De betoverde prinses

De betoverde prinses (in boekuitgaven/spraakgebruik verkort tot De betoverde prinses) is een verhaal uit de Bommelsaga, geschreven en getekend door Marten Toonder. Het verhaal verscheen voor het eerst op 14 september 1949 en liep tot 30 december van dat jaar.

Het thema is "een dame is geen heer".

Het verhaal

Op een zonnige herfstmorgen maakt heer Bommel in een neerslachtige bui een wandeling door de fraaie tuin van zijn slot Bommelstein. Bediende Joost biedt hem prikkeltjeslimonade aan, te serveren in het prieel. Hij geeft desgevraagd antwoord dat de eenzame kasteelheer zou kunnen overwegen te gaan trouwen. Op dat moment komt Terpen Tijn het prieel binnen stappen om de geserveerde prikkeltjeslimonade op te drinken en een schilderij te verkopen. Er is keus genoeg en uiteindelijk schaft heer Bommel voor 600 florijnen “Berta” aan. Een sterk bewegend Bruin op Drietonige Groenen.

Tom Poes ziet in de stad Rommeldam het duo Super en Hieper per vrachtwagen geladen met dynamiet vertrekken. Volgens de langs wandelende Wammes Waggel gaan ze een draak vangen in een kasteel in de Dode Bomen Vallei.[1] Wammes gaat er zelf lopend heen met een schepnet, een hengel en een simmetje. Commissaris Bulle Bas geeft Tom Poes zijn persoonlijk verslag. Agent van politie derde klasse Flatters heeft ter plekke een proces-verbaal opgemaakt. De draak bewaakt een kasteel in de Dode Bomen Vallei met een betoverde prinses. Er is reeds een beloning van 1000 florijnen uitgeloofd voor wie aan die toestand een einde weet te maken. Voor verdere inlichtingen verwijst hij naar een aanplakbiljet, omdat hij zelf moeite heeft met het dichtklappende vizier van zijn nieuwe politiehelm.

Op het kasteel Bommelstein zit heer Bommel dromerig bij de open haard naar zijn nieuwe kunstwerk te kijken. Hij heeft echter geen belangstelling voor de kookkunsten van Joost en Tom Poes vindt bij binnenkomst dan ook dat hij er somber uitziet. Hij krijgt hem dan ook niet warm voor een zoektocht naar een draak en een betoverde prinses. Hij is wel geïnteresseerd in de verblijfplaats van vrouwe Berta. Tom Poes stelt nu voor de schilder in de stad te gaan opzoeken. In de Oude Schicht komen ze een lange reeks tegenliggers tegen, die onderweg zijn naar de Dode Bomen Vallei. Ze vinden al snel op een terrasje de meesterschilder Terpen Tijn. Laatstgenoemde neemt de kans waar om voor slechts 200 florijnen een tweede kunstwerk te slijten. Een experimentele draak met een vibrerende grondtoets. De schaarse uitleg van de kunstenaar doet Tom Poes besluiten dat de draak en de prinses bij elkaar vertoeven. Nu scheurt heer Bommel met de Oude Schicht naar een antiquiteitenwinkel om een passende uitrusting te kopen om de draak te bevechten.[2] Op de plaats delict in de Dode Bomen Vallei probeert commissaris Bulle Bas geassisteerd door agent Flatters tevergeefs het verkeer in goede banen te leiden. De menigte Rommeldammers vlucht terug richting de stad wanneer de draak begint met vuur te spuwen. Met heer Bommel zou het slecht zijn afgelopen als hij niet was gered door Wammes Waggel, die zijn oude makker Kaspar herkent. De draak blijkt immers de oude bekende draak Kaspar te zijn[3] en Wammes Waggel begroet hem hartelijk. Op dat moment blazen de twee zakenlieden Super en Hieper van een afstand toekijkend hun dynamiet op om de beloning te incasseren. De klap valt echter mee. Wammes Waggel heeft een kapotte hoed en zit bovenop zijn Kaspar. Tom Poes komt ook al snel bij zijn positieven en heer Bommel is beland op het bordes van een oude toren. Hij wordt welkom geheten door Berta, prinses van Barre, die verheugd is dat een dappere ridder haar eindelijk is komen bevrijden. Omdat Wammes Waggel met Kaspar de draak aan de wandel gaat, is de terugtocht naar Rommeldam vrij. Onder protest neemt de prinses plaats in de Oude Schicht met Tom Poes op het reservewiel. Ze beveelt heer Olivier[4] om spoedig iets beters te gaan kopen. Bovendien heeft ze bedenkingen tegen het kleine ventje op het reservewiel. Heer Bommel houdt echter vol dat het zijn vriend is. In de stad Rommeldam rijden ze door hagen juichende burgers en heer Bommel ontvangt van de politiecommissaris de uitgeloofde beloning. Hoewel heer Bommel die vriendelijk afslaat, pakt Berta de zak met geld uit de handen van Bulle Bas.

Heer Bommel wordt nu meegenomen naar een modewinkel. Hij komt daaruit in keurig pak met vest en streepjesbroek, krakende schoenen en een knellende boord. In de autohandel wordt een glanzende zwarte wagen aangeschaft om naar Bommelstein te rijden. Op het kasteel heeft Tom Poes in de tussentijd Joost op de hoogte gebracht, zodat de koffie klaar was. Maar Berta vindt het slot een oude ruïne, waar alle stijlen door elkaar lopen. Ook geeft ze opdracht om thee in huis te nemen, zodat ze thee kan drinken.[5] Heer Bommel moet vervolgens in een hotel in de stad gaan logeren, zodat ze in alle rust het kasteel kan verbouwen. Maar tegen de avond hoort heer Bommel tot zijn opluchting dat hij bij Tom Poes kan logeren.

De andere ochtend krijgt Tom Poes een telefoontje van bediende Joost. Hij moet nu aan heer Bommel vertellen dat er die nacht is ingebroken in het kasteel en dat de prinses is ontvoerd. Ze stappen in de nieuwe zwarte automobiel en gaan op weg naar de stad. Heer Bommel vertelt onderweg dat hij het gevoel heeft vermomd te zijn en niet meer de heer is, die hij was.[6] In zijn besproken hotel vindt heer Bommel een losgeldbrief, waarin om 50.000 florijnen wordt gevraagd, te leveren die avond voor 22 uur op de driesprong buiten de stad. De gealarmeerde commissaris Bulle Bas geeft het advies rustig af te wachten. Heer Bommel is het er niet echt mee eens en maakt ruzie met Tom Poes wie welke list gaat verzinnen. Uiteindelijk gaat heer Bommel zich omkleden in zijn ruitjesjas, die nog in de Oude Schicht ligt. Hij voelt zich als herboren![7] In hun vruchteloze spoorzoektocht door de stad worden ze aangesproken door Hiep Hieper. Hij en zijn maat Bul Super zijn in grote moeilijkheden. Laatstgenoemde staat zelfs met opgestroopte mouwen de afwas te doen. Tot zijn verbazing ziet de in actie gekomen politiecommissaris Bulle Bas de prinses even later over straat lopen met heer Bommel. Tom Poes neemt afscheid van het duo. Zijn afwachtstrategie heeft de politiecommissaris veel werk bespaard.

Een aantal dagen later zit Tom Poes te vissen als er twee schoenen naast hem in het water belanden. Ze zijn van heer Bommel die genoeg heeft van zijn knellend schoeisel.[8] Hij verklaart desgevraagd dat hij zich niet wil laten insnoeren. Maar hij toont Tom Poes de nieuwgebouwde vleugel van zijn kasteel en misschien heeft de Oude Schicht wel zijn beste tijd gehad. Binnen is schilder Terpen Tijn bezig met het aanbrengen van muurschilderingen. Er ontstaat ruzie tussen de kasteelheer en prinses Berta van Barre over het ontbreken van schoenen aan de voeten van heer Bommel. Berta valt flauw en wordt door Tom Poes in een fauteuil gehesen. Terpen Tijn spreekt zijn afkeuring uit, Joost brengt water en aspirine maar Tom Poes zegt desgevraagd dat heer Bommel de waarheid heeft gezegd. Maar vervolgens laat Berta het vervelende ventje wegsturen en moet heer Bommel met zijn handen omhoog zitten om Berta de wol te laten oprollen tot een kluwen. Berta doet vervolgens een aanval op de opgestapelde schuldbekentenissen aan heer Bommel. De kasteelheer blijkt vele Rommeldammers geld te hebben geleend. Het varieert van 500 florijnen aan Wammes Waggel voor een knopenwinkel tot 20.000 aan burgemeester Dickerdack voor de uitbouw van het stadhuis en 30.000 voor een kindertehuis. Berta wil dat al dat geld terugkomt.[9]

Een tijdje later komt Tom Poes Wammes Waggel en een onbekende voorbijganger tegen, die beiden worden bedreigd door deurwaarders. Heer Bommel wil opeens zijn geld terug. In de stad Rommeldam heerst een naargeestige sfeer met een reeks van liquidatie-uitverkopen. Tom Poes spreekt deurwaarder Prikdraad aan, die bevestigt dat heer Bommel eindelijk eens beslag laat leggen. Thuisgekomen leest Tom Poes in zijn krant over de lange lijst met namen en zaken die geldproblemen hadden. Ook heer Bommel komt zijn huisje binnenstormen met zijn geldzorgen. Zelf heeft hij geld genoeg maar Berta moet er steeds meer van hebben. Heer Bommel heeft er nu genoeg van. Hij wil het geld niet, de strikjes niet dragen en ook geen vestjes en bretels. Afgelopen! Tom Poes vraagt of hij het heeft uitgemaakt met Berta en dus niet gaat trouwen? Maar dat durft zijn vriend nog niet. Hij wil er slechts even van door op een vakantie met een onbestemde bestemming in de Oude Schicht.

Om 12 uur precies overhandigt bediende Joost in de grote zaal van kasteel Bommelstein een brief van heer Olivier aan Berta. Daarin geeft hij aan ver weg te zijn en overspannen te zijn geraakt. Hij deelt terloops mede dat de deurwaarders al het geld weer hebben geretourneerd. In een post scriptum maakt hij melding van strikjes, vesten en bretellen, die hij aan Joost heeft gegeven. Na lezing valt de prinses flauw in de armen van de bediende Joost. Als ze bijgekomen is belt ze de redactie van de Rommelbode en looft via journalist Argus 10.000 florijnen uit voor het terugbezorgen van heer Bommel. Het stukje zet uiteenlopende figuren op zijn spoor. Super en Hieper, Wammes Waggel en ook commissaris Bulle Bas besluiten te gaan zoeken.

Heer Bommel en Tom Poes vinden een vriendelijk en stil herbergje Het Hoefijzer in Bokserheide[10] met een zeer beleefde waard. Maar laatstgenoemde heeft ook de krant gelezen en geeft de heer van 10.000 florijnen een tik met een stuk hout en trapt de protesterende Tom Poes in een riviertje. Intussen heeft prinses Berta privédetective Sloor Slobber ingehuurd. Tijdens het gesprek krijgt ze telefonisch het adres van heer Bommel door van de oplettende waard en ze stuurt Sloor Slobber richting Bokserheide om heer Bommel in de kraag te vatten en mee terug te nemen. Via Tom Poes komt de privédetective bij de waard en heer Bommel. De herbergier en de detective maken ruzie over de nu te delen beloning van 10.000 florijnen terwijl Tom Poes een steen door de ruit werpt, die de lamp van de waard verbrijzelt. In het donker deelt Tom Poes binnen aan de waard de eerste tik uit, waarna de waard en Sloor Slobber elkaar knock-out slaan. Tom Poes weet maar net heer Bommel naar buiten te loodsen en achter het stuur van de Oude Schicht weg te laten rijden. Onderweg worden ze verrast door kopspijkertjes van Hiep Hieper en de revolver van Bul Super.[11] Heer Bommel moet de hele nacht zijn vier banden plakken en Tom Poes raapt de spijkertjes weer op. Vervolgens rijdt de Oude Schicht weg met Bul Super achter het stuur, heer Bommel naast hem en Hiep op het achterzitje. Tom Poes zet liftend in een vrachtwagen de achtervolging in. Na het passeren van de Oude Schicht stapt Tom Poes een eindje verder uit en gooit de kopspijkertjes weer op de weg. Hij wordt daarbij betrapt door commissaris Bulle Bas. Die luistert het verhaal van Tom Poes af en besluit de leiding over te nemen. Hij laat door een agent Super en Hieper geboeid wegvoeren in een motorzijspan wegens ontvoering. Heer Bommel krijgt weer opdracht zijn banden te plekken en Tom Poes om de kopspijkertjes te verzamelen. Vervolgens stapt Bulle Bas in de Oude Schicht en laat heer Bommel naar huis rijden om zo de beloning van 10.000 florijnen op te strijken. Tom Poes blijft achter met de kopspijkertjes. Op het slot Bommelstein krijgt heer Bommel van Berta opdracht de 10.000 florijnen te betalen aan Bulle Bas, die het geld beleefd aanneemt.

Tom Poes moppert intussen tegen zichzelf dat hij zijn vriend erg in de steek laat. Hij komt Wammes Waggel weer tegen met Kaspar de draak, die nog steeds een baantje zoekt. Heer Bommel krijgt permissie om een halfuurtje buiten te gaan wandelen. Hij wordt neergeslagen door Sloor Slobber, die nog steeds achter zijn beloning aan zit. Vervolgens rekenen Tom Poes en Wammes Waggel samen af met de privédetective en bindt Wammes Waggel heer Bommel vast aan Kaspar de Draak. Wammes zoekt prinses Berta op in de kasteeltuin en toont haar heer Bommel, vastgebonden aan de draak Kaspar. Ook Sloor Slobber meldt zich weer om zijn beloning op te eisen, maar wordt weggejaagd door een vuurspuwende draak als hij Wammes Waggel wil slaan. Maar toch staat Wammes Waggel weer met lege handen. Tom Poes heeft echter een betere betrekking voor Kaspar de Draak en schakelt daartoe journalist Argus in.

Op het kasteel Bommelstein vertelt prinses Berta aan de journalist over haar gelukkige jaren in de toren.[12] Getergd besluit prinses Berta heer Bommel opdracht te geven naar de oude toren te rijden met journalist Argus als passagier. Binnen in de oude toren daagt journalist Argus haar uit haar fijne jeugd te beschrijven. De prinses schrijft inderdaad een verslag van haar gelukkige jeugd, waarop de drie Rommeldammers de toren uitsluipen. Buiten op het bordes ziet ze heer Bommel verder weg lopen en wordt ze aangesproken door Wammes Waggel. Laatstgenoemde heeft een briefje gekregen van Tom Poes waarin staat dat ze weer fijn bewaakt wil worden door Kaspar de draak. Die staat al buiten klaar om zijn taak opnieuw invulling te geven.

Op de terugweg in de nieuwe slee van heer Bommel, knoopt Tom Poes de losse eindjes aan elkaar. De meereizende journalist Argus heeft wat geld tegoed, zodat hij de verklaring van de prinses ook in de krant kan plaatsen. Iedereen kan dan lezen dat Berta het liefst in haar toren bij haar draak blijft. Heer Bommel hoeft zich zo geen zorgen te maken of zich bezwaard te voelen. Alles blijft zo bij het oude. Heer Bommel vindt het wel een prettig idee. Zijn oude ruitjesjas, aardige lieden die geld nodig hebben zodat hij veel goed kan doen en tot slot een bord tuinbonen, die hij al lang niet meer heeft gehad.[13]

Nadat alle nieuwbouw was afgebroken, alle muurschilderingen waren overgekalkt en alle plastieken in de vuilnisbak verdwenen waren, keerde de rust terug op het kasteel. Alleen het portret dat Terpen Tijn van Berta had geschilderd bleef op de schoorsteenmantel. Dit tot verbazing van Tom Poes. Heer Bommel zegt dat er niets goeds aan is en het hem herinnert aan een van de droevigste perioden in zijn leven. Hij laat het echter staan juist om die te onthouden! Commissaris Bulle Bas laat tot slot een bord plaatsen op de toegangsweg naar de toren in de Dode Bomen Vallei. “Verboden toegang, Draken!” En omdat iedereen zich aan het bord hield, valt er niets meer over prinses Berta te vertellen.

Voetnoot

  1. Circa 75 km ten zuidoosten van Rommeldam.
  2. Een lans en een schild voor Tom Poes en voor zichzelf een zwaard.
  3. Uit het ei gekropen in Het monster-ei
  4. Berta vindt “Ollie” een burgerlijke naam.
  5. Joost merkt zwakjes op dat heer Bommel niet van thee houdt.
  6. Plaatje 799 toont de kasteelheer in een streepjesbroek met bretels!
  7. In De Volledige Werken verwerpt Marten Toonder de stripstroken 803 804 en 805. Heer Bommel en Tom Poes krijgen in hun zoektocht hulp van Wammes Waggel en zijn draak Kaspar. Maar de laatste begint vuur te spuwen tegen heer Bommel. De vlammen slaan in zijn eigen onderkomen, een schuurtje. Heer Bommel en Tom Poes rennen hard weg en ook Wammes en Kaspar verdwijnen van de brandhaard. De Rommeldamse brandweer onder leiding van brandmeester Drupjes blust de brand. Brigadier Snuf is te laat ter plaatse om de oorzaak te kunnen achterhalen.
  8. In alle verhalen loopt heer Bommel blootsvoets.
  9. De Volledige Werken verwerpen de stripstroken 814 en 815. Hierin gaat de prinses Berta van Barre naar burgemeester Dickerdack om hem de les te lezen en de 20.000 florijnen terug te eisen. De gebroeders Knapper met een machinefabriek en een lening van 50.000 florijnen staan ook op de bezoeklijst.
  10. Circa 3km ten westen van Rommeldam.
  11. In De Volledige Werken last Marten Toonder deze nieuwe stripstrook 831a in. De nummers 831,832,833,834 en 835 worden verworpen. In de originele krantenafleveringen rijden ze door naar het dorp Bokserheide. Ze nemen hun intrek in een hotel in de kamers 35 en 37, alwaar de detective hen weer vindt. Ze vluchten in de Oude Schicht. Tom Poes legt zijn vriend uit dat hij op de vlucht is voor het geld, de terugbrengbeloning. Maar ook in de krantenstrips eindigt de rit op de kopspijkers van Hiep Hieper.
  12. De Volledige Werken voegen deze stripstroom 854a toe. De krantenstrips 854, 855 en 856 verdwijnen. Prinses Berta vertelde hierin ongeremd aan Argus over de toren en de draak en de gelukkigste jaren van haar leven. Tom Poes betrapt buiten het kasteel heer Bommel, die er genoeg van heeft. Tom Poes raadt hem aan naar binnen te gaan en botweg te zeggen dat de toren en de draak nooit hebben bestaan. En zo geschiedde.
  13. De Volledige Werken drukken dit af in de nieuwe strook 861a. De krantenstrips 861 en 862 worden verworpen. Daarin wordt heer Bommel op weg naar huis aangehouden door Bulle Bas. Maar hij schenkt de verbouwereerde commissaris zijn nieuwe auto, die de politiecommissaris glimlachend aanneemt! Als dienstauto, zodat hij er ook eens met vrouw en kinderen in kan rijden. Verbijsterd leest hij vervolgens de verklaring van Berta, die heer Bommel een ruwe figuur noemt met een grove levensstaat.
Voorganger:
Horror, de ademloze
Bommelsaga
14 september 1949 - 30 december 1949
Opvolger:
Kwetal, de breinbaas
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.