Europese tjitjak

De Europese tjitjak[2] (Hemidactylus turcicus) is een hagedis uit de infraorde gekko's (Gekkota) en de familie Gekkonidae. Andere benamingen voor deze soort zijn Turkse huisgekko, Europese huisgekko of gewone huisgekko. De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Carolus Linnaeus in 1758. Oorspronkelijk werd de naam Lacerta turcica gebruikt.[3]

Europese tjitjak
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2009)
Exemplaar met een buitgemaakte boktor.
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Squamata (Schubreptielen)
Onderorde:Lacertilia (Hagedissen)
Infraorde:Gekkota (Gekko's)
Familie:Gekkonidae
Geslacht:Hemidactylus (Halfvingergekko's)
Soort
Hemidactylus turcicus
Linnaeus, 1758
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Europese tjitjak op Wikispecies
Portaal    Biologie
Herpetologie

Uiterlijke kenmerken

De Europese tjitjak is meestal witgeel met een luipaard-achtig patroon van bruine vlekjes op de rug en een bruin en geel gebandeerde staart. Er zijn minder variaties dan bij de tjitjak (Hemidactylus frenatus) maar het verspreidingsgebied is ook aanzienlijk kleiner. De huid van deze soort is een beetje doorzichtig en rozeachtig van kleur. De eieren van zwangere vrouwtjes zijn hierdoor goed te zien.

De gekko wordt maximaal 16 centimeter lang inclusief staart.[4] De tenen hebben kleine lamellae (hechtkussentjes) en huidflappen over de tenen. Op de flanken en de staartwortel bevinden zich kleine stekelachtige bultjes. De ogen hebben een verticale pupil.[5]

Verspreiding en levenswijze

Deze gekko leeft in het Middellandse Zeegebied, in droge, zanderige bosgebieden, en prefereert hagen en struiken, maar kruipt ook op muren en steenhopen. De soort heeft zich ook verspreid naar enkele staten in de Verenigde Staten, te weten: Florida, Louisiana en Texas. Hier is de gekko waarschijnlijk geïntroduceerd tussen de 15e en de 18e eeuw door toedoen van de zeevaart van de mens. De slavenhandel of de massale immigratie rond die tijd hebben hieraan bijgedragen. De Europese tjitjak is in staat om zich te handhaven bij temperaturen tot 10 graden Celsius, in tegenstelling tot andere gekko's.[2]

De Europese tjitjak is een schemer- en nachtactieve soort die dan op zoek gaat naar insecten en larven. Hagedissen die aan de randen van steden leven komen op de insecten af die weer op licht afkomen, waardoor het lijkt alsof de gekko's de mens opzoeken. De mannetjes lokken de vrouwtjes met jammerende geluiden die lijken op het miauwen van een kat. Als de mannetjes om een vrouwtje vechten, of als ze worden aangeraakt, kunnen ze ook knorrende of gillende geluiden produceren.

De eieren zijn bijna rond en meten gemiddeld 1 bij 1,5 centimeter. Als de jonge hagedissen uit het ei kruipen zijn ze 4 tot 5 centimeter lang.

Bronvermelding

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.