De gebroeders Leeuwenhart

De gebroeders Leeuwenhart (Zweeds: Bröderna Lejonhjärta) is een fantasyroman van Astrid Lindgren. Het verhaal is vooral bekend geworden doordat sombere thema's zoals de dood, langdurige ziekte en etnische onderdrukking een zeer belangrijke rol spelen. Een ander centraal thema in het verhaal is pacifisme. Verder bevat het verhaal zeer veel sprookjeselementen, gecombineerd met een zekere mate van horror.

De gebroeders Leeuwenhart
(Boekomslag op en.wikipedia.org)
Oorspronkelijke titelBröderna Lejonhjärta
Auteur(s)Astrid Lindgren
VertalerRita Törnqvist-Verschuur
IllustratorIlon Wikland
LandZweden
TaalZweeds
UitgeverRabén & Sjögren
Pagina's216
ISBN-code91-29-40865-2
Portaal    Literatuur

De eerste uitgave uit 1973 bevatte illustraties van Ilon Wikland, waarna het boek meerdere malen is heruitgegeven.

Inhoud

De 10-jarige Karel Leeuw en zijn knappe 13-jarige broer Jonathan wonen samen met hun alleenstaande moeder – die als naaister de kost verdient – in een schamel houten appartementje ergens in Zweden. Vader Leeuw is verdwenen toen Karel twee jaar oud was. Karel – die gedurende het hele verhaal de ik-verteller is – is een mager en lelijk jongetje met een chronische luchtweginfectie en moet daarom de hele dag in bed blijven. Elke avond wordt hij opgezocht en verzorgd door Jonathan. Wanneer Karel heeft gehoord dat hij snel zal sterven is hij bang, maar Jonathan vertelt hem over Nangijala – "het land van de kampvuren en sprookjes" – waar Karel na zijn dood heen zal gaan. Jonathan denkt dat hij zelf misschien wel negentig zal worden, maar zo lang hoeft Karel straks in Nangijala niet op zijn broer te wachten, omdat de tijd daar veel sneller verstrijkt dan op Aarde. Karel krijgt van zijn broer de bijnaam Skorpan, wat "Kruimel" betekent. Deze bijnaam is natuurlijk als koosnaam bedoeld, maar in de loop van het verhaal zal Karel hem als een echte schuilnaam gebruiken.

In werkelijkheid is Jonathan echter van de twee broers de eerste die sterft. Nadat er in het houten appartement van de familie Leeuw brand is uitgebroken, redt Jonathan Karels leven door met hem uit het raam van het brandende huis te springen. Tijdens zijn val beschermt Jonathan Karel met zijn eigen lichaam. Jonathan zelf overlijdt vrijwel ter plekke, nadat hij Karel eerst nog heeft vermaand niet bedroefd te zijn omdat hij hem in Nangijala zal opwachten. In het overlijdensbericht krijgt Jonathan Leeuw van zijn schooljuf de bijnaam "Leeuwenhart", die hij gedurende de rest van het verhaal houdt. Niet lang na het ongeluk sterft ook Karel aan zijn luchtwegaandoening. Hij gaat naar Nangijala, nadat hij eerst een troostend briefje heeft achtergelaten voor zijn moeder.

Eenmaal aangekomen in Nangijala bevindt Karel zich voor een klein huisje dat Ryttargården (wat Ruiterhoeve betekent) heet. In de buurt ziet hij Jonathan vissen. De twee broers herkennen elkaar al snel en ze verblijven een tijdlang gezamenlijk in een huisje, waar ze wat dieren houden en in hun eigen onderhoud voorzien. Geleidelijk aan leren ze steeds meer mensen kennen in Körsbärsdalen ("het Kersendal", het deel van Nangijala waar zij zijn terechtgekomen), zoals de zeer bekwame maar ook norse boogschutter Hubert, de vrolijke herbergier van Guldtuppen ("De Goudhaan") Jossie, en de duivenhoudster Sofia. Al snel komt Karel erachter dat alles in Nangijala niet zo mooi is als het lijkt; in Törnrosdalen ("het Bramendal", een ander deel van Nangijala), heeft de wrede vorst Tengil uit het naburige Karmanjaka de macht overgenomen, terwijl de belangrijkste vrijheidsstrijder in het Bramendal, Orvar, zojuist is gevangengenomen. Omdat een van Sofia's duiven die met nieuws uit het Bramendal onderweg was, is neergeschoten, weet niemand hoe het er precies in het Bramendal voorstaat. Karel verdenkt Hubert ervan een spion van Tengil te zijn, omdat Hubert de duif best kan hebben neergeschoten en zich al eerder denigrerend uitliet over Sofia en haar duiven.

Op een gegeven moment besluit Jonathan op zijn paard Grim naar het Bramendal te vertrekken om te kijken wat hij daar kan doen, Karel in grote vertwijfeling achterlatend. Hubert komt gedurende de eerste tijd daarna geregeld bij Karel langs en lijkt zich erg om Karel te bekommeren, maar Karel vertrouwt Hubert nog steeds niet. Wanneer Karel uiteindelijk zijn angst overwint en besluit om met zijn eigen paard Fjalar Jonathan achterna te reizen, geeft de bezorgde Hubert hem een schapenbout mee. 's Nachts maakt Karel in het open veld een kampvuur, maar hij wordt door een wolf aangevallen. Hubert die Karel achterna is gereisd, redt Karels leven door de wolf te doden, maar zelfs deze heldendaad brengt Karel niet op andere gedachten wat Hubert betreft.

Wanneer Karel in een grot twee soldaten van Tengil, Veder en Kader, ontdekt en Jossie even later aan komt rijden, beseft hij dat niet Hubert maar Jossie de spion van Tengil in het Kersendal is. Jossie denkt dat hijzelf na de overwinning van Tengil in het Kersendal aldaar tot landvoogd zal worden benoemd. Karel weet zich een tijdlang verborgen te houden. Vanuit zijn schuilplaats ziet hij dat Jossie het merkteken van Tengil op zijn borst getatoeëerd krijgt. 's Morgens, als Jossie al weg is, wordt Karel door Veder en Kader ontdekt en gevangengenomen. Hij weet hun wijs te maken dat hij Kruimel heet en dat zijn opa in het Bramendal woont.

Wanneer ze met z'n drieën aankomen in het Bramendal, ontdekt Karel een van Sofia's duiven bij een huisje van een oude man genaamd Matthias, die tegenover de soldaten bereid blijkt te doen alsof hij Karels opa is. In werkelijkheid is Matthias samen met Orvar een van de belangrijkste vrijheidsstrijders in het Bramendal. Ook blijkt hij degene te zijn bij wie Jonathan is ondergedoken. Het huis van Matthias wordt even later door een paar van Tengils soldaten grondig doorzocht, maar dankzij een afleidingsmanoeuvre van Matthias wordt Jonathan niet gevonden. In vermomming keert Jonathan terug in het openbaar, zijn signalement is inmiddels aan Tengils mannen doorgegeven. Op de markt in het Bramendal moeten Jonathan en Karel samen met vele anderen machteloos toezien hoe een man die weigert voor Tengil te werken met een zwaard wordt gedood. Tengil looft een beloning uit voor het vinden van de vrijheidsstrijder Jonathan.

Karel hoort dat Orvar gevangen zit in de grot van Katla, een vuurspuwende draak, die door Tengil met een hoorn in bedwang wordt gehouden. Karel en Jonathan besluiten samen een poging te wagen Orvar te bevrijden. Eerst redden ze Perk, een van Tengils soldaten, van de verdrinkingsdood in de Karmaval, een reusachtige waterval die is vernoemd naar de oeroude slang Karm. Karel en Jonathan dringen Katla's grot binnen en redden Orvar net op tijd voordat Katla eraan komt. Orvar en Jonathan verkleden zich als soldaten van Tengil. Ze weten te ontsnappen, maar Karel wordt noodgedwongen achtergelaten omdat ze inmiddels worden achtervolgd door Perk, die Jonathan heeft herkend. Karel komt even later Sofia weer tegen, die in gezelschap is van zowel Hubert als Jossie. Karel ontmaskert Jossie als de verrader dankzij de tatoeage, waarna Jossie tijdens zijn poging om te ontsnappen verdrinkt in de Karmaval.

Nu Orvar is teruggekeerd kan de vrijheidsstrijd in het Bramendal gevoerd worden. Karel, die te jong is om mee te vechten, kijkt toe vanuit Matthias' huis. Jonathan vecht ook niet mee omdat hij het niet op kan brengen iemand te doden, maar hij rijdt op zijn paard rond in het strijdperk om de vrijheidsstrijders aan te moedigen. Juist op deze dag van de vrijheidsstrijd blijkt Tengil te hebben besloten Katla nog eens mee te nemen naar het Bramendal om zijn gezag te doen gelden. De slag om het Bramendal lijkt verloren, maar Jonathan weet het tij te keren doordat hij Tengil zijn hoorn ontfutselt. Jonathan wordt zodoende de nieuwe meester van Katla, die zich hierop tegen haar oude meester keert. Tengil en de meesten van zijn mannen worden door Katla gedood. Katla wordt terug naar haar hol gelokt en verdrinkt vervolgens tijdens een gevecht met de reuzenslang Karm, die vooralsnog echt blijkt te bestaan, nadat ze door Jonathan met een rots in de Karmaval is gegooid.

Het Bramendal is dus bevrijd, maar de algemene stemming is zeer bedrukt. Veel geliefde personen zoals Matthias en Hubert zijn in het gevecht omgekomen. Jonathan heeft de strijd wel overleefd, maar hij is geheel verlamd geraakt als gevolg van het vuur van Katla. Omdat de twee broers het zo niet meer zien zitten, besluiten ze gezamenlijk zelfmoord te plegen. Zoals aan het begin van het verhaal, maar dan omgekeerd, neemt Karel nu zijn verlamde broer op zijn rug, waarna hij van een hoge berg springt. Op het moment dat Karel de grond raakt zien de broers het licht van Nangilima, een ander dodenrijk waar het beter zou moeten zijn dan in Nangijala.

Achtergrond

De naam Leeuwenhart is duidelijk een toespeling op de historische koning Richard Leeuwenhart en diens moed. Voor het idee van twee jonge broers die gezamenlijk de dood ingaan putte Astrid Lindgren inspiratie uit een graftekst uit 1860 op het kerkhof van Vimmerby.[1][2]

Situering

De omgeving waar het begin van het verhaal zich afspeelt doet sterk denken aan het Zweedse Södermalm aan het eind van de 19e of het begin van de 20e eeuw, destijds een arme wijk. De rest van het verhaal, de Nangijala-wereld waar de broers in belanden, heeft een setting die ook voorkomt in andere romans van Lindgren zoals Mio, mijn Mio en aan de Middeleeuwen doet denken, met het dunbevolkte platteland, de eenvoudige woningen en de ridderachtige omgeving. Van enige geavanceerde technologie is geen sprake.

Kritiek

Tijdens de eerste uitgave kreeg het boek een aantal negatieve recensies, met name vanwege de preoccupatie met de dood en het veronderstelde hiernamaals die het hele verhaal kenmerkt. De hoofdpersonen wensen zichzelf tijdens het verhaal bovendien meerdere malen dood en ook de zelfmoord van de twee broers aan het einde wekt sterk de indruk de "ideale oplossing" voor alle problemen te zijn. Velen vonden al deze elementen niet passen in een boek voor de jeugd. Ook de volledige zwart/wit tegenstelling tussen goed en kwaad in het verhaal was onderwerp van kritiek. Anderzijds schreef Astrid Lindgren zelf in 1975 in een brief dat ze niet eerder zoveel spontane reacties op een verhaal van kinderen uit allerlei landen had gekregen[1].

Bewerkingen

In 1977 werd er een film van het boek gemaakt, De gebroeders Leeuwenhart, waarvan het script door Lindgren zelf werd geschreven. In 2007 en 2009 werd het verhaal bovendien bewerkt tot musical.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.