Cellulose
Cellulose is een hoofdbestanddeel van de celwanden van planten. Het is een organische verbinding die de meest voorkomende natuurlijke polymeer (biopolymeer) is op aarde.[1] Het komt ook voor in sommige algen, en ook enkele bacteriën zijn in staat cellulose uit te scheiden.[2]
Cellulose
| ||||
Structuurformule en molecuulmodel | ||||
Cellulose is een polymeer van β-D-glucose | ||||
Algemeen | ||||
Molecuulformule (uitleg) | (C6H10O5)n | |||
Andere namen | abicel, β-amylose, arbocel, avicel, celufi, CEPO, elcema, onozuka P 500, solka-floc | |||
CAS-nummer | 9004-34-6 | |||
EG-nummer | 232-674-9 | |||
Beschrijving | veelvoorkomend polysacharide dat zorgt voor stevigheid en structuur | |||
Vergelijkbaar met | amylose, amylopectine, glycogeen | |||
Waarschuwingen en veiligheidsmaatregelen | ||||
Omgang | gewone veiligheidsmaatregelen en vermijden van vonken in de nabijheid (vooral bij het gebruik van fijn cellulosepoeder) | |||
LD50 (ratten) | (oraal) > 5000 mg/kg (intraperitoneaal) > 31600 mg/kg | |||
LD50 (konijnen) | (dermaal) > 2000 mg/kg | |||
Fysische eigenschappen | ||||
Aggregatietoestand | vast | |||
Kleur | wit | |||
Dichtheid | 1,5 g/cm³ | |||
Onoplosbaar in | water | |||
Waar mogelijk zijn SI-eenheden gebruikt. Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar). | ||||
|
Cellulose is een polysacharide (meervoudige suiker) opgebouwd uit een lineaire keten van enkele honderden tot vele duizenden β (1 → 4) gekoppelde D-glucose-elementen, aan elkaar gelinkt tot een polymere keten. Die lange ketens van glucose-eenheden vormen cellulosemoleculen, onderdelen van hogere structuren met vaak statische functies als scheurbestendige vezels in planten. Plantenvezels bestaan meestal uit holle cellen met een dikke celwand, die grotendeels bestaat uit cellulose, hemicellulose en lignine. Katoenvezel bestaat nagenoeg (90%) uit zuivere cellulose; bij hout is dat 40-50% en bij gedroogde hennep 57%.[3][4][5]
Cellulose is bijna niet oplosbaar in klassieke oplosmiddelen. In tegenstelling tot andere polymere vormen van glucose, zoals zetmeel en glycogeen, is cellulose slecht afbreekbaar. Mensen kunnen het niet verteren. Herkauwers hebben symbiotische bacteriën met het enzym cellulase in hun ingewanden waardoor ze de cellulose wel kunnen verteren. In gematigde streken wordt hout meestal door kevers en micro-organismen zoals schimmels afgebroken; in tropische gebieden vervullen termieten hierin een belangrijke rol. Ook bij termieten zijn het symbiotische micro-organismen die de cellulose afbreken.
Toepassingen
Cellulose is een belangrijke grondstof bij de productie van papier en karton. In de chemische industrie wordt het gebruikt voor vervaardiging voor cellofaan en celluloid en van kunstvezels voor textiel zoals viscose en modal en tal van andere toepassingen.
Zie ook
- Celstof, cellulose voor papierproductie.
Bronnen, noten en/of referenties
|