Bataafse Petroleum Maatschappij

De Bataafse Petroleum Maatschappij (B.P.M.) is een oliemaatschappij, die werd opgericht op 26 februari 1907 met als zetel Den Haag. Het is een dochtermaatschappij van Shell geworden.

Bataafse Petroleum Maatschappij
Logo van de B.P.M.
Oprichting1907
Oprichter(s)Jean B.A. Kessler
Henri Deterding
Hugo Loudon
SleutelfigurenHendrikus Colijn
HoofdkantoorCarel van Bylandtlaan 30, Den Haag
Productenaardolie, aardgas, chemie
Portaal    Economie
Hoofdgebouw van de Bataafse Petroleum Maatschappij te Batavia (vanaf 1938)
Oliebronnen in Pangkalan Brandan.
Het hoofdkantoor aan de Carel van Bylandtlaan in Den Haag (Gebr. van Nieukerken, 1917)

De vennootschap heette bij oprichting N.V. De Bataafsche Petroleum Maatschappij, vervolgens Bataafse Petroleum Maatschappij N.V. en draagt thans de naam Shell Petroleum N.V. Later werd de naam N.V. Koninklijke Nederlandse Petroleum Maatschappij (Koninklijke Olie). Door het samengaan met Shell werd de uiteindelijke naam van Shell Koninklijke/Shell.

De voorloper van de B.P.M. was de op 16 juni 1890 door jkhr. ir. Hugo Loudon (1860 - 1941) opgerichte N.V. Koninklijke Maatschappij tot Exploitatie van Petroleumbronnen in Nederlandsch-Indie (K.N.M.E.P.). Dat was een van de zestien Nederlandse petroleummaatschappijen die in Nederlands-Indië actief waren. Dit bedrijf fuseerde in 1902 met Shell tot The Shell Transport & Royal Dutch Petroleum Co.

De B.P.M. was werkzaam in het toenmalige Nederlands-Indië, dolf daar olie en bewerkte die in een eigen raffinaderij in Balikpapan. Het bedrijf is de voorloper van het Indonesische Pertamina. De belangrijkste oliebron van de B.P.M was Pangkalan Brandan (Noord-Sumatra), die wordt beschouwd als de oorsprong van de Koninklijke/Shell. In de jaren 1920 werd meer dan 95% van de ruwe olie van Indonesië commercieel geproduceerd door de B.P.M.[1] Tijdens de Japanse bezetting werden de bronnen en de raffinaderij onklaar gemaakt en in brand gestoken om ze niet in handen te laten vallen van de Japanners. Na de Tweede Wereldoorlog werden de bronnen door de TNI (leger van Indonesië) overgenomen en in 1957 werden ze overgedragen aan de Indonesische oliemaatschappij Permina, het latere Pertamina.

Vestigingen in Nederlands-Indië

  • Semarang (hoofdkantoor tot 1938)
  • Kawengan, Tuban (oliebronnen)
  • Batavia (hoofdkantoor na 1938)
  • Balikpapan (raffinaderij)
  • Pangkalan Brandan en Pangkalan Susu (oliebronnen)

Vestiging op Curaçao

  • Isla (raffinaderij voor Venezolaanse olie; stilgelegd in 2019, precies 100 jaar ná de 1e bouwactiviteiten; Shell is vertrokken medio jaren 80 en verkocht de Isla voor 1 Gulden aan het eilandgebied Curaçao)
  • Caracasbaai (voormalige bunkerhaven, alle floatingroof-olietanks zijn gesloopt); er zijn nog enkele aanlegsteigers; een strandje is aangelegd en in de baai zijn mooie duikplekken. Op de landtong zelf: een WIC-quarantainegebouw en een WIC-fort, voorts een strandje voor -destijds- de SHELL-directieleden; alle drie te bezoeken.
  • Bullenbaai (olieopslagtanks, bunkerplaats)

Vestigingen in Nederland

Amsterdam

In 1913 vestigde de Bataafsche Petroleum Maatschappij zich in Amsterdam-Noord op het zuidelijk deel van de Buiksloterham. De glazenier Max Nauta maakte drie gedenkramen voor het Groot Laboratorium van de B.P.M. in Amsterdam.

Den Haag

Op 17 februari 1917 werd het nieuwe hoofdkantoor aan de Carel van Bylandtlaan in Den Haag betrokken. Het U-vormige gebouw lag aan de achterkant aan de Groenhovenstraat. Aan de zijkant (Oostduinlaan) was de ingang naar het souterrain waar de fietsen geparkeerd werden. De tuin, die in de U-vorm lag, werd nooit gebruikt. Omdat het gebouw al snel te klein werd, vond op 21 december 1917 al de eerste bespreking over uitbreiding plaats tussen H. Colijn en de architecten Koch en Cusell. Tijdens de lunch gingen de meeste werknemers naar huis, ongeveer 50 gingen naar de Sierkan en 25 naar De Landbouw, twee melksalons tegenover de hoofdingang in de Bachmanstraat. In 1922 werd een lunchroom in de kelder ingericht. In dat jaar werd ook het Landgoed te Werve gekocht dat als clubhuis voor het personeel werd gebruikt en in 2011 werd verkocht.

"Delft"

In Rijswijk werd aan de Broekmolenweg tegen de grens met Delft in 1928 een onderzoekslaboratorium gevestigd. De formele benaming was Proefstation Delft. In 1949 kreeg het complex de naam Koninklijke Shell Laboratorium Delft. Omdat er op dit terrein geen uitbreidingsmogelijkheden waren en er plannen waren aan het laboratorium meer onderzoeksafdelingen toe te voegen, wilde men in eerste instantie zich vestigen in Oosterbeek, maar week men uit naar het dichtbij gelegen nog in ontwikkeling zijnde industrieterrein De Plaspoelpolder in Rijswijk.

Rijswijk

In 1959 werd de eerste paal geslagen voor het nieuwe laboratorium aan de Lange Kleiweg in Rijswijk en in 1961 vond de opening plaats. Na enkele jaren werd de naam van het laboratorium gewijzigd in Koninklijke Shell Exploitatie en Produktie Laboratorium (KSEPL).

Pernis

De bekendste vestiging was de raffinaderij in Pernis, die tegenwoordig in bezit is van Shell Nederland Raffinaderij B.V.

Bekende werknemers

Zie de categorie Bataafsche Petroleum Maatschappij van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.