Autoradiografie
Autoradiografie is een beeldvormingstechniek waarin men een radioactieve bron in contact brengt met een röntgenfilm of kernemulsie.[1] De film of emulsie wordt aangebracht op het gelabelde weefselgedeelte en hieruit krijgt men het autoradiogram. Het voorvoegsel auto- geeft aan dat de radioactieve stof zich binnen het monster bevindt, in tegenstelling tot historadiografie of microradiografie, waarbij het monster gelabeld wordt met behulp van een externe bron. Autoradiografie wordt toegepast in uiteenlopende gebieden, in geneeskunde, milieuwetenschappen en industrie. Ook binnen de moleculaire biologie is het een veelvoorkomende techniek, bijvoorbeeld bij het zichtbaar maken van liganden, DNA- of RNA-moleculen en eiwitten.[2]
Sommige autoradiogrammen kunnen microscopisch worden onderzocht op lokalisatie van cellen of celcomponenten (zichtbaar als zilveren korrels); dit wordt micro-autoradiografie genoemd. Micro-autoradiografie werd bijvoorbeeld gebruikt om te onderzoeken of atrazine, een onkruidverdelgingsmiddel, gemetaboliseerd werd door hauwmossen of door epifytische micro-organismen die zich op deze mossen bevonden.[3]
Zie ook
Bronnen, noten en/of referenties
|