De Pikkinring

Heer Bommel en de Pikkinring (in boekuitgaven/spraakgebruik verkort tot De Pikkinring) is een verhaal uit de Bommelsaga, geschreven en getekend door Marten Toonder. Het verhaal verscheen voor het eerst op 13 maart 1962 en liep tot 28 mei van dat jaar.[1] Thema: Jaloezie.[2]

Het verhaal

Door de lakse houding van de overheid verkeert het Donkere Bomen Bos nog steeds in een verwilderde toestand. In plaats van fraaie strakke wegen aan te leggen, laat men de struiken en bomen maar voortwoekeren. Er heerst een wild en duister leven. Menigmaal raakt een wandelaar er zo de weg kwijt. Want er zijn geen richtingsborden of vervoermiddelen voorhanden. Zo raakt ook de Markies de Canteclaer op een prille dag in het voorjaar verdwaald in dit Donkere Bomen Bos. Bij toeval vindt hij een smidse waar een vreemde dwerg als edelsmid aan het werk is. Het goud en de edelstenen liggen er opgestapeld. Omdat hij niets dan de weg naar Rommeldam wil weten krijgt hij een geschenk, de Pikkinring. Het wordt een roofring als je iets wilt hebben dat niet van jou is. Maar dat schept verplichtingen want met deze ring kan hij alles wensen wat hij wil en hij kan er alleen maar vanaf komen wanneer hij een week lang niemand ergens om heeft benijd of een vrijwilliger vindt die de ring overneemt. De markies wordt meteen al bedolven onder het aldaar verzameld goud en edelstenen. Het valt de markies moeilijk om de ring kwijt te raken, maar wanneer de nood het hoogst is, is heer Ollie op het gazon van zijn slot Bommelstein nabij. De hulpvaardige heer veinst tegen de krachten van de ring te kunnen en verkrijgt zodoende het kleinood van de opgeluchte en uitgeputte markies.

Aan de vinger van heer Ollie doet de ring, zoals te verwachten was, veel kwaad. Na een paar incidenten, zoals het onbedoeld omleggen van de loop van de rivier de Rommel na een gemeentelijke aanmaning over zijn waterverbruik, wordt heer Ollie opgepakt door commissaris Bulle Bas, maar door eenvoudig de positie van een ander te benijden weet hij keer op keer te ontsnappen.[3]

Tom Poes komt de eigenschappen van de ring van de markies te weten en probeert vervolgens de loop der dingen tegen te houden, maar dat lukt aanvankelijk niet. Zijn vriend vervalt van kwaad tot erger. Hij vervangt burgemeester Dickerdack als voorzitter van de gemeenteraad. Hij rooft de tuin van de markies. Door bovendien meermalen Joost te benijden brengt hij zijn bediende in voortdurende moeilijkheden. Commissaris Bulle Bas, die heer Bommel voortdurend op de hielen zit, wordt overgeplaatst naar het gehucht Leemsloot.[4] De kasteelheer kon dit doen omdat hij jaloers was op degene die de politiebenoemingen regelt.

Uiteindelijk benijdt heer Ollie de edelsmid[5] en ziet Bommelstein gevuld met diens kunstschatten. De smid wedt met hem dat het hem niet zal lukken de ring kwijt te raken. En dan komt Bommel in zijn gouden net. Commissaris Bulle Bas arresteert heer Bommel wel telkenmale, maar die ontsnapt steeds door bediende Joost te benijden. Maar alle persoonsverwisselingen drukken zwaar, en heer Bommel neemt langazamerhand ook de zorgen van bediende Joost en de onderminister van Justitie over. De dwerg lijkt aan de winnende hand zeker wanneer de uitgeputte heer Ollie zichzelf benijdt en zo is de cirkel rond. Aan het eind van de week dreigt heer Bommel in de smidse van de dwerg in een gouden net te belanden. Want door alle moeilijkheden die heer Bommel anderen bezorgt, zijn er steeds minder personen over om zijn jaloezie nog op te wekken.

Tom Poes treft zijn vriend in zijn huisje aan en neemt hem mee terug naar het kasteel. Ambtenaar eerste klasse Dorknoper, die de door de gemeente geleden schade op heer Bommel wil verhalen, krijgt van de jonge vriend een tip over een enorme ontdoken vermogensaanwas binnen in het kasteel. Net voordat de smid zijn overwinning op grond van de weddenschap met heer Ollie hoopt te vieren, draagt laatstgenoemde de 20 kisten met schatten en zelfs zijn ring over aan de ambtenaar eerste klasse Dorknoper, die uit hoofde van zijn functie nooit iemand zal benijden. De aard van de vermogensaanwas doet niet ter zake, de fiscus ziet aanwas gaarne. De ring neemt Dorknoper in beslag voor onderzoek, deze daarbij voor het gemak aan de eigen pink stekend, ondanks waarschuwingen van de vorige eigenaar dat het een roofring is. Tegen de avond komt hij terug met een bestelwagen der gemeenteontvanger en laat Bommel, één kist, en zo circa 5% van de verzamelde schatten behouden.[6] Hij neemt afscheid van de kasteelheer en begroet commissaris Bulle Bas met de mededeling dat hij de zaak zonder politiehulp aller prettigst heeft geregeld. Bas heeft nog een paar verbaaltjes open staan, waar Dorknoper niet in wil treden. Hierop versiert Heer Bommel de politieman met wat gouden kettingen met juwelen ten behoeve van het fonds van politieambtenaren in moeilijkheden.[7]

Omstreden laatste aflevering 4607[8]

De commissaris is onder de indruk. Hij zal bezien of hij de verbaaltjes kan regelen. Heer Bommel heeft de rest van de kist nodig om de markies schadeloos te stellen. Tom Poes heeft intussen de dwerg uitgelegd hoe belastingen en belastingambtenaren in elkaar steken. Het verschijnsel is in de onderwereld van de dwerg onbekend. Tegen belastingen kan geen Pikkin-ring tegenop. Zo komt er toch nog een slotmaaltijd met de commissaris, de dwerg Pikkin en de twee vrienden. Heer Bommel geeft toe dat hij de ring niet heeft kunnen overwinnen, dit in tegenstelling tot de ambtenaar eerste klasse. Hij heeft geleerd dat een heer niet jaloers mag zijn op andermans eigendom. Daarom is hij er niet zeker van of de ring nu wel in goede handen is![9]

Voetnoot

  1. In de Volledige Werken werden de plaatjes 4550 4560 4561 4564 en 4607 verworpen.4606 is daar het laatste plaatje. De pocket ‘ ‘k Wist niet dat ik het in mij had ‘ drukt 4607 wel af, de andere 4 niet.
  2. Exodus 20:17 " Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn os, noch zijn ezel, noch iets, dat uws naasten is."
  3. In De Volledige Werken verwerpt de auteur de stripstroken 4550, 4560, 4561 en 4564. Hierin komt bediende Joost met de mattenklopper op de landlopende markies af, vertelt de markies aan Tom Poes hoe hij de pikkinring aan heer Bommel heeft overgedaan, vertelt de dwerg dat de pikkinring de waarheid laat zien en ziet ten slotte Tom Poes in dat hij zijn vriend weer eens zal moeten gaan helpen.
  4. Circa 40 km ten oostzuidenoosten van de stad Rommeldam
  5. De dwerg Pikkin uit het eerste verhaal en verhaal 20: Een oude bekende.
  6. Ambtenaar Dorknoper is met 95% heffing in een goede bui. De gemeentelijke schade en de vermogensaanwas is hiermee verrekend. Na De windhandel legde hij een aanslag op van meer dan 100%.
  7. Einde verhaal met plaatje 4606.
  8. Dit plaatje 4607 is in de Volledige Werken verworpen maar staat wel in de pocketuitgave van de Bezige Bij. Marten Toonder oordeelde het na herlezing van zijn hele verhaal in 1995 niet juist dat de vileine dwerg aanzit aan een diner op kasteel Bommelstein. Band 20 Volledige Werken pagina 184.
  9. Ambtenaar Dorknoper staat er om bekend de kasteelheer met niet afmattende ijver allerhande belastingaanslagen op te leggen.
Voorganger:
De niks
Bommelsaga
13 maart 1962 - 28 mei 1962
Opvolger:
Het huilen van Urgje
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.