Bombardement op Rotterdam-West

Het bombardement op Rotterdam-West in Rotterdam vond plaats op woensdagmiddag 31 maart 1943. Het bombardement staat ook bekend als het vergeten bombardement.

Het 50 uur lang onder de puinhopen van de Blokmakerstraat begraven 3-jarig kind kan worden gered. Het overbrengen naar een ziekenhuis door de Geneeskundige Dienst.[1]
Kunstwerk "Vergeten bombardement" van Mathieu Ficheroux.

Bombardement

Het hevigste bombardement op de stad na dat van 14 mei 1940 vond plaats op 31 maart 1943. Amerikaanse bommenwerpers uit Groot-Brittannië voerden die dag een aanval uit op haven- en scheepsbouwinstallaties in een van de havengebieden in Rotterdam-West. In plaats van hun doel te raken, het industriegebied tussen Keilehaven en Merwehaven, werd door de Amerikaanse vliegers grote schade aangericht in nabijgelegen woongebieden, met name het westelijk deel van de Schiedamseweg en het westelijk deel van de wijk Bospolder/Tussendijken. Ongeveer 10 ha bebouwd gebied en 8 ha openbare weg werden verwoest en rond de 13.000 mensen raakten dakloos. Het verwoeste gebied werd begrensd door het Marconiplein, de Mathenesserweg, de Rösener Manzstraat, de Van Duylstraat, de Rosenveldstraat en de Blokmakerstraat[2]

De ooggetuige Arie de Keyzer gaf begin 21e eeuw de volgende beschrijving van de gebeurtenissen:

Kleine opmerking over dat bombardement in Rotterdam West. Ik was 14 toen het gebeurde. Het was op een Woensdagmiddag omstreeks één uur 's middags. Er stond een heel harde westelijke wind. We woonden op Charlois vlak bij de Waalhaven. Het werd luchtalarm geblazen en er kwamen een stuk of vier Engelse tweemotorige bommenwerpers, waarschijnlijk Wellingtons, die vrij laag over ons vanaf het Zuiden richting Noord vlogen op een hoogte naar schatting 1000 meter. We zagen later de bommen vallen, door de wind dreven die schuin omlaag in Oostelijke richting. Er was maar één run, ze vlogen gelijk door. Er was veel afweergeschut. Geen van de vliegtuigen werd neergeschoten. Kort daarna zagen we enorme rookwolken en ik ben er gelijk heen gegaan om te kijken. Het was een razende vuurzee en door de harde wind was er geen blussen aan. De bommen waren kennelijk bestemd voor het havengebied aan de Hudsonstraat. De bommen waren echter zo ver weggedreven dat ze zelfs de Hudsonstraat niet raakten. Dit bombardement was een stommiteit van de piloten van de eerste orde.[3][4]

Slachtoffers

Het dodental van het bombardement bedroeg zeker 326.[2] De Rotterdamse brandweerman Gerrit van Ommering was betrokken bij de berging van de slachtoffers en het zoeken naar overlevenden. Twee dagen na het bombardement vond hij een nog levend, driejarig meisje dat vijftig uur onder het puin had gelegen.

Een deel van de slachtoffers werd in een massagraf begraven op de begraafplaats Crooswijk.

Monument bij gelegenheid vijftigjarige herdenking

Op 31 maart 1993 onthulde toenmalig premier Ruud Lubbers een monument in Park 1943 van kunstenaar Mathieu Ficheroux ter herinnering aan het bombardement.

Voetnoten

  1. Vergeten Verhalen: Gerrit van Ommering op rijnmond.nl
  2. www.npogeschiedenis.nl: In Europa 1943:geallieerde bombardementen op Nederland
  3. Citaat is terug te vinden op www.engelfriet.nl, zie hier
  4. Gezien het feit dat in een flink aantal bronnen de Wilton-Fijenoord werf als doel van de aanval wordt genoemd is het niet onaannemelijk dat de planners in Londen de oude werf in het noordwesten van Schiemond met de nieuwe werf (vanaf 1929) in Schiedam hebben verwisseld. In Schiedam werden schepen voor de Kriegsmarine gebouwd. Bij aankomst, pal ten zuiden van Schiemond, moesten de piloten bij gebrek aan een duidelijk doel nu improviseren. In plaats van af te zien van bombarderen, zagen zij ongeveer een kilometer ten noordwesten van Schiemond grote havengebieden liggen, die zij mogelijk als alternatief doel hebben willen bombarderen, maar zij waren te laat om nog genoeg naar het westen bij te sturen. Tel daar bij op de harde westelijke wind en wij hebben een aannemelijke verklaring voor het feit dat de doelen met een zo grote marge zijn gemist.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.