Europees burgerinitiatief

Het Europees burgerinitiatief is, net als het burgerinitiatief in Nederland, een mogelijkheid voor burgers om politieke en bestuurlijke aandacht voor hun ideeën te krijgen. Een Europees burgerinitiatief moet ten minste worden gesteund door één miljoen stemgerechtigde burgers, uit minimaal 7 van de 28 EU-landen. Binnen elk van die 7 landen is ook een minimumaantal handtekeningen vereist.

Het stelt een miljoen EU-burgers, die de nationaliteit hebben van ten minste een kwart van de lidstaten van de Unie, in staat direct de Europese Commissie op te roepen wetgeving voor te stellen op een gebied waar de lidstaten bevoegdheden aan de Europese Unie hebben overgedragen.[1]

Procedure

Als er voldoende handtekeningen zijn opgehaald, zal de Europese Commissie het initiatief bestuderen. Binnen 3 maanden belegt de Commissie een overleg met de organisatoren van het initiatief zodat zij het kunnen toelichten. Vervolgens krijgen de organisatoren de gelegenheid om hun initiatief te presenteren aan het Europees Parlement. Binnen diezelfde periode geeft de Commissie een antwoord op het initiatief waarin de Commissie aangeeft of en hoe zij gevolg zal geven aan het burgerinitiatief.

Achtergrond

Het Europees burgerinitiatief is een van de vernieuwingen van het Verdrag van Lissabon, met als doel directe democratie in de Europese Unie te vergroten. Dit recht de Commissie te vragen wetgeving op te stellen stelt burgers op gelijke voet met het Europees Parlement en de Raad, die op basis van respectievelijk artikel 225 en 241 van het Werkingsverdrag dit recht ook hebben. De Commissie bezit het recht het initiatief te nemen tot het opstellen van Europese wetgeving.

Juridische basis

De juridische basis van het burgerinitiatief is uiteengezet in artikel 11 lid 4 van het EU-Verdrag en artikel 24 lid 1 van het Werkingsverdrag. Beide artikelen zijn nieuw aan het Acquis Communautaire toegevoegd met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon. Het burgerinitiatief vult de bestaande petitierechten aan. Het gaat hierbij om het petitierecht bij het Europees Parlement en het recht een klacht in te dienen bij de Europese Ombudsman, zoals uiteengezet in het Verdrag van Maastricht (1993). Desalniettemin zijn petities en het burgerinitiatief fundamenteel verschillend naar doel, voorwaarden en betrokkenen.[2] Voorwaarden en procedures van het burgerinitiatief zijn in een nieuwe verordening vastgelegd. Op voorstel van de Europese Commissie, hebben het Europees Parlement en de Raad een verordening vastgesteld waarin regels en procedures zijn vastgelegd waaraan een burgerinitiatief moet voldoen.[3] Vanaf 1 april 2012 is het mogelijk een burgerinitiatief te registreren.

Werking van het Europees burgerinitiatief

Aan het uitvoeren van een Europees burgerinitiatief is zowel in het Unieverdrag als in verordening nr. 211/2011 een aantal formele voorwaarden gesteld.

Voorwaarden in het Unieverdrag

Artikel 11 lid 4 van het Unieverdrag bepaalt dat voor het succesvol uitvoeren van een Europees burgerinitiatief handtekeningen van ten minste één miljoen burgers van de Unie vereist is en dat deze handtekeningen uit een 'significant aantal lidstaten'. Daarnaast vereist het verdragsartikel dat het initiatief een aangelegenheid betreft die een rechtshandeling van de Unie vereist ten uitvoering van de Europese Verdragen. Het burgerinitiatief is dan het initiatief de Commissie te verzoeken, om binnen haar bevoegdheden, een wetgevend voorstel daartoe te doen.

Voorwaarden in de verordening

In verordening nr. 211/2011 worden nadere voorwaarden en procedures gesteld voor het uitvoeren van een Europees burgerinitiatief. De verordening herhaalt de voorwaarde dat zowel de starter van het initiatief, als de personen die hun handtekening zetten onder het initiatief, burgers van de Unie moeten zijn. Dit houdt in dat wie zijn handtekening onder een initiatief zet, de nationaliteit van een lidstaat van de Unie moet hebben. Om een burgerinitiatief te mogen tekenen moet daarnaast de kiesgerechtigde leeftijd bereikt zijn voor de Europese parlementsverkiezingen.

Om een Europees burgerinitiatief op te starten, moet een burgercomité gevormd worden. Dat is een comité van ten minste zeven personen, uit ten minste zeven verschillende lidstaten. Uit hun midden kiezen zij een vertegenwoordiger en een plaatsvervanger, die in de procedure de contactpersoon zijn tussen het burgercomité en de instellingen van de Unie. Zij moeten gemachtigd zijn namens het burgercomité op te treden.

Is een dergelijk comité gevormd, dan kan het initiatief geregistreerd worden bij de Europese Commissie. Dit moet geschieden voordat kan worden begonnen met het verzamelen van handtekeningen. Vanuit de Commissie wordt een contactpunt toegewezen dat assistentie kan verlenen en informatie kan verschaffen. Uiterlijk twee maanden nadat het initiatief is ingediend ter registratie, wordt het door de Commissie geregistreerd en openbaar gemaakt in het register. Vanaf de datum dat het initiatief is geregistreerd, hebben de organisatoren een jaar de tijd om voldoende handtekeningen te verzamelen. Een aantal gronden kan bestaan om registratie te weigeren:

  • Er is geen burgercomité gevormd of er zijn geen contactpersonen aangewezen;
  • Het voorgestelde initiatief valt buiten de bevoegdheden van de Commissie;
  • Het voorgestelde initiatief maakt misbruik van de mogelijkheid een burgerinitiatief te starten of is ergerlijk;
  • Het voorgestelde initiatief komt niet overeen met de waarden die in artikel 2 van het Unieverdrag zijn vermeld.

Het verzamelen van handtekeningen, ofwel 'steunbetuigingen' voor een initiatief kan zowel met papieren als met elektronische formulieren. Voor papieren steunbetuigingen is een gestandaardiseerd formulier beschikbaar, in de bijlage bij de verordening. Bij het verzamelen van digitale steunbetuigingen gelden regels met betrekking tot privacy.

De verzamelde steunbetuigingen worden overgedragen ter controle. De lidstaten van de Unie moeten daartoe een instelling aanwijzen. Doel van deze controle is vast te stellen dat alle personen die hun steun betuigd hebben, daartoe ook bevoegd waren. Deze controles mogen plaatsvinden middels representatieve steekproeven. Na de controle wordt een certificaat afgegeven met daarop vermeld het aantal geldige steunbetuigingen.

Met de certificaten kunnen de organisators naar de Europese Commissie stappen, die het initiatief zal registreren en de organisators zal ontvangen en gelegenheid zal bieden hun initiatief in detail uiteen te zetten. Daarnaast kan ook een hoorzitting in het Europees Parlement worden georganiseerd.

Aantal handtekeningen per lidstaat

Het verdrag is niet heel duidelijk over het aantal handtekeningen dat per lidstaat verzameld moet worden. In de verordening is hier meer duidelijkheid over gekomen. Zo is bepaald dat de ondertekenaars van een initiatief uit ten minste een vierde van het aantal lidstaten moet komen. Met een Europese Unie van 27 lidstaten, komt dit neer op handtekeningen uit minimaal zeven landen. Daarnaast is ook een minimumaantal handtekeningen per lidstaat vastgesteld. Hiermee wordt voorkomen dat in kleine lidstaten relatief veel handtekeningen verzameld moeten worden, en wordt ervoor gezorgd dat een initiatief daadwerkelijk voor de hele Unie relevant is.

Het minimumaantal vereiste steunbetuigingen per lidstaat is het zetelaantal van de lidstaat in het Europees Parlement, vermenigvuldigd met 750. Dat komt neer op:

LidstaatMinimumaantal steunbetuigingen
België16.500
Bulgarije12.750
Tsjechië16.500
Denemarken9.750
Duitsland74.250
Estland4.500
Ierland9.000
Griekenland16.500
Spanje37.500
Frankrijk54.000
Italië54.000
Cyprus4.500
Letland6.000
Litouwen9.000
Luxemburg4.500
Hongarije16.500
Malta3.750
Nederland18.750
Oostenrijk12.750
Polen37.500
Portugal16.500
Roemenië24.750
Slovenië5.250
Slowakije9.750
Finland9.750
Zweden13.500
Verenigd Koninkrijk54.000

In artikel 19 lid 1 van het Toetredingsverdrag voor toetreding van Kroatië tot de Unie is bepaald dat voor de zittingsperiode van het Europees Parlement voor de jaren 2009-2014, na toetreding van Kroatië, het aantal parlementszetels zal worden uitgebreid met 12. Wanneer Kroatië toetreedt, moeten er dus minimaal 9000 handtekeningen in Kroatië worden verzameld, wil het land meetellen in het minimaal benodigde aantal lidstaten waar handtekeningen verzameld moeten worden.

Ingediende initiatieven

Hieronder de lijst met ingediende initiatieven tot en met 25 maart 2015, met de ontvangstdatum door de Commissie:

  • ACT 4 Growth (18 juni 2013)
  • Europees burgerinitatief voor media-pluralisme (19 augustus 2013)
  • Weed like to talk (20 november 2013)
  • Pour une Europe plus juste, neutralisons les sociétés écrans (1 oktober 2014)
  • Vite l'Europe sociale ! Pour une coopération renforcée des États membres contre la pauvreté en Europe. (19 december 2014)
  • A l'écoute (9 februari 2015)

Een ander initiatief genaamd Fraternité2020 wil meer geld van het EU-budget beschikbaar maken voor uitwisselingsprogramma's.[4] Daarnaast wordt een burgerinitiatief gepland door het Duitse Europarlementslid Martin Kastler, dat beoogt een verbod in te voeren voor winkels om op zondag open te zijn.[5]

Vergelijkbare initiatieven

In december 2010 verzamelde Greenpeace een miljoen handtekeningen voor een petitie tegen het toestaan van genetisch gemodificeerd voedsel in Europa, ondersteund door Avaaz.[6] Hoewel de petitie door Greenpeace een burgerinitiatief genoemd werd, is het nooit formeel geregistreerd bij de Commissie, omdat dit pas vanaf 1 april 2012 mogelijk is, waardoor het strikt genomen geen Europees burgerinitiatief is.

Petities voor respectievelijk Brussel en Straatsburg als vaste zetel Europarlement

Ook de internetpetitie opgezet door Cecilia Malmström, Eurocommissaris en voormalig Europarlementariër, is geen burgerinitiatief. Deze petitie, Oneseat genaamd,[7] wil het pendelen van het Europees Parlement tussen Brussel en Straatsburg stoppen. De petitie wil Brussel als vaste vestigingsplaats voor het Europees Parlement. Inmiddels is de petitie meer dan een miljoen keer getekend. De 'One City'-campagne,[8] wil juist van Straatsburg, vanwege haar symbolische betekenis, de enige vestigingsplaats van het Europarlement maken. Straatsburg, de Elzas en Lotharingen werden na de Franse nederlaag in de Frans-Pruisische Oorlog van 1870 Duits, en na de Duitse capitulatie tijdens de Eerste Wereldoorlog weer (voorgoed) Frans.

Deze twee elkaar beconcurrerende initiatieven kunnen niet als Europees burgerinitiatief worden aangemerkt. Om de zetel van het Europees Parlement te veranderen, is een wijziging van de Europese Verdragen noodzakelijk, hetgeen buiten de bevoegdheden van de Commissie valt.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.