Bregenzerwald

Het Bregenzerwald is een regio in het district Bregenz in de Oostenrijkse deelstaat Vorarlberg. Het omvat met name het verzorgingsgebied van de rivier de Bregenzer Ache, ten zuidoosten van Bregenz en het Bodenmeer.

Ligging van het Bregenzerwald in Oostenrijk
Ligging van het Bregenzerwald in Vorarlberg

Het gebergte in de regio heeft de naam Bregenzerwaldgebergte gekregen. Toch valt het gebied van dit gebergte niet precies samen met de regio Bregenzerwald. In de regio liggen namelijk ook bergen die tot de Allgäuer Alpen worden gerekend. Omgekeerd liggen delen van het Bregenzerwaldgebergte in de landschappen van het dal van de Rijn, de Walgau en het Großwalsertal.

Geografie

Het Bregenzerwald grenst in het westen aan het dal van de rivier de Rijn en staat net niet in contact met het Bodenmeer. In het noorden grenst het aan het district Lindau en het Oberallgäu in de Duitse deelstaat Beieren. In het noordoosten grenst het aan het Kleinwalsertal. In het oosten ligt de Tannberg en de Arlberg, in het zuiden grenst het aan het Grote Walsertal.

Panorama van het Bregenzerwald

Gemeenten

Overzicht gemeenten in Bregenzerwald

De gemeenten die tot het Bregenzerwald behoren:

Geschiedenis

Rond het jaar 1000 werd het Bregenzerwald vanuit Bregenz bevolkt en gecultiveerd. In 1390 werd de Graafschap Feldkirch verkocht aan Oostenrijk, in 1451 folgden Lingenau en Alberschwende. 1453 werd de Tannberg (Schröcken en Warth) Oostenrijks, in 1523 kochten de Habsburgers uiteindelijk ook Sulzberg.

Na 1380 ontstond er een zogenoemde Bauernrepublik: delen van het Bregenzerwald hielden een zelfbestuur door boeren omhoog. Dit betekente een eigene vrije gemeente, een eigen grondwet (Landsbrauch) en halsgerecht. De Landammann was toen zoiets als een burgemeester uit een gezaghebbende familie van het Bregenzerwald (bijvoorbeeld Feurstein, Meusburger, Metzler). Het stadhuis van de Landammann was tussen Bezau en Andelsbuch gesitueerd. De Bregenzerwälder Bauernrepublik werd tijdens de napoleontische oorlogen afgeschaft.[1]

Nog tot het begin van de 20e eeuw waren er in het gebied nog talloze bergweiden en boerderijen te vinden, waar zowel landbouw als veeteelt bedreven werd. De veeteelt was hierbij gericht op de kaasmakerij. De inwoners van het gebied waren toentertijd erg arm, waardoor de boeren werden gedwongen hun kinderen gedurende de wintermaanden over het Bodenmeer naar Zwaben in het Duitse Baden-Württemberg te sturen, waar zij meestal op boerderijen terechtkwamen waar zij te werk gesteld werden. Daarom werden ze "Schwabenkinder" genoemd.

Cultuur

Dialect

Omdat ten noorden en noordoosten van het Bregenzerwald delen van de Allgäu nog tot in 1814 bij Vorarlberg hoorden en in de huidige grensregio, vanwege de bewoning door de Alemannen, het Nederalemannisch overheerste, en ook verder een grote uitwisseling in taal tussen de Allgäu en het Bregenzerwald heeft plaatsgevonden, spreekt men in het Bregenzerwald ook heden ten dage een dialect, dat erg veel lijkt op het Allgäuerisch. Dit Wälderisch onderscheidt zich op vele vlakken van het Vorarlbergs.

Meisje in witte Juppe

Kledertracht

Trachten hebben in Vorarlberg een lange traditie. Veel Vorarlbergse regio's en dorpen hebben hun eigen soort tracht met kenmerken uit bepaalde stijlperiodes. De Bregenzerwälder tracht is de oudste, ze heeft haar oorsprong in de 15e/16e eeuw en wordt ook "d’Juppô" (Juppe) genoemd. Een tracht bestaat uit meerdere elementen: de Juppe (het schort), een hoofddeksel (petjes, hoedjes, ...), een bloes, een Tschopa (jas), en kousen. Ook het kapsel (bijvoorbeeld gevlochten haar) kan deel van de tracht uitmaken.[2]

In de jaren 70 droegen maar heel weinige Bregenzerwälder kledertracht. De reden hiervoor waren strikte bepalingen tegenover dragers van trachten: dames met kort haar mochten bijvoorbeeld geen tracht dragen omdat hun haar te kort voor het geschikte kapsel (Wälderzöpfe) was. Pas toen de bepalingen versoepeld werden en de kledertracht in de jaren 90 individueler werd, werd ook het dragen van een tracht weer populairder. Vandaag worden trachten vooral bij feestelijke gelegenheden gedragen. In Riefensberg worden trachten op traditionele manier geproduceerd.[3]

Alpine Transhumance

Alpine Transhumance, ofwel bergweidecultuur, is basis van de traditionele kaasmakerij in Vorarlberg. Boeren drijven hun vee naar plaatsen waar voer verkrijgbaar is. Dat betekent dat ze jaarlijks enkele keren van stallen wisselen naargelang van de seizoen. Alpine Transhumance wordt in het Duits "Dreistufenwirtschaft" genoemd omdat de bergweides in drie etappen worden beheerd. De UNESCO verklaarde de Dreistufenwirtschaft in het Bregenzerwald in 2011 tot immaterieel cultureel erfgoed.[4]

Kaas

De kaasmakerij heeft een lange traditie in het Bregenzerwald. De Kelten brachten de regio voor het eerst in contact met veeteelt en alpiene landbouw. Vanaf 15 v. Chr. occupeerden de Romeinen de regio. Ze oefenden al professionele alpiene kaasmakerij uit en gaven in de 5e eeuw de kennis over kaasmakerij door aan de Alemannen, die veel bos rooiden voor weidegronden, Alpgenossenschaften ("alpcoöperaties") stichtten en Allmenden (gemeenschappelijke weiden) in het leven riepen. Vanaf 1816 is Schwarzenberg het belangrijkste handelsplatform voor kaas in het Bregenzerwald. De vierkante baksteenkaas en een namaak van Zwitse Emmentalerkaas werden met koetsen naar de Donaumonarchie getransporteerd, onder andere naar Italië of Griekenland. De tweede helft van de 19de eeuw was de tijd van de "Kaasgraven": export- en importmonopolisten die melk opkochten en verkaasden, terwijl de boeren in armoede leefden. Om deze armoede te verkleineren, stichtte de sociale hervormer Franz-Michel Felder een vereniging voor kaashandel en een verzekeringsinstelling voor vee. In 1900 werd in Doren een k. u. k. school voor kaasmakerij geopend.

Sinds 1993 vinden in Schwarzenberg jaarlijks op 16 september prijsuitreikingen plaats. Tot 90 herdershutten strijden mee om voor de beste Bergkaas en Alpenkaas te worden bekroond. Begin 2004 produceerden in het Bregenzerwald rond 1066 boerderijen met 12.500 koeien over 45 miljoen kilogram melk. Er werd meer dan 4500 ton kaas geproduceerd, vooral de Bregenzerwälder Bergkäse en Alpkäse, Emmentaler, en verse kaas.

Architectuur

Het Bregenzerwald staat bekend om vele barokke bouwmeesters. Deze creëerden hun eigene vorm van de kerkgebouw met de naam "Vorarlberger Münsterschema". Een belangrijke bouwmeestergilde was de Auer Zunft ("Gilde van Au") die in 1657 door Michael Beer gesticht werd. De Auer Zunft leidde in de 17e en 18e rond 200 barokke bouwmeesters, steenhouwers en timmerlieden op. Deze ambachtslieden schiepen een groot aantal bouwwerken in Vorarlberg, in Zwitserland, in de Elzas en in de Zuid-Duitse regio.[5][6]

BUS:STOP nr. 7 in Bränden door Sou Fujimoto

De BUS:STOP Krumbach is een project dat in 2014 werd afgesloten. Zeven bushaltes in Krumbach werden door internationale architecten gedesignd en door lokale ambachtslieden vervaardigd en geïnstalleerd. Het project won meerdere prijzen waaronder de Oostenrijkse staatsprijs voor architectuur.[7]

Economie

De bevolking van het Bregenzerwald leeft van het toerisme, de landbouw en de houtverwerkende industrie. Veel inwoners zijn als forens werkzaam in het Rijndal, het economiecentrum van Vorarlberg.

Het Bregenzerwald is bekend vanwege zijn kaas, vooral door de KäseStrasse Bregenzerwald (lett. KaasStraat Bregenzerwald). Deze Käsestrasse Bregenzerwald is een samenwerkingsverband van boeren, hotelhouders, handwerkers en handelsbedrijven. Hun doel is om de kaascultuur in Vorarlberg omhoog te houden. Hiertoe behoren naast vele gemeenten uit het Bregenzerwald ook de gemeenten Langen bei Bregenz en Buch, die echter in de regio Bodensee-Alpenrhein in het Rijndal liggen.

Het Bregenzerwald is verder een geliefd gebied vanwege de vele mogelijkheden voor wandelen en skiën.

Toerisme

Bregenzerwald Umgang

Boerenhuis in Schoppernau (vakwerk, 19e eeuw)

De "Bregenzerwald Umgang" (Bregenzerwald wandeling) toont de vormgeving van 12 dorpen in het Bregenzerwald. Aan de hand van het landschap, openbare gebouwen, huizen en alledaagse objecten worden wandelaars geïnformeerd over de typische Bregenzerwälder architectuurstijl door de eeuwen heen. Voorbeelden voor geselecteerde gebouwen zijn de Angelika Kauffmann zaal in Schwarzenberg, kaasmakerijen in Schoppernau en Andelsbuch, en boerenhuizen in de vakwerkstijl.[8]

Schubertiade

De Schubertiade vindt jaarlijks s' zomers in Schwarzenberg plaats. Bij een Schubertiade wordt informeel gemusiceerd en voorgedragen. Het festival in Schwarzenberg focust op composities die gewoonlijk bij grotere concerten niet gespeeld worden en al dan niet door Franz Schubert gecomponeerd.[9]

Nagelfluhkette in het oosten

Musea

Natuurpark Nagelfluhkette

Bregenzerwaldbahn in Egg, 1902

Het natuurpark Nagelfluhkette is het eerste grensoverschrijdende natuurpark tussen Duitsland en Oostenrijk en is vandaar een internationaal pilotproject. Het is 401 km² van grootte, omvat zes Beierse en acht Vorarlbergse gemeenten en vormt de overgang tussen het Allgäu en de Bregenzerwald. Nagelfluh is een conglomeraat van ronde stenen die in de loop van 25 miljoen jaar samengeperst werden.[10][11]

Bregenzerwaldbahn

De Bregenzerwaldbahn of Wälderbähnle verbond tussen 1902 en 1982 een 35,33 km lange route tussen Bregenz en Bezau. Heden ten dage wordt een gedeelte van de oorspronkelijke route als museumspoorlijn gehandhaafd. Kleine, gerestaureerde treinen rijden hier over een voormalige spoorlijn door het schilderachtige berglandschap van het Bregenzerwald. Tot oktober 2004 strekte deze museumspoorlijn zich uit over een afstand van 6,1 kilometer. Als gevolg van wegenuitbreiding is het traject sindsdien ingekort tot een lengte van vijf kilometer.[12]

Bekende Bregenzerwälder mensen

  • Franz Michael Felder werd in 1839 in Schoppernau geboren. Hij was auteur, boer en sociale hervormer.[13]
  • Michael Beer (*ong. 1605 in Au) was de stichter van de Auer Zunft, een gilde van barokbouwmeesters.[14]
Zie de categorie Bregenz Forest van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.