De schat op de zeebodem

Heer Bommel en Tom Poes zijn samen in het huis van Tom Poes. Tom Poes haalt de schatkaart van Heer Bommel achter een schilderij vandaan. Op de kaart blijkt een van de eilanden van de Trilarchipel in de Azuurzee te staan.

De volgende dag huurt heer Bommel op het vliegveld van Rommeldam een vliegtuigje met piloot. Als ze boven de plaats van het eiland vliegen blijkt het eiland in zee verdwenen. Er heerst ter plekke een sterke vulkanische activiteit. Het vliegtuig stort neer in een windhoos. Passagiers en piloot redden zich per parachute en de schatzoekers landen behouden op het strand van een ander eilandje van de archipel.

De visser Wobbe Wier bevestigt desgevraagd een vulkaanuitbarsting in zijn jeugd, waarbij een eiland in zee is verdwenen. Hij is bereid met boot en duikuitrusting naar het in zee gezonken eiland te helpen zoeken. Heer Bommel daalt als eerste naar de diepte, maar een zaagvis vernielt duikslang en kabel. Zijn vriend gaat hem wanhopig tegen beter weten in achterna met zuurstofflesje maar kan hem op de zeebodem niet vinden. Hij vindt wel de duikhelm van zijn vriend. Na een bijna gelukte aanval door een octopus wordt hij dwalend op de zeebodem gered door een "visman". De mensen die op het eiland hadden gewoond zijn op de zeebodem veranderd in vismensen met kieuwen. Een tovenaar zou daar de hand in hebben gehad. Tom Poes wordt herenigd met Heer Bommel, die ook kieuwen aangemeten heeft gekregen. Laatstgenoemde vertelt dat zijn huidige verblijfplaats het eiland van de schat is.

Tom Poes vraagt de weg naar de tovenaar, die nog op een eiland in de buurt woont. Onderweg vanaf de zeebodem wordt hij aangevallen door een haai. Door boven op de kop van het beest te gaan zitten weet hij zich te laten afwerpen op een rotspunt. Van daaruit ziet hij het eiland met ruïne waar de tovenaar zou wonen. Een menigte haaien die hem belagen is hij te slim af door bliksemsnel via hun koppen naar het eiland te springen. Op het eiland blijkt de tovenaar niemand anders dan de oude kasteelheer van Bommelstein te zijn, de tovenaar Hocus Pas[2] De tovenaar probeert een middel op Tom Poes uit dat hem onbeweeglijk maakt. Tom Poes vertelt hem over de Bommelschat. Daarop geeft de tovenaar Tom Poes tegengif en Tom Poes kan weer bewegen. Voor hun tocht naar de schat neemt Tom Poes stiekem een buisje "fixeerstof" mee voor onderweg.

Tom Poes laat de tovenaar op de verkeerde plek zoeken en fixeert hem dan op de vloedlijn met zijn eigen uitvinding. Binnen een uur zal Hocus Pas verdrinken als hij niets doet. Op het allerlaatste moment tovert hij het verdronken eiland weer omhoog om zichzelf te redden. De vismensen en heer Bommel komen boven water met het eiland, maar hebben nu last van de kieuwen en springen noodgedwongen de zee in. Nadat Tom Poes de tovenaar dreigt van de rotsen te werpen tovert hij de kieuwen weg bij de vismensen. Hocus Pas vraagt op zijn beurt Tom Poes een flesje Aqua Vita te halen, maar die weigert. Heer Bommel, die niet betoverd is geweest door Hocus Pas, gaat de volgende dag in een ontkieuwmachine die de eilandbewoners tevoorschijn halen en bedienen. Tom Poes en heer Bommel vinden vervolgens de grote Bommelschat in een grot op het eiland.

Heer Bommel koopt het eiland met een deel van de schat van de bewoners; het heet nu Bommeleiland. De hoofdman geeft vervolgens een feestpicknick op het strand. Hocus Pas wordt opgesloten in een vogelkooi. De twee vrienden krijgen een boot aangeboden.