Edgar Tinel

Edgar (Pierre Joseph) Tinel (Sinaai-Waas, 27 maart 1854 - Brussel, 28 oktober 1912) was een Vlaamse pianist en componist.

Edgar Tinel
Edgar Tinel in 1911
Algemene informatie
Geboren27 maart 1854
Overleden28 oktober 1912
Land België
Werk
BeroepComponist en pianist
Portaal    Muziek

Opleiding

Tinel maakte thuis kennis met de muziek. Zijn vader was koster en organist van de plaatselijke kerk. Hij kreeg van zijn vader de eerste muzieklessen, waarna hij lessen volgde bij Fredinand van Durme. Vervolgens studeerde hij aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel bij onder meer Louis Brassin (piano), Alphonese Mailly (orgel) en François-Auguste Gevaert (compositie). Hij sloot zijn studie af met een unaniem toegekende eerste prijs. Die stelde hem in staat een carrière als pianovirtuoos te beginnen. Optredens volgden in eigen land, maar ook over de grens.

Als pianist muntte Tinel uit in vertolkingen van de (vooral) Duitse Romantiek en de klassieken. Hij maakte naam met uitvoeringen van muziek van Beethoven, Liszt en Mendelssohn, maar vooral met werken van de door hem zeer bewonderde Schumann.

Componist

Toch kon het reizende solistenbestaan Tinel niet blijvend boeien. Hij begon zich toe te leggen op compositie. In 1877 kreeg hij de Belgische Prix de Rome voor zijn cantate Klokke Roeland, op tekst van Julius Sabbe. Het feit dat hij een Nederlandse tekst had gekozen, plaatste hem op de voorgrond als flamingant en velen zagen in hem de opvolger van Peter Benoit.

Zijn Vlaamse gezindheid was echter van bescheiden formaat. Weliswaar componeerde hij nog een Huldezang voor Hendrik Conscience, maar na zijn huwelijk met Emma Coeckelbergh, afkomstig uit Sint-Niklaas, werd in huize Tinel Frans gesproken. Zijn leerling Arthur Meulemans vertelde later dat hij Tinel nooit Nederlands hoorde spreken. Daar staat tegenover dat hij veel werk op Nederlandse teksten componeerde en een van de eersten was die gedichten van Guido Gezelle op muziek zette.

Tinel schreef veel vocale muziek. Naast een aantal wereldlijke cantates vooral liederen, het oratorium Franciscus waarmee hij tot ver over de Belgische landsgrenzen furore maakte, en twee opera's Godelieve en Katharina. Hij voelde zich sterk aangetrokken tot het mystieke katholicisme. Dit leidde tot talrijke religieuze composities. Instrumentale muziek schreef hij minder en kamermuziek ontbreekt geheel in zijn oeuvre, dat slechts één zuiver orkestwerk telt.

Pedagoog

Een matige gezondheid kon Tinel niet verhinderen naast zijn compositorische arbeid een aantal pedagogische taken op zich te nemen. In 1881 volgde hij Jacques-Nicolas Lemmens op als directeur van het Mechels instituut voor religieuze muziek, het latere Lemmensinstituut. Geleidelijk eiste deze pedagogische activiteit zoveel aandacht op, dat het componeren erbij inschoot. Uit de laatste jaren stammen vooral enkele gelegenheidswerken, zoals het pompeuze Te Deum uit 1905, geschreven bij de 75-ste verjaardag van het uitroepen van de Belgische onafhankelijkheid, of de zetting van Psalm 150, die hij schreef ter gelegenheid van de intrede van kardinaal Mercier als nieuwe aartsbisschop van Mechelen (1907). Hij was intussen aangesteld als inspecteur voor muziekonderricht in 1889 en werd professor aan het Brussels Conservatorium voor contrapunt en fuga in 1896, en directeur aan het einde van 1908.

Werk

  • Opera's: Godelieve, op.43; Katharina, op. 44
  • Koorwerken en cantates: Klokke Roeland, op. 17, cantate; Kollebloemen, op. 20, cantate, 1879, rev. 1889-90; Vlaamsche stemme, op. 25, voor vierstemmig mannenkoor; Te Deum, op. 26, voor vierstemmig gemengd koor en orgel, 1883; Psalm VI, op. 27, voor vierstemmig mannenkoor, 1891; Franciscus; op. 31, Trois Motets à la Sainte Vierge; op. 36, oratorium voor solisten, gemengd koor en orkest, 1890; Aurora, op. 37, voor vierstemmig mannenkoor,(1885); Psalm XXIX, op. 39, voor vierstemmig mannenkoor; Missa in honorem BMV de Lourdes, op. 41, voor vijfstemmig gemengd koor en orgel,1905; Cantique nuptial, op. 45, voor sopraan, tenor, orgel en piano of harp; Te Deum, op. 46, voor zesstemmig gemengd koor, orgel en orkest, 1905; Psalm CL, op. 47, voor vierstemmig mannenkoor, 1907
  • Instrumentaal: Pianosonate in f kl.t., op. 9; Orgelsonate in g kl.t., op. 29; Bunte Blätter op. 32 (korte pianostukken)* Orkestmuziek: Drie Symfonische Taferelen uit “Polyeucte” van Corneille, op. 21 (1881-82)
  • Liederen: o.a. Schilflieder, op. 10; Loverkens en Grafgezangen

Bronnen

  • Boeken over de componist
    • Ernest Closson: Sainte Godelieve de E. Tinel (Leipzig, 1879)
    • A. van der Elst: Edgar Tinel (Ghent, 1901)
    • P. Tinel: Edgar Tinel: Le recit de sa vie et I'eregese de son oeuvre de 1854 a 1886 (Brussels, 1923)
    • Le 'Franciscus' d'Edgar Tinel (Brussels, 1926)
    • Edgar Tinel (Brussels, 1946) J. Ryelandt: 'Notice sur Edgar Tinel', Annuaire de I'Academie royale de Belgique, cxvi (1950), 207
    • C. van den Borren: Geschiedenis van de muziek in de Nederlanden, ii (Antwerp, 1951), 239ff, 287ff, 335f, 367f
    • F. van der Mueren: 'Edgar Tinel', Musica sacra, 1xiii (1962), 113
    • J. Vyverman: 'Tinel, Edgar', BNB
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.