Boaz (Bijbelse naam)

De naam Boaz betekent waarschijnlijk "in hem is kracht" of "scherp verstand". Boaz komt in de Bijbel voor.

Boaz heet Ruth welkom op zijn korenveld (Rembrandt)

Boaz is een van de hoofdfiguren in het boek Ruth in de Hebreeuwse Bijbel van de Bijbel. Zijn ouders waren Salman en Rachab, maar de laatste kan, wegens het tijdsverschil, niet de hoer Rachab uit Jozua 2 zijn. Toch zijn er uitleggers (exegeten) die geloven dat Rachab, de vrouw uit Jericho wel degelijk de moeder van Boaz was. De echtgenoot van Rachab is Salmon, mogelijkerwijs geboren ten tijde van de veertigjarige verblijfstocht van Israël in de woestijn. Sommigen nemen aan dat Salmon een verspieder (spion) was die door Jozua was uitgezonden, ook al weten wij dat niet zeker. Maar het is wel degelijk mogelijk dat zowel Salmon en Rachab destijds nog zeer jong waren toen ze elkaar ontmoetten.

De voorvaders van Salmon behoorden tot de stam van Juda, men mag Boaz dus situeren in de regio van Bethlehem of Hebron. Boaz is een vermogende boer. Ruth komt met haar schoonmoeder Naomi terug uit Moab en Boaz toont grote waardering voor de trouw die Ruth betoont. Omdat hij familie is van Naomi, via de kant van haar man Elimelech, waarschijnlijk een neef of achterneef, sluit hij een leviraatshuwelijk met haar. Boaz en Ruth krijgen een zoon: Obed, vader van Isaï en grootvader van Koning David.

Boaz is ook de naam van de linker zuil van de twee koperen zuilen in de Tempel van Salomo, die opgesteld waren bij de voorhal van de hoofdzaal. De naam is waarschijnlijk een afkorting van een opschrift dat ongeveer zo luidde: "In de Heer is kracht". De rechterzuil heette Jachin.[1]

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.