Charley Toorop

Annie Caroline Pontifex (Charley) Toorop (Katwijk, 24 maart 1891Bergen (Noord-Holland), 5 november 1955) was een Nederlandse schilder en lithograaf.[1]

Charley Toorop
Charley Toorop (1951)
Persoonsgegevens
Volledige naamAnnie Caroline Pontifex Fernhout-Toorop
GeborenKatwijk, 24 maart 1891
OverledenBergen (Noord-Holland), 5 november 1955
NationaliteitNederlandse
Beroep(en)schilderes en lithografe
Oriënterende gegevens
Stijl(en)Bergense School
RKD-profiel
Portaal    Kunst & Cultuur

Leven

Jan Toorop en zijn dochter Charley poseren bij De drie bruiden, 1895.

Charley Toorop was de dochter van Jan Toorop en Annie Hall. Zij was van 1912 tot 1917 getrouwd met de filosoof Henk Fernhout; vanwege zijn drankzucht en een opname duurde hun huwelijk slechts kort. Ze kregen samen drie kinderen: twee zoons en één dochter, Annetje. Zoon Edgar Fernhout, ook wel Eddy Fernhout genaamd, werd eveneens kunstschilder. De andere zoon, John Fernhout, werd filmer en werkte later samen met Joris Ivens.
Charley Toorop werd schoonmoeder van Rachel Fernhout-Pellekaan (de eerste vrouw van zoon Edgar), en later ook van de bekende fotografe Eva Besnyö die in 1933 trouwde met zoon John Fernhout. Later werd ze grootmoeder van de kunstschilder Rik Fernhout, de enige zoon uit het huwelijk van Edgar Fernhout met zijn tweede vrouw Netje.
Na een kort verblijf in Amsterdam in 1917 huurde Charley Toorop drie jaar lang voor het hele gezin een boerenhuis mèt atelier in Schoorl; de kinderen werden in deze jaren veelvuldig door haar geportretteerd. De winter van 1920-21 bracht ze samen met haar zoons Edgar en John door in Parijs. Met hulp van Piet Mondriaan vond ze een apartement voor haarzelf en de twee jongens. Mondriaan en Charley trokken vaak met elkaar op, de vele musea in. In 1921 werd haar toekomstige huis annex atelier 'De Vlerken' gebouwd in Bergen. Ook de architect Piet Kramer was later bij de bouw hiervan betrokken; het geheel werd financieel ondersteund door Charley's vader Jan Toorop; maar ze zou zich er voorlopig niet definitief vestigen.

In 1926 verhuisde ze met de kinderen naar Amsterdam en een jaar later trok ook de historicus en anarchist Arthur Lehning bij hen in. De verhuizing naar Amsterdam was deels ingegeven door haar wens om directer betrokken te zijn bij het moderne kunst-gebeuren in de hoofdstad. Zo raakte zij onder meer betrokken bij de Filmliga aldaar en bij het door Lehning geleide internationale tijdschrift i10. Zij hielp ook mee met de organisatie van de twee ASB-tentoonstellingen (Architecten, Schilders, Beeldhouwers) in 1928. Het huis van Charley Toorop aan de Leidsegracht werd een ontmoetingsplaats van avant-gardistische kunstenaars, onder wie de architect Gerrit Rietveld, de filmer Joris Ivens en de schilder Carel Willink.
Inmiddels was ook zoon Edgar Fernhout met schilderen begonnen en hij kwam intensief in contact met het frequente bezoek van allerlei kunstenaars bij hun thuis. Op advies van kunstcriticus H.P. Bremmer zag zij er vanaf 1929 streng op toe dat Edgar met name stillevens schilderde. Ze waakte er zorgvuldig voor dat haar zoon niet het pad zou volgen van de surrealistische kunstenaars of van de Nieuwe zakelijkheid; realisme bleef voor Edgar's schilder-opleiding de leidende norm, zoals voor haar eigen stijl. In 1930 ging haar tweede zoon John Fernhout naar Berlijn om daar de film-opleiding te volgen; dochter Annetje bleef thuis.
Van 1930 tot in 1932 verbleef Charley Tooropo in Parijs met Arthur Lehning waar ze o.a. contact had met Jean Arp en zijn vrouw Sonia Delaunay en met de surrealistische kunstenaar Max Ernst. Charley reisde in deze periode regelmatig door Europa, samen met Arthur Lehning.[2]

Werk

Charley Toorop maakte vanaf 1916 deel uit van de kunstenaarsgroep 'Het Signaal', die een diepe beleving van de werkelijkheid voorstond door kleuren en lijnen zwaar aan te zetten en felle kleurcontrasten aan te brengen. Ze wordt mede daarom ook wel gerekend tot de Bergense School. Haar nietsontziend realisme heeft iets magisch. In 1917 vroeg ze zich al af:

Is de natuurlijke verschijning de werkelijkheid... of is aan haar vorm alleen te betasten het meest onwerkelijke dat voor ons verschijnt? Dit onwerkelijke, wat het meest werkelijke is.

Charley zou in 1921 tijdens haar verblijf in Parijs de voor haar zo belangrijke Egyptische Fajoemportretten ontdekken in een museum, die haar sterk fascineerden vanwege de actieve wijze van kijken door de afgebeelde persoon. Dit thema zou later in veel van haar schilderijen terugkomen, maar de geportretteerde mensen in haar doeken kijken de toeschouwer echter onverbloemd en direct aan, meestal met wijd open ogen.

In 1926 had ze zich gevestigd in Amsterdam, waar haar schilderkunst invloed onderging van de film. Frontaal geschilderde figuren staan afzonderlijk naast elkaar, alsof ze door lampen op een filmset zijn uitgelicht. Haar stillevens vertonen verwantschap met het synthetisch kubisme van Juan Gris. Vanaf 1930 schilderde ze veel vrouwenfiguren, ook naakten en zelfportretten in een krachtige, realistische stijl. In een gesprek in 1930 maakte ze de opmerking

..een geschilderd of geteekend portret moet meer lijken, dan een photo. Een photo geeft niet meer dan een moment, maar in een goed geschilderd portret herken je iemand in al z'n uitdrukkingen. Je moet er iedere dag weer iets anders in kunnen zien.[3]

In hetzelfde jaar gaf ze in een interview haar kritiek op de nieuwe zakelijkheid, waarmee ze haar eigen streven verduidelijkte:

Eerlijk gezegd heb ik hartgrondig het land aan de moderne Duitsche kunst [ze bedoelt hier de Neue Sachlichkeit ].. .Ik vind dat geen kunst. 't Is Journalistiek. Als je een ding van Braque ziet, daar zit kultuur in. Ja, interessant is 't [de Duitse moderne kunst], maar interessant is een akelig woord; dat is nou juist een woord, dat op die kunst past, vooral op Dix. Die menschen groeien niet. Ze gaan dadelijk alles systematiseeren. Hun intellect zit hen in de weg.[4]
Koningin Juliana bekijkt samen met burgemeester Matser en de museumdirecteur A.J. de Lorm het schilderij 'Drie generaties' in museum Arnhem, 1955

Bekend is haar latere monumentale doek Drie generaties (1950); het is een groot 'generatie-portret' waarin ze een portret van haarzelf verwerkte - op de voorgrond in het midden, een geschilderde portret-buste van haar vader Jan Toorop - linksboven, èn het portret van haar zoon Edgar - rechtsboven. Ze begon eraan in 1947 en heeft jarenlang aan dit schilderij gewerkt. Ze moest vaak noodgedwongen wachten, o.a. door een attaque in 1949 èn omdat zoon Edgar niet altijd lust had om voortdurend voor zijn moeder model te moeten staan in 'De Vlerken' in Bergen. In dit schilderij zijn waarheidsliefde en zin voor symboliek verenigd.

Belangrijke werken van Charley Toorop zijn te zien in het Kröller-Müller Museum te Otterlo, dat een aanzienlijke collectie schilderijen van haar bezit.
Het door haar ontworpen en in haar opdracht gebouwde huis "De Vlerken" aan de Buerweg 19 in Bergen (Noord-Holland) staat er nog steeds, zij het (na een brand), met dakpannen in plaats van met een rieten dak.

Charley Toorop was een van de kunstenaars die in 1947 aan de wieg van het KunstenaarsCentrumBergen (KCB) stonden. In 1952 werd Toorop door de Stichting Kunstenaarsverzet 1942-1945 gelauwerd met de Prijs van de Stichting Kunstenaarsverzet.

het eiland Walcheren

Vader Jan Toorop kwam al vanaf 1898 jaarlijks in de zomermaanden naar Domburg op Walcheren, om er te werken. Zo maakte dochter Charley als klein meisje al kennis met het eiland. Samen dwaalden ze langs strand en duin met potlood en schetsboek. Hier maakte ze haar eerste schilderijtjes en werd haar belangstelling voor de schilderkunst gewekt. In 1911 liet Jan Toorop een tentoonstellingsgebouwtje neerzetten op het duin, wat de plek werd van de jaarlijkse Domburgse zomertentoonstellingen, die tot 1921 georganiseerd werden; Charley deed er aan mee. Ook leerde ze zo Bart van der Leck en Piet Mondriaan kennen die haar vrienden werden. Ze had grote bewondering voor de schilder Vincent van Gogh en bracht daarom de zomer van 1922 door in de armoedige Waalse mijnstreek de Borinage, waar Van Gogh eerder had gewoond en gewerkt. Daar ontdekte Charley wat ze wilde met haar schilderkunst: eenvoudige, hardwerkende mensen schilderen, waarbij stijl en onderwerp zouden samenvallen. Daarom zocht ze in 1924 op Walcheren bewust het dorp Westkapelle op waar ze boeren, landarbeiders en dijkwerkers kon schetsen. Daar was voor haar het leven nog 'echt' en 'zuiver'; daar waren de mensen nog met elkaar en de aarde verbonden, aldus Charley.

Ze vond logies in hotel 'De Valk', een eenvoudige dorpsherberg waar ze zich thuis en vrij voelde, mede door de vriendschap die ontstond met de eigenaresse Miene van Mill-Verhulst. De voorraadschuur van de herberg was hier Charley's atelier. 's Avonds dronk ze samen met de mannen aan de toog een borreltje mee en zocht ze al doende haar modellen uit. Zo ontstonden haar krachtige schilderijen uit de periode 1927-1933, zoals Boerengezin (1927), Muzikanten, Dansende boeren (1927), Boeren (1930), Aan de toog (1933) en enkele jaren later Oude boer (1939). Deze tijd was een vruchtbare periode in haar schildersleven. Tijdens de oorlogsjaren 1940-45 kon ze moeilijk naar Zeeland reizen, maar na de bevrijding keerde ze terug naar Westkapelle. Het oude dorp vond ze er niet meer; door de bombardementen op de zeedijk in oktober 1944 was het, samen met 'De Valk', verwoest. Tijdens de wederopbouw ontstond er een heel nieuw dorp, en een nieuw hotel 'De Valk', in 1947. Westkapelle had niet meer de oude charme van vroeger, toch bleef Charley tot aan haar dood in 1955 er jaarlijks terugkomen. Ze vond er een nieuw atelier in een schuur aan de Kloosterstraat, waar ze voornamelijk haar stillevens schilderde. Enkele maanden voor haar dood in november 1955 bracht ze nog een bezoek aan 'De Valk' in Westkapelle, haar laatste.[5] In Westkapelle is een monument voor haar opgericht, omdat ze daar zo vaak verbleef en veel schilderijen van de Westkappelse bevolking heeft gemaakt. In 2017 vernoemde de gemeente Amsterdam een brug naar haar: de Charley Tooropbrug.

Tentoonstellingen (selectie)

Werk in openbare collecties (selectie)

Toorop als violiste (1903)

Literatuur

  • Bosma, Marja (2008). Vooral geen principes!: Charley Toorop. Rotterdam: Museum Boijmans Van Beuningen (ISBN 978-90-6918-232-2).
  • Brederoo, Nico J.B. (1982). Charley Toorop, Leven en Werken. Amsterdam: Meulenhoff/Landshoff (ISBN 90-290-8142-2).
  • Bremer, Jaap B.J. (1995). Charley Toorop : werken in de verzameling van het Kröller-Müller Museum. Otterlo: Museum Kröller-Müller (ISBN 90-74453-14-7).
  • Bremer, Jaap B.J. (2000). De vriendschap : Henk Chabot en Charley Toorop. Rotterdam: Chabot Museum (ISBN 90-802255-6-8 ).
  • Hammachter, A.M. (1952). Charley Toorop, een beschouwing van haar leven en werk. Rotterdam: W.L. & J. Brusse.
  • Helmond, Toke van (2008). Zelfportret van een liefde: Charley Toorop en Arthur Lehning. (Briefwisseling). Amsterdam: Lubberhuizen (ISBN 978-90-5937-203-0).
  • Hermes, Nio (1991). Met verve: Charley Toorop, Lizzy Ansingh, Jacoba van Heemskerck, Lou Loeber, Sorella, Adya van Rees-Dutilh. Amsterdam: Furie (ISBN 90-71035-44-1).
Wikiquote heeft een verzameling Engelstalige citaten gerelateerd aan Charley Toorop.
Zie de categorie Charley Toorop van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.