De talisman (Toonder)

Tom Poes en de talisman (in boekuitgaven/spraakgebruik verkort tot De talisman) is een verhaal uit de Bommelsaga, geschreven en getekend door Marten Toonder. Het verhaal verscheen voor het eerst op 21 juni 1947 liep tot 9 september 1947. Thema: Infiltratie in een subversieve groepering.

Het verhaal

Toen na het diner[1] burgemeester Dickerdack en politiecommissaris Bulle Bas vertrokken waren, genoten Heer Ollie en Tom Poes van een welverdiende nachtrust. Maar de volgende morgen stelt heer Bommel voor om een eindje met de Oude Schicht te gaan rijden. Heer Ollie voelt zich nog wat suf van de betovering, maar Tom Poes werpt tegen dat er wel van bedwelming met chloroform sprake was, maar niet van enige betovering. Tom Poes legt vervolgens onderweg helder de voorbije gebeurtenissen nog eens uit en ze stoppen bij een boerenherberg, waar ze buiten genieten van een glaasje limonade. Zo zien ze een grote glanzende auto naast de Oude Schicht stoppen. De passagier ziet er indrukwekkend uit met hoge hoed en wandelstok en stapt vervolgens luchtigjes de herberg in. De taxichauffeur komt vervolgens 24,83 bij heer Bommel afrekenen.[2] De baron heeft geen kleingeld op zak en verwijst voor de betaling naar een oude vriend aan een tafeltje met limonade. Heer Bommel geeft de chauffeur een bankbiljet en ziet in de herberg dat de baron al aan het eten is.

Heel snel daarna zitten ze met zijn drieën aan een tafel en op een vraag van Tom Poes maakt de vreemdeling zich bekend als Joris baron Goedbloed.[3] Na het eten staat de baron erop zelf af te rekenen met de waard, waarna hij vertrekt. Nadat heer Bommel vol bewondering naar de dikke portefeuille van de baron heeft gekeken, merkt hij wat later dat zijn eigen betaalbundel verdwenen is. En buiten gekomen zien de twee vrienden de Oude Schicht zonder hen wegrijden. Het voornemen van heer Bommel om zichzelf ook met een hoge hoed en wandelstok uit te rusten, is hiermee van de baan. Mopperend lopen ze naar slot Bommelstein, maar daar zit binnen de vreemde baron in een fauteuil.

Goedbloed heeft een talisman in de vorm van een knikker bij zich en die wil hij wel voor goed geld verkopen.[4] Het ding zou alle wensen vervullen en blijkt bovendien te werken: heer Ollie mag één gratis wens doen en heeft nu een altijd brandende pijp. De baron vertrekt in een huurauto en hij heeft de Oude Schicht netjes achtergelaten voor de garage. Bediende Joost serveert het avondmaal, maar de pijp wijkt niet uit heer Ollies mond. Teleurgesteld gaat hij naar zijn slaapkamer, maar ook in bed wijkt de pijp niet van zijn mond. Bovendien kwellen hem gedachten waarin Tom Poes hem uitlacht. Hij zal vast zeggen dat de talisman niet deugt en hij heeft nog gelijk ook. Ook zijn herhaalde wens 'dat de pijp uitgaat', wordt niet vervuld. Verontwaardigd stormt de kasteelheer de logeerkamer in om bij Tom Poes zijn beklag te doen. Die concludeert na enig denkwerk dat Joris de talisman na betaling heeft omgeruild voor een gewone knikker. Vervolgens weet hij met behulp van een opengeslagen telefoonboek na enig belwerk de baron te traceren bij heer Ollies buurman.

Intussen heeft Joris Goedbloed als graaf Edelhardt belet gevraagd bij de markies de Canteclaer. Maar laatstgenoemde edelman is goed op de hoogte van rangen en standen en herkent bovendien in hem baron Goedbloed, de gesignaleerd staande oplichter. Hij gebruikt zijn eerste wens met de talisman om zijn eerste dichtbundel Manestraaltjes vorm te geven. Er verrijst een enorme stapel papier op zijn bureau, alle dicht beschreven in zijn eigen handschrift. Het eerste gedicht lijkt inderdaad op een echte “De Canteclaer”.[5] Terwijl Joris het gedicht prijst en onderhandelt over het aantal goudstukken in ruil voor de talisman, verwisselt Tom Poes bij het openstaande raam de talisman voor een echte knikker. Even later ontvangt heer Bommel de talisman terug en wenst met succes dat zijn pijp en in zijn zak blijft zitten, totdat hij hem weer opsteekt. Heer Bommel is nu heel tevreden, maar Tom Poes maakt zich zorgen. De markies krijgt nu de knikker van Tom Poes. Maar heer Bommel legt hem messcherp uit dat Joris de knikker van Tom Poes zal gaan ruilen voor een nepper. Dus de enige die echt bedrogen wordt is de baron, Joris Goedbloed. Die krijgt de knikker van Tom Poes. De markies zou toch al worden opgelicht.

De tevreden heer Bommel wenst zich vervolgens een nieuwe auto. Er verschijnt een zwarte slee met veel nikkel, maar Tom Poes zegt: “Hm”. Terug op het kasteel Bommelstein komt een zwaargebouwd figuur verhaal halen. Hij herkende de Oude Schicht, die plotseling in zijn garage stond, en hij komt nu de ruil even ongedaan maken. Met een aantal bankbiljetten weet de kasteelheer de gevolgen van de tijdelijke ruil af te kopen, zodat de chauffeur tevreden terug rijdt in zijn eigen slee. Heer Bommel begint iets te begrijpen van de moeilijkheden die de talisman oproept en Tom Poes stelt voor de talisman terug te verkopen aan Joris Goedbloed. Maar heer Bommel wil nog één wens doen. Hij wenst minister te worden. Tom Poes vindt dat het gevaarlijkste dat hij kon wensen, maar heer Bommel ziet het als zijn plicht. Bediende Joost kondigt vervolgens een gevolmachtigde van de regering aan. Deze heer Beutszelaer van Dubbeldaedt is inderdaad gemachtigd om heer Bommel de vacante portefeuille van Bijzondere Zaken aan te bieden. Tevreden zet de kasteelheer zijn naam en is daarmee minister geworden. De volgende ochtend zal de dienstauto hem ophalen. Tom Poes zegt: ”Hm”, maar heer Bommel is zo tevreden dat hij het jammer vindt dat zijn goede vader het niet heeft mogen meemaken.

De andere dag is heer Bommel inderdaad excellentie. Op het ministerie van Bijzondere Zaken krijgt hij de ornamenten uitgereikt, een lint en een steek. Heer Bommel heeft intussen besloten de belastingen en de scholen af te schaffen. Maar de routine komt binnen lopen in de persoon van zijn persoonlijk secretaris. Jonathan P. Kamgaren Pzn. En met hem de directeur- generaal de heer C. Opdenkeeper. Rookverboden opheffen en hondenhokken toestaan zijn de actuele kwesties. De nieuwbakken minister gooit vervolgens zijn twee hoogste ambtenaren met hun papieren zijn kamer uit. Vervolgens komt zijn Rommeldamse buurman de markies De Canteclaer van Barneveldt verhaal halen. Hij beschuldigt heer Bommel van diefstal van zijn talisman. Ontkennen helpt niet.[6] De minister van Justitie wordt door de markies ingelicht, die heer Bommel op zijn kamer ontbiedt en koelbloedig arresteert.

De volgende dag leest Tom Poes de arrestatie van zijn vriend, de minister van Bijzondere Zaken in zijn krant. Hij kan heer Bommel in zijn cel opzoeken omdat hij de status heeft van 'Politiek Twijfelgeval'. Hij raadt hem zelfs aan zijn talisman nog eens te gebruiken, maar die is op het kasteel Bommelstein achtergebleven. Tom Poes hoort van Joost dat die de gezochte knikker aan zijn achterneefje heeft gegeven. Het kereltje woont op het Molenpad[7] en Tom Poes treft hem buiten aan in een knikkerpartij met zijn broertje. Tom Poes hoort en ziet een spelertje alle knikkers van het dorp wensen, hetgeen resulteert in een grote berg knikkers, waarin het drietal bijna verdwijnt. Wonder boven wonder slaagt Tom Poes erin de talisman te vinden in een grote hoop knikkers te midden van twee vechtende achterneefjes. Hij weet alleen niet zo snel niet wat te wensen en wenst uiteindelijk maar dat heer Ollie wordt vrijgelaten.

Intussen is heer Bommel voor een rechter geleid, die moeite heeft met vast te stellen wie er voor hem staat. Hij houdt het op Jaspers, waarna de beklaagde zich bekendmaakt als Bommel. Hij wordt door de rechter daarop beschuldigd van hoogverraad,spionage en oplichting van de staat. Heer Bommel wordt voor 5 jaar verbannen naar een werkkamp. Na 5 jaar zal zijn zaak opnieuw voorkomen. Volgens zijn bewaker wordt de kasteelheer nu opgeleid als zakjesplakker of slootgraver en afgevoerd naar het werkkamp. Onderweg wordt de transporterende vrachtwagen overvallen door Prepr Prolsk en Kobbe Kuip, die het op makker Bommel hebben voorzien. Hij is nu een vrij man maar moet even mee naar de Bovenste Raad van de Gorgonistische Partij, die besloten heeft heer Bommel tot hetman te benoemen. Heer Bommel ziet plotsklaps weer nieuwe kansen voor revolutie, de markies wegjagen en de minister van Justitie ontslaan. In een vervallen pand in de stad Rommeldam zit achter een tafel Jantje, die orders uitdeelt. Heer Bommel gaat de revolutie leiden maar moet portefeuille,ruitjesjas en kasteel aan de Partij afstaan. Bovendien krijgt hij een koffertje met tijdbom om het postkantoor van Rommeldam op te blazen.

Op de stoep van het kasteel Bommelstein zit Tom Poes op de terugkeer van heer Ollie te wachten. Hij twijfelt aan de kracht van de talisman en wenst nu bij heer Bommel te zijn. In plaats daarvan komt commissaris Bulle Bas in een motor met zijspan aanrijden. Hij geeft les over de Gorgonisten. Die zijn niet alleen ontevreden met het bestuur, maar ontvoeren nu ook hoge omes, schrijven dreigbrieven en plegen bomaanslagen. Tom Poes stapt vervolgens in het zijspan als nieuw geworven burgerinfiltrant.[8] De politiecommissaris laat hem uitstappen in een armoedig deel van de stad en wenst hem succes.

Tom Poes gaat met een taxi achter een vreemdeling aan met een opvallende hoed en een baard. In het postkantoor blijkt het heer Bommel te zijn met een bomkoffer. De twee vrienden vluchten weg en Tom Poes dropt de bomkoffer in de gracht, zodat ze allebei nog nat worden van het opspattende water. In een klein café praat heer Ollie Tom Poes bij. Laatstgenoemde heeft nu een plan en gaat met de talisman naar het hoofdkwartier van de Gorgonisten. Jantje is wel in voor een proef en wenst het verplaatsen van zijn hoofdkwartier naar slot Bommelstein. De Gorgonisten overleggen onderling wat de tweede wens moet zijn. Maar ze wensen geen geld, bommen of wapens! Hun leider Jantje heeft een laatste wens, het uiteindelijke doel:

"Ik wens, dat we met regeringsauto’s worden afgehaald en in de regeringsgebouwen worden ondergebracht waar we recht op hebben."

In de tussentijd bekijken ze de wijnkelder van het kasteel. Tom Poes heeft intussen buiten het kasteel heer Bommel opgevangen en de situatie uitgelegd. Commissaris Bulle Bas komt aanrijden in zijn motorzijspan en dreigt de ontsnapte heer Bommel te arresteren. Die rept van een bom,postkantoor en ontploft in het water. Tom Poes legt uit dat deze bomaanslag is verijdeld en dat de Gorgonisten op Bommelstein bivakkeren. Vervolgens gaat Tom Poes poolshoogte nemen op het kasteel en ziet de revolutionairen vrolijk dineren met de kasteelwijn. De volledige politiemacht van Rommeldam is intussen bij het kasteel gearriveerd. Brigadier Snuf krijgt opdracht de achterkant te bewaken, terwijl Bulle Bas de voordeur binnen gaat. Heer Bommel treedt met hem binnen en beschuldigt de Gorgonisten van huisvredebreuk. Hierop beseft Jantje dat hij een domme wens heeft gedaan.

Vanwege zijn vermeende rol bij de infiltratie wordt heer Ollie alsnog geëerd door de minister van Justitie met een medaille en een lint. Even daarvoor heeft Joris de talisman uit het kasteel weer weggenomen na Tom Poes uitgeschakeld te hebben met een klap van zijn wandelstok.[9]Vlak daarvoor had Tom Poes de talisman teruggevonden. De onderscheiden heer Bommel vraagt tot slot aan Tom Poes waar de buil op zijn hoofd vandaan komt? Zijn vriend deelt mee dat hij slechts de talisman onschadelijk heeft gemaakt.

Voorganger:
De watergeest
Bommelsaga
21 juni 1947 - 9 september 1947
Opvolger:
De nieuwe ijstijd
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.