De zonnige kijk

Heer Bommel en de zonnige kijk (in boekuitgaven/spraakgebruik verkort tot De zonnige kijk) is een verhaal uit de Bommelsaga, geschreven en getekend door Marten Toonder. Het verhaal verscheen voor het eerst op 26 juli 1976 en liep tot 25 oktober van dat jaar.[1] Thema: Het ontstaan van luchtbellen in de economie.[2]

Vakantieaankondiging als inleiding tot de thematiek

Eenvoudige[3] lieden gaan ook in slechte tijden rustig slapen in de wetenschap dat hoogstaande figuren over hen waken. Bovenbaas AWS spreekt NG (Nahum Grind) aan over de oververhitting van de economie. NG geeft AWS de schuld omdat hij de olie zo omhoog heeft gegooid.[4] NG stelt afkoeling en afvloeiing voor. Volgens AWS is het al te laat, 3 minuten voor 12. Intussen zit heer Bommel tevreden uit te rusten in zijn leunstoel. Een maand lang. Zijn vorige avontuur was toch wel afmattend.[5]

Het verhaal

Ten zuiden van Rommeldam, tussen Gepermuiden en Westzijl ligt Krapkwelder. In een door hem professioneel gekraakte pulpmaalderij is professor Sickbock bezig met zijn grote uitvinding. Hij wil een element uit de vierde groep van het periodiek systeem blootstellen aan een hyperontlading. Er zou dan een monade moeten ontstaan, die hem al lange tijd voor ogen staat. Als krachtbron is hij door een gebrek aan middelen genoodzaakt de buitenbliksem via een geleider te gebruiken. Als de bliksem dan uiteindelijk inslaat, is het resultaat teleurstellend. Zijn transmutator-installatie is zelfs vernietigd. Hij komt echter in het bezit van een stuk glas, dat de troosteloze omgeving een gouden glans verleent. Heer Bommel krijgt buiten van de postbode een bankbrief overhandigd. Het is een bijschrijving van inkomsten, de rente. Het is een leuk bedrag dat door nietsdoen is verkregen. Juist als hij bedenkt dat hij er in stilte veel goeds mee kan doen, komt professor Sickbock langs wandelen. Heer Bommel wil eerst niets van hem weten, maar raakt toch wel weer in hem geïnteresseerd. Het blijkt te gaan om het maken van goud, en daar heeft de kasteelheer bepaalde herinneringen aan.[6] Binnen in het kasteel Bommelstein tekent heer Bommel een cheque van 100.000 florijnen. Hij krijgt zelf de helft van de opbrengst en loopt verder geen risico. Maar het bedrag gaat slechts om de voorlopige onkosten.

Een tijd later leest heer Bommel buiten in zijn bloeiende tuin een neerdrukkend krantenartikel. Het betreft een Open Brief van Tien Bovenbazen aan de Regering. Er is bezorgdheid over de ontwikkeling van het ondernemersklimaat. De kasteelheer begrijpt dat het over geld gaat, iets wat hijzelf ook heeft verstrekt aan die goudmakende professor. Voordat hij zich echt hieromtrent op kan winden, reikt bediende Joost hem een brief aan. En in dat schrijven wordt hij uitgenodigd om zijn investering te komen bekijken. Het adres bevindt zich nu in de Mergvallei.[7] Het gebouw is voorzien van een waterkrachtcentrale. Professor Sickbock zet zijn geldschieter een beschermende veiligheidsbril op en laat een klomp goud van 18 karaat zien.[8] Om de proefnemingen verder te helpen, schrijft de investeerder een nieuwe cheque uit van 1 miljoen florijnen. Hij krijgt de opdracht het goud maken geheim te houden. Heer Bommel neemt opgewekt afscheid met de veiligheidsbril nog op. Onderweg rijdt hij roekeloos commissaris Bulle Bas ondersteboven en eindigt met de Oude Schicht in de hooiberg van landbouwer Har Vorkel. De kasteelheer telt lachend de bankbiljetten uit zijn portefeuille, totdat de gedupeerde in gewetensnood het genoeg vindt. De commissaris wordt op de hoogte gebracht van de goudfabricage. En dat in een tijd dat iedereen op de nullijn staat bij stijgende prijzen. Heer Bommel nodigt Bulle Bas uit hem in te schakelen als hij iets nodig heeft.

De bovenbazen, oliekeizer A.W. Steinhacker en staalkoning Siluur Krok hebben last van een oververhit ondernemingsklimaat. AWS wil nu de bankbiljettenpers aanzetten[9] maar de staalkoning wijst dat af. AWS blust zelf een oliebrand met nitroglycerine en ziet daarin een goede vergelijking hoe nu te handelen. In de controlekamer blijkt inmiddels dat het al één voor twaalf is. Secretaris Steenbreek krijgt opdracht opnieuw een tweede en nu nog pittiger brief te schrijven. De volgende ochtend leest burgemeester Dickerdack in zijn ochtendblad de ‘Tweede Open Brief van de Bovenste Tien aan de Regering’. Hij deelt zijn zorgen met commissaris Bulle Bas. Laatstgenoemde wijst hem op heer Bommel, die beweert goud te kunnen maken. Op dat moment dient de secretaris van de Multinationale Olie Unie, de heer Steenbreek zich aan. De burgemeester brengt hem op de hoogte van een goudmakende ingezetene van Rommeldam. Heer Steenbreek verlaat verschrikt het vertrekt, in de wetenschap dat OBB er achter zit. Steenbreek neemt afscheid van de burgemeester met de woorden: “Het ragfijn spel van deze manipulant is maar al te bekend!” Tot de verbazing van de secretaris heeft OBB, nog steeds met zijn veiligheidsbril op, geen enkel bezwaar tegen een wetenschappelijke controle van zijn goud. De volgende morgen krijgt zijn compagnon professor Sickbock over de post een daartoe strekkend verzoek overhandigd. De professor zal dus meer oogschermen moeten vervaardigen.

Twee dagen later rijdt een zwarte limousine voor bij kasteel Bommelstein. Secretaris Steenbreek brengt auroloog doctor Lurx mee, die zich nooit vergist. Terwijl secretaris Steenbreek zijn gemak ervan neemt op een bankje in de zon, rijden de geldschieter en de auroloog naar de Mergvallei. Daar aangekomen brengt geleerde Sickbock een verandering aan in de contractuele samenwerking met zijn geldschieter. Niet langer 50/50, maar alle opbrengsten en alle verantwoordelijkheid zijn nu voor heer Bommel. Laatstgenoemde tekent glimlachend in duplo, nog steeds met zijn veiligheidsbril op het hoofd. Een dergelijke bril weigert de auroloog uit handen van de professor aan te nemen. Heer Bommel vangt de weggeworpen bril op uit de lucht en zet hem van achteren toch op het hoofd van doctor Lurx. Heer Bommel en auroloog Lurx kijken bewonderend naar 437 kilogram 18 karaats goud. Volgens professor Sickbock met een waarde van om en nabij de 2 miljoen florijnen.[10] Hoewel auroloog Lurx en geldschieter Bommel tevreden wegrijden, gesierd door hun veiligheidsbrillen, is de professor er niet gerust op. Maar voorlopig kan hij verder met de monade-proeven. Secretaris Steenbreek zit geduldig in de zon de ontwikkelingen af te wachten. Maar nadat auroloog Lurx hem op de hoogte brengt van 473 kg en 18 karaat, moet hij er als een speer vandoor.

Secretaris Steenbreek brengt AWS op de hoogte van de goudkeuring. “Lurx was tevreden, vreemd tevreden.” AWS houdt niet van die laatste toevoeging maar de opmerking van een zonnebril bij de auroloog laat hij passeren. AWS weet genoeg. OBB kan goud maken. Dat betekent afkoeling. Steenbreek wil de raderen niet in beweging zetten want eerst moet de regering worden ingelicht. AWS waarschuwt nog één keer: “Eerst wij, dan de regering, dat moest je zo langzamerhand weten. Vooruit, ga stoom afblazen!” AWS geniet aan zijn sigaar trekkend. Er ontstaat een gunstiger ondernemersklimaat.

Tegen het vallen van de avond komt ambtenaar eerste klasse Dorknoper bij de kasteelheer langs in verband met de goudkwestie. De echtheidsverklaring is ontvangen en de 437 kilo wil de overheid graag overnemen. Vervolgens gaarne een vervolglevering van een miljoen kilo goud. Heer Dorknoper wil al meteen een prijs overeenkomen met heer Bommel, maar die zit daar niet op te wachten. Geld speelt geen rol en dat komt doordat hij goud kan maken. Auroloog Lurx was daar niet meer van overtuigd, nadat hij zijn veiligheidsbril had afgezet. Zijn probleem is echter dat hij een certificaat van echtheid inmiddels al heeft afgegeven. Ambtenaar Dorknoper ziet tot zijn genoegen dat heer Bommel 100% eigenaar is van de goudmakerij. Hij kan zich morgenochtend bij de Rommeldamse Bank melden om het goud te laten vergelden. Hij dringt wel aan op strikte geheimhouding en een zwaar bewapende legereenheid zal zijn pand in de Mergvallei gaan bewaken.

De volgende ochtend wordt heer Bommel op de Rommeldamse Bank de werking van de notenpers gedemonstreerd. De notenpers zet het goud om in florijnen, stapels bankbiljetten. Maar zonder goud[11] geen banknoten anders ontstaat er een inflater van de luchtleiding, ofwel inflatie. Heer Bommel is dol enthousiast over de zichtbare productie van echt geld. Onderweg naar huis komt hij Tom Poes tegen, die in zijn eentje een voettocht heeft gemaakt. Hij praat zijn jonge vriend bij over de ontwikkelingen, die natuurlijk erg geheim zijn. Tom Poes vraagt zich slechts af waarom hij een bril opheeft. Heer Bommel vindt dat niet belangrijk. Een bank die geld maakt uit goud, dat is pas interessant. Het gesprek wordt toevallig opgevangen door Alexander Pieps. Laatstgenoemde vindt het maken van goud veel interessanter dan zijn dagelijks werk op het stadslaboratorium. Hij holt terug naar het laboratorium naar zijn chef professor Prlwytzkofsky. Die staat zeer sceptisch ten opzichte van het goudmaken door ‘der Boml’. Hij vraagt zich af of auroloog Lurx dat goud goed onderzocht heeft.[12]

Heer Bommel rijdt met Tom Poes als passagier richting kasteel Bommelstein. Door het vertekenend beeld van de veiligheidsbril, die hij immer op heeft, levert dat leuke plaatjes op. De Oude Schicht wordt gelanceerd bij een ophaalbrug over de rivier de Rommel. Tom Poes waarschuwt wel, maar zijn vriend rijdt door de afsluitboom heen. Hij rijdt over de daken van een vrachtauto en enkele andere voertuigen, die aan de andere kant van de rivier staan te wachten. Als heer Bommel vervolgens rustig door rijdt, weet Tom Poes dat deze zonnige kijk door de bril moet komen die zijn vriend op zijn hoofd heeft. Ook auroloog Lurx is overtuigd van de zonnige kijk, die deze veiligheidsbril opwekt. Hij wordt streng onderhouden door professor Prlwytzkofsky, die indringende vragen stelt. Na diens vertrek trapt auroloog Lurx de bril in zijn wanhoop tot gruis. Op het kasteel is Joost blij met de ontspanning in het geldwezen, door de ragfijne manipulaties van de heer Bommel. Zijn 4 aandeeltjes zijn mooi gestegen. Tom Poes zegt echter : “Hm”. Hij kondigt aan de manipulaties en de bril te gaan onderzoeken. Joost meldt OBB tevens een diner afspraak bij AWS, persoonlijk afgegeven door secretaris Steenbreek. De uitnodiging is voor heer Bommel een genoegen. Het diner begint in een prettige sfeer, waarbij OBB van AWS, de bovenbaas van de Bovenste Tien, zelfs het aanbod krijgt voorzitter van de Raad van Elf te worden. AWS wordt echter vervolgens dringend gestoord door zijn secretaris. Doctor Lurx heeft ontslag genomen en is in overspannen toestand naar het buitenland vertrokken. Deze keer wordt heer Bommel met zachte drang terug in zijn limousine geleid. AWS heeft het druk nu het diner is afgelopen.

Tom Poes heeft zijn eigen problemen. Hij wordt op zijn ontdekkingstocht in de Mergvallei door het leger tegengehouden, dat de goudmakerij streng bewaakt. Professor Sickbock ziet tevreden dat hij nu rustig verder kan werken aan zijn monade, het tot leven wekken van dode stof. Ook zijn stemming daalt als hij om middernacht op zijn transistorradio hoort dat de beroemde auroloog ontslag heeft genomen. Hij besluit nog meer brillen te maken om lastige vragen te maskeren. Dat de brillen op eenieder effect hebben blijkt al meteen de volgende ochtend. AWS dicteert Oriana Knak enige pittige brieven inzake nieuw goudonderzoek en de opvolging van Lurx, als hij via Steenbreek een pakje met een bril krijgt aangereikt. Hij besluit het kantoor een dagje vrij te geven om van de mooie zomerdag te gaan genieten. Secretaris Steenbreek belt naar staalbaron Siluur Krok door dat AWS een inzinking heeft. Maar die is getooid met dezelfde zonnige kijk, want zelfs een bovenbaas heeft recht op een dagje vrij. Ambtenaar Dorknoper is intussen met de stadsgeleerde Prlwytzkofsky onderweg naar de Mergvallei. Hij deelt de professor terloops mede dat doctor Lurx ontslag heeft genomen. Binnen wijst professor Sickbock op het feit dat de hele onderneming op naam staat van heer Bommel. Dorknoper wil echter goedschiks of met de sterke arm het goud zien. De professor stemt toe als de heren allebei een veiligheidsbril op zetten. Professor Prlwytzkofsky vindt dat oplichterij.[13] Tom Poes heeft uiteindelijk via de top van de berg ook de buitenplaats van het laboratorium bereikt, alwaar hij uitgehakte klompen goud aantreft. Op het moment dat professor Prlwytzkofsky een goudklomp aan de proeving van Tuthorn wil onderwerpen, geeft Tom Poes door het openstaande raam zijn mening. Het is gewoon een verguld rotsblok, omdat hij een pot verguldsel heeft gevonden tegen de bergwand. Terwijl de hoogleraar zijn jas weer aantrekt en professor Sickbock uitlegt wie de eigenaar van de vergulde steenklompen is, trekt ambtenaar Dorknoper zijn boekje. “Dat ziet er niet best uit voor heer Bommel. Oplichting met namaakgoud, dat gaat in de zeven cijfers lopen. “ Tom Poes rent schuldbewust weg om zijn vriend te waarschuwen.

Heer Bommel is met een fraaie bos paarse obelieren op weg naar zijn buurvrouw. Hij wil enthousiast naar Tom Poes springen, die aan de andere kant van de rivier staat te roepen. Hij struikelt echter het water in en verliest zijn bril. Hij krijgt last van een neerdrukkende stemming, waaruit Tom Poes direct concludeert dat de verloren bril daar debet aan is. Voordat hij een list kan verzinnen, meldt ambtenaar eerste klasse Dorknoper zich al bij de rivier. Het goud is vals gebleken en het geld moet worden aangezuiverd. Mistroostig zet de kasteelheer zijn veiligheidsbril maar weer op. Hij maakt grapjes tegenover de doorpratende ambtenaar, die vervolgens uit zijn slof schiet. De houding van heer Bommel is misdadig. Morgen moet het geld aangezuiverd zijn, anders wordt er beslag gelegd op de bezittingen. En de oplichter zal in verzekerde bewaring worden gesteld. Onder de overpeinzing, stel je zorgen uit tot morgen, loopt heer Bommel over de rivierbodem terug naar de Oude Schicht.

AWS probeert te genieten van zijn eerste vrije dag. Hij ontwaakt uit zijn goede humeur als hij zijn bril gaat oppoetsen. Bovendien komt zijn secretaris opgewonden melden dat een zekere ‘Profski’ heeft vastgesteld dat het goud van OBB nep is. Er dreigt een lelijke inflater en de beurs is aan het kelderen. AWS verwenst OBB, paniek maken en aandelen opkopen op een lagere stand, of zit er toch nog iets anders achter? AWS geeft opdracht aan secretaris Steenbreek onmiddellijk OBB aan te pakken. Heer Bommel en Tom Poes lopen samen terug naar huis, als ze worden opgewacht door Steenbreek en twee gorilla-achtige begeleiders. Als heer Bommel geen serieus gesprek wil aangaan, geeft de secretaris met opgeheven regenscherm het teken tot geweld. Door het plotsklaps plukken van een bloeiende paardenbloem door de kasteelheer, slaan de twee kleerkasten elkaar buiten westen. Secretaris Steenbreek rest niets anders dan verbaasd weg te lopen. Maar Tom Poes wijst zijn vriend er nogmaals op dat Dorknoper en Steenbreek natuurlijk terugkomen. Op het kasteel is bediende Joost ontdaan over de waardedaling van zijn stukjes en het bezoek van Steenbreek met zijn twee gorilla’s. Hij biedt zijn ontslag aan en vertrekt onmiddellijk. Tom Poes dringt er nogmaals op aan de bril af te zetten, maar dat is aan dovemansoren gezegd.

Op het dak van zijn kasteel ziet heer Bommel die nacht dat de maan erg zonnig is. Buiten geeft secretaris Steenbreek opnieuw opdracht aan zijn medewerkers de kasteelheer licht verdoofd bij hem te brengen. Geheel onbedoeld vallen de twee gemaskerde gedaantes in een luik bij hun poging heer Bommel te grijpen. Ze liggen een paar tellen later zelf zwaar verdoofd een tiental meter lager op de grond, waarop de kasteelheer de toren met een sleutel afsluit. Tom Poes komt de twee handlangers van Steenbreek de andere ochtend zwaar strompelend tegen. Heer Bommel heeft ondanks zijn bril niet meer zo’n zonnige kijk. Zijn ochtendpap is aangebrand en er komt rook uit de keuken. Op dat moment komt ambtenaar Dorknoper zijn geld halen. Twee miljoen driehonderdduizend florijnen en 69 duiten. Vermeerderd met 513 florijnen en 3 oortjes kosten. Heer Bommel vraagt hem de bank maar te bellen. Maar op het banktegoed is reeds beslag gelegd en dat was niet genoeg. Tom Poes denkt met een list de zaak te kunnen redden. Hij laat ambtenaar Dorknoper de bril van heer Bommel proberen, maar dat leidt bij een ambtenaar eerste klasse tot niets. Heer Bommel mag zijn ruitjesjas en 10 florijnen houden. Maar op kasteel en de Oude Schicht is beslag gelegd. En het kasteel wordt morgen al verkocht. Tom Poes loopt nu met de bril in zijn handen, waarop zijn vriend nu zelf vraagt die bril toch weg te gooien. Zijn goede vader zei altijd: “Geld speelt geen rol”, maar nu is er geen geld meer. Tom Poes vertrekt met de bril in zijn hand op een drafje van het toneel.

Beschermd door het leger gaat ambtenaar Dorknoper verder met beslaglegging. Ook het laboratorium in de Mergvallei is voor 100% eigendom van heer Bommel. Professor Sickbock staat er handenwringend bij en speelt open kaart. De goudmakerij was slechts een dekmantel. De oven, die het roze glas produceert mag worden verkocht. Maar hij wil tevergeefs zijn formatorium monadum behouden. Ambtenaar Dorknoper wijst echter op de schrootwaarde van de apparatuur. Hierop verlaat professor Sickbock de Mergvallei.

De verkoop anderdaags van slot Bommelstein werd door een groot bord aangekondigd. Zoals gebruikelijk wijst de markies de Canteclaer zijn buurman erop, dat hij de steenklomp zal kopen en slopen. Zijn buurvrouw Doddeltje wil hem wel onderdak en stamppot aanbieden nu hij gaat verhuizen. Maar heer Bommel zegt dat hij geen tijd heeft omdat hij moet proberen een ramp te voorkomen. Waar de opstelling van Doddeltje een opsteker voor hem is, is het gedrag van zijn vriend Tom Poes een teleurstelling. Die is weggelopen toen hij zag dat Bommelstein dicht werd geplakt. Tom Poes is echter met een list onderweg naar de gebouwen van de Olie Unie. Daar zijn de bovenbazen bijeen in een spoedvergadering. De meeste zien de ernst van de situatie wel in, maar Benedictus G. Richel en Asaph Kilkril hadden hun roze brillen opgehouden en zitten glimlachend aan de onder zorgen gebogen tafel. Na een hoog oplopende discussie over inflater en inflatie, zetten de laatste twee bovenbazen hun bril af onder druk van een woedende AWS. De vlam is in de pan! De roze glazen van OBB zijn levensgevaarlijk. Daarom moeten de bovenbazen weten wat hij van plan is. Op dat moment belt Tom Poes aan. Hij kondigt aan bij secretaris Steenbreek, dat hij als enige weet wat OBB van plan is.

Heer Bommel zelf heeft zonder enig vastomlijnd idee de stad Rommeldam bereikt. Commissaris Bulle Bas houdt de nieuwbakken zwerver ernstig in de gaten. Hij raadt hem aan maar te verdwijnen. Heer Bommel ziet wel in dat er voor hem geen overbruggingssteun beschikbaar is. Op dat moment klimt langs de touwladder van een rondcirkelende helikopter secretaris Steenbreek naar beneden. Die heeft een bod van AWS voor zijn vinding. Drie miljoen florijnen. Heer Bommel weet niet waar het over gaat. Maar Steenbreek heeft de kaarten goed in de hand. AWS houdt van een grapje en daarom gaat zijn secretaris daarin mee. Maar de tijd van scherts is voorbij. Het spel is uit, het plan is doorzien. Het eindbod is 3,5 miljoen florijnen. Secretaris Steenbreek heeft een volmacht tot dat bedrag. “Wat zegt u?”.

De volgende dag is er onder leiding van ambtenaar eerste klasse Dorknoper de verkoop van het kasteel. Behalve Joost en Tom Poes zijn er niet veel belangstellenden en potentiële kopers. De markies zet in op 7 duizend florijnen. De voorzitter van de kleine Club biedt 10 duizend, waarop de markies met 15 duizend het laatste bod heeft. Heer Bommel biedt uit het niets twee miljoen driehonderdvijftig duizend florijnen.[14] Hij betaalt met een cheque van de Verenigde Olie Unies van 3 miljoen vijfhonderdduizend florijnen. Hij heeft als heer een hekel aan schulden. Er breken voor ambtenaar Dorknoper nu administratief drukke tijden aan. Het opheffen van alle beslagen en het regelen van de afbetalingen. Tom Poes komt op heer Bommel af en stelt dat het op het nippertje was. Zijn vriend is blij dat hij het geld eerlijk heeft verdiend. Tot zijn verbazing weet Tom Poes hoe dat gegaan is. De roze brillen zijn verkocht! Maar heer Bommel geeft toe dat zijn vriend het bij het rechte eind heeft. De bovenbazen hebben de roze brillen gekocht omdat de brillen niet de moeilijkheden oplossen, maar omdat ze dan wel makkelijker te dragen zijn. Tom Poes is het er helemaal mee eens. “Ellende is niet zo erg, als je er een zonnige kijk op hebt.” Op dat moment komt professor Sickbock uit de schaduw tevoorschijn. Hij wenst zijn zakenpartner geluk. Grote geesten doen het werk en harde zakenlieden strijken het geld op. Maar hij gunt heer Bommel de winst, hoewel het bitter is in de koude herfst. Tom Poes wil zijn vriend wegtrekken uit dit gesprek. Professor Sickbock wilde hem door een contractje voor de ellende laten opdraaien maar heer Bommel ziet het anders. Hij heeft zichzelf in de ondergang gestort, en de professor heeft een aandeel aan het herstel geleverd. Hij krijgt 50% van de winst.[15] Professor nam met een dunne glimlach de cheque in ontvangst. “Ei, ei, dat is mooi van u mijn waarde! Nu heb ik genoeg om mijn monadeproeven voort te zetten! Ge zult nog van mij horen.” Wanneer de geleerde wegloopt zegt Tom Poes: '‘Hm”. Heer Bommel legt Tom Poes uit dat je als zakenman de dingen breed moet zien. Hij vindt dat hij wel een maaltijd heeft verdiend. Op dat moment komt een glunderende bediende Joost zich melden. Hij wil gaarne weer in dienst treden, temeer nu zijn stukjes weer omhoog zijn gegaan.

Die avond is ook de buurvrouw op het afsluitend etentje uitgenodigd. Doddeltje was de enige die heer Ollie steunde. Daarom kon hij doorgaan met de roze brillen. Want dat was toch wel iets bijzonders. Tom Poes legt uit dat secretaris Steenbreek dat ook vond. Tom Poes heeft de bovenbazen verteld van het ragfijne spel. Vals goud maken om de waarde van de roze brillen aan te tonen. Heer Bommel beseft nu tot zijn verbazing dat Tom Poes achter de helikopter zat. Maar het was uitstekend werk, hij had het zelf kunnen bedenken en daarbij zet hij de roze bril maar weer eens op. Op de Kleine Club gebruikt de burgemeester de bril bij het lezen van de krant. De markies wijt het huidige slappe beleid juist aan deze zonnige kijk. Zelfs AWS gebruikt de roze bril om de mededelingen van zijn secretaris Steenbreek te filteren. Hij wijst zijn ondergeschikte op een stijgende lijn. De verkoop van de roze brillen. Ook al is het maar een klein postje. “Het gaat erom, een zonnige kijk op de dingen te houden, vandaag de dag.”

Voetnoot

  1. Zoek voor de afleveringen op "Heer Bommel en de zonnige kijk" in het archief van de Nederlandse Koninklijke Bibliotheek www.kb.nl onder "delpher"
  2. Zie ook de latere theorie van Nobelprijswinnaar Robert Shiller
  3. Marten Toonder gunde heer Bommel één hele maand vakantie. Het nieuwe verhaal begint pas op 26 juli. De Volledige Werken drukken achterin plaatje 8593 af, een vakantieaankondiging, en dat is tevens een goede inleiding op de heersende economische problemen. Het verhaal start vervolgens met strip 8594 op 26 juli.
  4. Zie voor de machtsverhoudingen tussen deze twee bovenbazen: De bovenbazen. In 1973 speelde de eerste oliecrisis, die in 1976 de economie nog in haar greep had. AWS bezit alle olie.
  5. Zie: Het vergeetboekje.
  6. Lees over dit onderwerp: De loodhervormer.
  7. Circa 3,5 km ten oosten van het kasteel.
  8. 75%
  9. In 2007 opgepakt door Ben Bernanke
  10. Zie voor de ontwikkeling van de goudprijs de laatste vijftig jaar: Goud.
  11. Zie voor de uitleg de Gouden Standaard.
  12. De hoogleraar noemt het soortelijk gewicht en de goudproeving van Tuthorn.
  13. Hij gebruikt de Duitse term ‘hoogstapelarij’ .
  14. Dat bod is boven de waarde van de inbeslagname.
  15. Ruwweg is de winst te schatten op 2,4 miljoen florijnen. Verkoopwaarde minus 2 cheques van 1,1 miljoen.

Hoorspel

Voorganger:
Het vergeetboekje
Bommelsaga
26 juni 1976 - 25 oktober 1976
Opvolger:
De grijze kunsten
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.