Bosmarmot

De bosmarmot (Marmota monax) is een knaagdier uit de familie van de eekhoorns (Sciuridae). De wetenschappelijke naam van de soort werd als Mus monax in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus.[2] De soort komt voor in de bossen en graslanden van Noord-Amerika.

Bosmarmot
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2008)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Mammalia (Zoogdieren)
Orde:Rodentia (Knaagdieren)
Familie:Sciuridae (Eekhoorns)
Geslacht:Marmota (Marmotten)
Soort
Marmota monax
(Linnaeus, 1758)
verspreidingsgebied
Afbeeldingen Bosmarmot op Wikimedia Commons
Bosmarmot op Wikispecies
Portaal    Biologie
Zoogdieren

Kenmerken

De bosmarmot is een fors bodembewonend knaagdier. Hij heeft vrij korte poten, kleine oren en een bossige staart. De vacht is over het algemeen grijzig bruin van kleur, maar kan variëren van gelig tot roodbruin en zwart. De dekharen op de rug hebben witte punten. Het neusveld is wit. De snijtanden zijn wit van kleur. Aan iedere poot zitten vier tenen. Het vrouwtje heeft vier mammae.

De bosmarmot wordt 32 tot 52 centimeter lang en 2 tot 6,4 kilogram zwaar. Hij heeft een staartlengte van 7,5 tot 15,2 centimeter en een achtervoetlengte van 7,5 tot 10 centimeter.

Verspreiding en leefgebied

De bosmarmot komt algemeen voor in open plekken in bossen, recentelijk ontboste gebieden, weiden en grasvelden van Oostcentraal-Alaska en Brits-Columbia, Canada zuidwaarts langs de Rocky Mountains tot Noord-Idaho, en oostwaarts via Zuid-Canada tot het oosten van de Verenigde Staten, waar hij de zuidgrens van zijn verspreidingsgebied vindt in Oost-Kansas, Noord-Alabama en Georgia. Ondanks dat hij voornamelijk op de bodem leeft, kan hij goed klimmen en zwemmen.

Leefwijze

De bosmarmot is overdag actief, voornamelijk in de vroege ochtend en de namiddag. Hij voedt zich voornamelijk met groene planten als gras, klaver, luzerne en weegbree, aangevuld met zaden, vruchten, ongewervelde dieren als sprinkhanen en slakken en de eieren en kuikens van grondbroedende vogels. Ook eet hij landbouwgewassen als maïs. Hij kan dan grote schade aanrichten aan akkers.

De bosmarmot leeft, in tegenstelling tot de andere marmotten, voornamelijk solitair. Hij kan zelfs vrij agressief zijn. Vooral mannetjes gedragen zich in de paartijd zeer agressief tegen andere mannetjes. Het territorium is ongeveer 0,3 tot 4 hectare groot. Het territorium van het mannetje overlapt vaak met dat van een of meer vrouwtjes.

's Nachts slaapt de marmot alleen in een groot ondergronds hol, tot anderhalve meter diep en negen meter lang, met minstens één hoofdgang en vaak enkele zijgangen, die uitlopen in één grote slaapkamer, bekleed met een nest van gras. In een andere kamer, gelegen nabij de slaapkamer, laat de marmot zijn uitwerpselen achter. De zijgangen dienen voornamelijk om te ontsnappen aan roofdieren. Bij de hoofdingang liggen vaak meerdere heuvels uitgegraven grond, die ontbreken bij de ontsnappingsuitgangen. Een verlaten hol van een bosmarmot wordt vaak gebruikt door andere dieren, als katoenstaartkonijnen, opossums, wasberen, stinkdieren en vossen.

De bosmarmot ontwikkelt aan het eind van de zomer of het begin van de herfst een dikke vetlaag voor de winterslaap. In de herfst graaft hij een diep winterhol met een slaapkamer. Hier brengt hij de gehele winter door, opgerold op een bedje van gras. Tijdens de winterslaap daalt zijn lichaamstemperatuur tot 4°C, de ademhalingsfrequentie tot één keer in de zes minuten en de hartslag van honderd naar vier hartslagen per minuut. Hij ontwaakt weer in het vroege voorjaar, in het noorden van zijn verspreidingsgebied later dan in het zuiden.

Voortplanting

Direct na de winterslaap breekt de paartijd aan. Het mannetje gaat op zoek naar een vrouwtje. Als hij een ontvankelijk vrouwtje heeft gevonden, zal hij enkele dagen met haar in hetzelfde hol slapen, de enige keer dat dit voornamelijk solitaire dier zijn hol deelt met een ander volwassen dier. De bosmarmot heeft één worp per jaar. Na een draagtijd van 28 dagen worden in april of begin mei vier of vijf jongen geboren. De jongen zijn bij de geboorte kaal en blind. Enkel het vrouwtje zorgt voor de jongen. Na een maand openen ze hun ogen en kruipen ze al rond. Na twee maanden zijn ze zelfstandig. De bosmarmot is de enige marmottensoort waarvan de jongen binnen een jaar al volgroeid zijn en zich kunnen voortplanten.

Bedreigingen

De belangrijkste vijanden van de bosmarmot zijn de vos en de mens. Ook worden veel dieren gedood door andere roofdieren en door auto's. Regelmatig zit de bosmarmot rechtop om de omgeving in de gaten te houden. Bij gevaar stoot de bosmarmot een hard, scherp, fluitend geluid uit, gevolgd door enkele zachtere tonen. Hij zal dan rennen naar zijn hol, vanwaar hij naar buiten gluurt. Mocht hij niet in de buurt van zijn hol zijn, zoekt hij een andere schuilplaats op, zoals een boom. Als hij niet naar zijn hol of een andere schuilplek kan rennen, verdedigt hij zich fel. Hij kromt dan zijn rug, springt, zwiept met een stijfrechte staart en klappert met ontblote tanden. Ook kan hij blazen, grommen en gillen.

In de folklore en populaire cultuur

Groundhog Day in Punxsutawney, Pennsylvania, 2005

In de Verenigde Staten en Canada wordt ieder jaar op 2 februari Groundhog Day gevierd. Op deze dag zou de bosmarmot (Engels: groundhog) ontwaken uit zijn winterslaap en zich buiten zijn hol wagen, waarna men aan het feit of hij wel of niet terugkeert in zijn hol kan zien of de winter nog voort zal duren of niet.

Deze feestdag werd verbeeld in de film Groundhog Day uit 1993.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.