel
| ||||
Algemene informatie | ||||
Geboren | 1903 | |||
Overleden | Lhasa, 1951 | |||
Land | Tibet | |||
Werk | ||||
Genre | Roman Seksualiteit Politiek Geschiedenis van Tibet | |||
Stroming | Tibetaanse literatuur | |||
Bekende werken | Witte annalen De Tibetaanse kunst van de liefde | |||
|
Gendün Chöpel
| ||||
Tibetaans | དགེ་འདུན་ཆོས་འཕེལ་ | |||
Wylie | dge 'dun chos 'phel | |||
Traditioneel Chinees | 根頓群培 | |||
Vereenvoudigd Chinees | 根顿群培 | |||
Hanyu pinyin | Gēndùn Qúnpéi | |||
Andere benamingen | Gedun Choepel | |||
|
Gendün Chöpel kwam naar India en ontdekte dat de wereld buiten Tibet grote veranderingen onderging. Hij zag molens die niet door water werden voortbewogen, auto's en films. Hij spiegelde het aan Tibet dat stagneerde omdat het aan oude waarden vasthield. Wanneer iemand iets nieuws deed, kon je er volgens hem van uitgaan dat het verboden zou worden. Chöpel was een genotzuchtig mens. Hij rookte, dronk en hij verslond vrouwen.
Leven
Gendün Chöpel werd als kind erkend als de incarnatie van een nyingmageestelijke en kwam daarom als monnikenleerling in een klooster terecht in Rebkong in de provincie Amdo, tegenwoordig het gebied Tongren, Qinghai. Het was een intelligente jongen en al snel vervolgde hij zijn studie aan de gelug-kloosteruniversiteit Labrang. Hier voerde hij debatten, waarbij hij zich heftig tegen de in machtsstructuren gevangen clerus wendde.
Na enkele jaren ging hij naar het Drepungklooster in Lhasa, waarna hij uiteindelijk op de leeftijd van 29 Tibet verliet om zijn leven als leek in India ter vervolgen. Hier leerde hij Engels, Sanskriet en Pali, hield hij zich bezig met Westerse filosofieën en maatschappijmodellen en knoopte hij contacten aan met intellectuelen en kunstenaars. Hij voorzag met schilderijen in zijn levensonderhoud en ontmoette altijd wel mensen die hem hielpen. In navolging op de Kamasutra, schreef hij het werk dat onder Tibetanen het bekendst van hem is, De Tibetaanse kunst van de liefde. Ook deed hij onderzoek van de manuscripten van Dunhuang en schreef op basis daarvan een boek over de geschiedenis van Tibet, de Witte annalen. Ook hielp hij tibetoloog Joeri Rjorich bij de vertaling van de Blauwe annalen van het Tibetaans in het Engels.
Chöpel was tevens de eerste Tibetaanse moderne kunstenaar. Hij brak met de schetsen die hij maakte voor De Tibetaanse kunst van de liefde alsmede met zijn aquarellen met de tradities in de vrijwel geheel religieus gerichte Tibetaanse schilderkunst. In Kalimpong werd voor de elite in Tibet een tijdschrift in het Tibetaans gedrukt. Ook de hoogst opgeleide Tibetanen in Tibet waren er van overtuigd dat de aarde geheel plat was. In juni 1938 publiceerde hij in het tijdschrift Melong (Spiegel) een essay waarin hij beschreef waarom dit een misvatting was en de aarde rond moest zijn. Bij zijn verhoren na zijn arrestatie in Tibet in 1946 speelde dat essay nog een belangrijke rol.
In 1946 ging hij terug naar Tibet via de grenspost Kalimpong die naast Britse en Chinese veiligheidsagenten een nest was van radicale Tibetanen die uit de smaak waren gevallen van de regering in Lhasa. Zij hadden in 1939 de Verbeteringspartij Tibet opgericht. Het was een politieke beweging die fundamentele veranderingen in Tibet beoogde. De partij beschouwde de toenmalige regeringsstructuur van Tibet als volstrekt verouderd. Het had niet zozeer een volkomen andere sociale orde als doel, maar beoogde vooral een meer seculiere regeringsvorm waarin veel meer aandacht zou zijn voor verbetering van infrastructuur, zoals bijvoorbeeld introductie van meer technologie, beter onderwijs en een modern en staand Tibetaans leger. Chöpel raakte hierbij betrokken en ontwierp een logo voor de partij: een sikkel gekruist met een zwaard.
Bij aankomst in Lhasa had Brits-Indië Lhasa al gewaarschuwd en hem als communist neergezet. De Tibetaanse regering zette hem direct gedurende enkele jaren gevangen aan de voet van het Potala-paleis. Pas kort voor de invasie van Tibet werd hij vrijgelaten en hij overleed kort erna met een geruïneerde gezondheid.
Bibliografie
- (bo) Witte annalen
- (en) Chopel, Gedun (1985) Dhammapada, Translation of the Dharma Verses with the Tibetan Text Dharma Publishing, ISBN 0913546984
- (en) Chöphel, Gendun & Hopkins, Jeffery (1993), Tibetan Arts of Love, Snow Lion Publications, ISBN 0937938971
- (en) Chöpel, Gedün (2006) Die tibetische Liebeskunst, Nietsch, ISBN 3934647979
Literatuur
- (en) Stoddard, Heather (1985) Le mendiant de l'Amdo (Recherches sur la Haute Asie) Paris: Societe d'ethnographie, ISBN 2901161286
- (en) Mengele, Irmgard (1999) Gedun Chopel: A Biography of the 20th Century Tibetan Scholar, Dharamsala, India: Library of Tibetan Works & Archives, ISBN 8186470239
- (de) Hessel, Elke (2000) Die Welt hat mich trunken gemacht. Die Lebensgeschichte des Amdo Gendün Chöpel, Berlijn, ISBN 3896201565
- (en) Huber, Tony (2002) Guide To India: A Tibetan Account by Amdo Gendun Chophel, Dharamsala, India: Library of Tibetan Works & Archives, ISBN 8186470255
- (en) Lopez, Donald S. (2006) The Madman's Middle Way. Reflections on Reality of the Tibetan Monk Gendün Chöpel, Chicago University Press, ISBN 978-0226493169
Filmografie
- Angry Monk, verfilming van Gendün Chöpel door Luc Schädler in 2005
Externe link
- (en) The Story of a Monk Wanderer: The life of Amdo Gendun Chophel
- (en) Press Kit van de film Angry Monk
- (en) Het verhaal van een rebelse monnik - deel 2
- (en) Herinneringen van de Grote Lotsawa Gedun Chophel