De Viridiaan-dinges

Tom Poes en de Viridiaan-dinges (in boekuitgaven/spraakgebruik verkort tot De Viridiaan-dinges)[1] is een verhaal uit de Bommelsaga, geschreven en getekend door Marten Toonder. Het verhaal verscheen voor het eerst op 8 juli 1968 en liep tot 11 september van dat jaar. Thema: Het vastleggen op linnen van het ‘Nu’[2]

Het verhaal

Op een mooie lente ochtend zit heer Bommel buitenshuis in een zitje van het kasteel Bommelstein van de vroege ochtendzon te genieten met de pijp in zijn mond. Hij weet na de vermoeiende avonturen van de laatste tijd niet goed wat aan te gaan vatten. Iets geestelijks, zoiets als denken, lezen of schrijven? Bediende Joost suggereert met hem meedenkend om iets aan kunstbeoefening te gaan doen, want dat is erg gekleed in betere kringen. In het kader van het Rommeldam-festival is er een gouden trofee uitgeloofd, de Prix de Rommeldam, voor de kunstenaar die de beste uitbeelding van het ‘Nu’ heeft vervaardigd.

Hierop gaat heer Ollie naar het strand[3] vergezeld door zijn glunderende bediende[4] om een schilderij van de zee te maken met de bedoeling dat in te zenden voor deze Prix de Rommel. Hij wil een golf op zijn schildersdoek vastleggen als beste uitbeelding van het Nu. “De golf van Nu is anders dan alle vorige en volgende golven.” Een eerste vloedgolf werpt echter de schilder ruw in het zilte nat, waardoor hem het plezier in zijn kunstschepping vergaat. Toevallig ziet de passerende Terpen Tijn na een tweede golf, een zeewier, een Viridiaandinges[5] op de schedel van de geplaagde heer. Hij plakt het wier op het doek en bewondert het resultaat. “Een vastgeplakte vibratie van de watertrilling. Een greep uit de eeuwigheid. Het Nu!, vat je makker?” Voor een pot augurken met suiker schenkt[6] hij de collage aan heer Ollie. Het moet alleen nog gevernist[7] en gesigneerd worden.

Teruglopend naar zijn kasteel stuit de kasteelheer letterlijk op zijn buurman, de Markies de Canteclaer. Heer Bommel loopt moeizaam met het kunstwerk voor zijn hoofd huiswaarts en de markies worstelt met een gedicht.[8] De markies is eerst ontstemd maar draait bij als hij de collage van zijn buurman aanschouwt. “Een oeuvre magistrale.”[9]

Thuiskomend op kasteel Bommelstein wordt bediende Joost ongemakkelijk door de voordeur geraakt. Zijn werkgever loopt in trance achter zijn kunstwerk aan naar binnen. Hij geeft Joost opdracht Terpen Tijn augurken te verschaffen maar hemzelf niet te storen. Hij heeft geen tijd voor de schilder. Hij legt Joost wel uit dat het kunstwerk volgens de markies een meesterwerk is. Meester-schilder Terpen Tijn heeft er ook nog de hand in gehad, maar het kunstwerk is nu van Heer Bommel. Hij heeft het linnen betaald en hij stuurt het in naar het festival. Ook Joost vindt het kunstwerk ‘heel treffend’.

De andere ochtend zit Heer Bommel nog steeds in zijn studeervertrek te overpeinzen of hij zijn naam onder het kunstwerk zal plaatsen. “Waarom zou ik het niet zelf ondertekenen? Daar kraait immers geen haan naar? Wie is tenslotte zo'n schilder tegenover een heer van mijn stand?” Terpen Tijn biedt via Joost nog aan te signeren en te vernissen, maar daar staat het hoofd van Bommel nog steeds niet naar. “De volgende maand of zo”. Terpen Tijn neemt met een waarschuwing afscheid van bediende Joost. Ook Tom Poes die de schilder tegenkomt, krijgt een grotendeels onbegrijpelijke waarschuwing over vibratie, trillingen, rijpen en fixeren. Maar de Viridiaan is wel een meesterwerk, volgens de meesterschilder.

Op slot Bommelstein legt zijn vriend aan Tom Poes uit dat hij de laatste hand heeft gelegd aan het meesterwerk.[10] Van Terpen Tijn wil hij niets horen en hij vraagt Tom Poes en Joost het kunstwerk zolang in de kelder op te slaan. Via de barman van de Kleine Club heeft journalist Argus ook van het meesterwerk vernomen en hij spoedde zich per bromfiets naar het kasteel. Tom Poes komt zo tot zijn eerste: “Hm”.

Heer Bommel organiseert een kunstavond op zijn kasteel om uitleg te geven bij zijn meesterwerk, dat zal worden ingezonden voor de Prix de Rommel. De markies, de burgemeester en zijn buurvrouw zijn aanwezig. Tom Poes zit zwijgend op een poef als zijn vriend uitleg geeft in termen van: ‘wier’ ‘mijn hoofd’ ‘lijm op het doek’. Hij doceert dat golven nooit hetzelfde zijn. De edelman brengt het woord ‘incroyable’ naar buiten, waarop Doddeltje de bukkende heer spontaan om de hals vliegt en een zoen op zijn linkerwang drukt. Hierna brengt Joost het kunstwerk terug naar de kelder. De markies brengt nu de laatste versie van zijn poëem ten gehore, getiteld: ‘Nu’.[11] Er ontstaat kortsluiting in een schemerlamp, waarop de kasteelheer een kaars aansteekt. Op het moment dat de markies toch verder wil gaan, komt Joost binnenstormen vanuit de kelder; het schilderij is ontploft.

Tom Poes en heer Bommel gaan poolshoogte nemen in de kelder en zien een gat in het schilderij en een ravage in de kelder. Tom Poes heeft het over Terpen Tijn en een waarschuwing bij volle maan en de rijping in de Viridiaandinges. Want deze avond is het volle maan. En er komt rook uit het kastje met de zekeringen en het kelderraam is uit de muur gerukt. Heer Bommel maakt zich zorgen over het gat in het mooiste stuk van zijn kunstwerk maar Tom Poes maakt zich zorgen over ‘de griezel’. Tom Poes ziet vanuit de kelder dat de markies wordt aangevallen. Hij ziet ook schilder Terpen Tijn besprongen worden. Laatstgenoemde komt tot het besef dat de Viridiaan uit ‘het dinges’ is gesprongen bij volle maan. De enige die macht over hem heeft is de vent die zijn handtekening onder het stuk heeft gezet. De Viridiaan wordt aangetrokken door trillingen en allerlei emoties! Heer Bommel heeft het eerst moeilijk met de uitleg van Tom Poes, maar voelt zich toch gesterkt door de macht van de handtekening. Opgewekt brengt hij zijn buurvrouw naar huis.

In het gemeentelaboratorium zijn professor Prlwytzkofsky en Alexander Pieps bij zonsopgang nog hard aan het werk. De professor kwam tot de uitroep ‘Hemelbliksemdonderweder’, omdat ze zojuist een nieuw chemisch element hebben ontdekt. Het Prlwytzium. De aanval die volgde door het Viridiaan-monster, wordt door de radio afgedaan door infrarode elementen die een uitvinding willen vernietigen. Heer Bommel beseft dat zijn kunstmerk ermee te maken heeft. Hij geeft commissaris Bulle Bas uitleg over zijn kunstmonster, met als gevolg dat deze hem wil laten inrekenen. Na een kort gevecht wordt de politie verslagen door het Viridiaan-monster en ligt de kasteelheer geslagen op de grond. Ook de Oude Schicht heeft veel te lijden gehad. Tom Poes stelt zijn terneergeslagen vriend voor om een nieuw schilderij te gaan maken. Omdat het monster wordt aangetrokken door trillingen, zal het monster dan vanzelf terugkomen. Maar de kasteelheer maakt zich meer zorgen om dat nieuwe schilderij dan om de Oude Schicht met motorpech.

Terwijl Heer Bommel op advies van zijn vriend een nieuw schilderij begint, sloopt Wammes Waggel de toeter van de Oude Schicht af. Hij lokt daarmee het kunstmonster uit de bosschages en wordt het kasteel binnengeworpen, dwars door het nieuwe schilderij van heer Bommel heen. Hierop besluit de kasteelheer zijn collage monsterloos naar de tentoonstelling te brengen. Onderweg loopt het monster met hem mee, zonder dat Heer Bommel hem herkent. Hij is net op tijd om zijn kunstwerk op de gereserveerde plaats te hangen. Vervolgens zijn ook de voorzitter van het festival en zijn secretaris Balkenbreyer getuige van de vernietiging van de rest van de tentoonstelling door het Viridiaan-monster. Omdat de kasteelheer zich verantwoordelijk voelt trekt hij zijn portefeuille. Het festival wordt een week verdaagd en de kunstenaars worden schadeloosgesteld en moeten opnieuw beginnen. Alleen de collage hangt er nog en de markies kan zijn gedicht verder vervolmaken. De beeldende kunstenaars hebben het moeilijker met hun vernielde schilderijen.

In het bos bij slot Bommelstein vindt Tom Poes zijn vriend zittend en nadenkend. Heer Bommel legt nu uit dat hij het monster niet aan kan, omdat Terpen Tijn het monster geplakt heeft. Ze spreken af dat heer Bommel het monster gaat zoeken en Tom Poes de schilder. In een afbraakwijk van Rommeldam, treft Tom Poes de professor aan, die opnieuw is begonnen zijn nieuwe element op te sporen. Ze moeten al spoedig allebei vluchten voor het Viridiaan-monster. Intussen vindt de kasteelheer bij toeval Terpen Tijn in een tentje. Omdat Heer Bommel echt spijt heeft, is Terpen Tijn bereid hem te helpen zoeken. In de stad zien commissaris Bulle Bas en brigadier Snuf dat het monster Tom Poes en de professor achtervolgt. Ze plaatsen een brandladder. Net op het moment dat het monster de professor wil lanceren, grijpt heer Bommel in. Hij beveelt zijn schepping dat hij moet stoppen. Hierop gaat Bulle Bas de kasteelheer opschrijven als veroorzaker van al de schade.

Tom Poes leidt Terpen Tijn naar het schilderij: ‘Ontplofte Wierblaas’. Hij moet het kunstwerk van zijn naam voorzien. Het losgeslagen monster springt op bevel van de schilder terug in het gat van het schilderij. Hierop werkt Terpen Tijn het schilderij verder af en zet zijn signatuur eronder. Heer Bommel en Tom Poes verlaten daarna stilletjes de museumzaal.

Enige dagen later zit heer Bommel tevreden in zijn tuin en leest in de krant dat de Prix de Rommeldam is toegekend aan schilder Terpen Tijn. De langslopende Doddeltje vindt het gemeen. Heer Bommel constateert dat de markies een eervolle vermelding heeft gekregen en dat hij daarom wel tevreden is met de gang van zaken, en kondigt daarop een etentje aan om iets aan de cultuur te doen.

Genodigd zijn de voorzitter en secretaris van het Rommeldam-festival, de burgemeester, de markies, zijn buurvrouw en zijn jonge vriend. Heer Bommel stelt voor te drinken op een groot kunstenaar, Terpen Tijn, de winnaar van de Prix. Hij is degene, die de viridiaan op zijn hoofd netjes heeft opgeplakt en met vernis dichtgesmeerd. De schilder zelf was ook uitgenodigd en zit tevreden buiten op de stoep zijn augurken te eten in het licht van de maan.

Voetnoot

  1. De Volledige Werken drukken af: Tom Poes en de Viridiaandinges
  2. In de meester-schilder schildert Terpen Tijn een verre voorvader van Heer Bommel uit het verleden. In De niks legt Wammes Waggel de angst voor het onzichtbare morgen vast. In dit verhaal stort de kasteelheer zich nu zelf op het ‘Nu’. Er moet echter te allen tijde gefixeerd worden!
  3. Circa 4km ten oosten van het kasteel Bommelstein.
  4. In het verhaal Eh... dinges verzocht Joost zijn werkgever nog om nooit meer te gaan schilderen. Anders zou hij zijn ontslag moeten nemen!
  5. De meesterschilder merkt op: “Dat ding vibreert mooi
  6. De bedoeling van de schilder is duidelijk voor de lezers. Hij signeert het schilderij met zijn naam, en de prijs is een vriendendienst, de bekende pot augurken met suiker.
  7. De meesterschilder: “Anders slaat de rijping erin.”
  8. Het Nu is het Heden. Maar wat is het Heden? Zo gezegd, zo vergleden. Verleden. Vergleden Heden is verleden.
  9. Let wel, ook bij heer Bommel staat de markies bekend als een groot kunstkenner.
  10. De kasteelheer heeft gesigneerd met ‘OBBommel’.
  11. “Nu heden, straks verleden, vergleden in de duisternis van de Tijd. Iets van niets, de N van Nu, die in Niets verglijdt.”

Hoorspel

Voorganger:
De bevrijding van Sollidee
Bommelsaga
8 juli 1968 - 11 september 1968
Opvolger:
De tuttelwurm
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.