Amerikaanse stierslang
De Amerikaanse stierslang[2] (Pituophis melanoleucus) is een slang uit de familie toornslangachtigen (Colubridae) en de onderfamilie Colubrinae.
Amerikaanse stierslang IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2007) | ||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | ||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||
Soort | ||||||||||||||||||
Pituophis melanoleucus (Daudin, 1803) | ||||||||||||||||||
Afbeeldingen Amerikaanse stierslang op ![]() | ||||||||||||||||||
Amerikaanse stierslang op ![]() | ||||||||||||||||||
|
Naam en indeling
De wetenschappelijke naam van de groep werd voor het eerst voorgesteld door François Marie Daudin in 1803. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Coluber melanoleucus gebruikt. De soort behoorde eerder tot andere geslachten, zoals Churchillia en Rhinechis.[3]
Ondersoorten
De soort wordt verdeeld in drie ondersoorten die onderstaand zijn weergegeven, met de auteur en het verspreidingsgebied.
Naam | Auteur | Verspreidingsgebied |
---|---|---|
Pituophis melanoleucus lodingi | Blanchard, 1924 | Verenigde Staten; Alabama, Louisiana, Florida |
Pituophis melanoleucus melanoleucus | Daudin, 1803 | Verenigde Staten; de rest van het verspreidingsgebied |
Pituophis melanoleucus mugitus | Barbour, 1921 | Verenigde Staten; South Carolina, Georgia, Florida, Alabama |
Uiterlijke kenmerken
De huidkleur van deze wurgslang varieert van effen zwart of effen wit tot roomwit of geelachtig met onregelmatige zwarte of donkerbruine vlekken op rug en flanken. De schubben zijn sterk gekield en de snuit is toegespitst. De lichaamslengte bedraagt ongeveer 120 tot 168 centimeter, maximaal 2,28 meter.[4]
Leefwijze
Deze gravende soort jaagt vooral op kleine zoogdieren. Het legsel bestaat uit drie tot 27 eieren, die worden afgezet in een door het vrouwtje zelfgegraven kuil.
Verspreiding en leefgebied
Deze soort komt endemisch voor in het zuidoosten van de Verenigde Staten en is te vinden in de staten Louisiana, Kentucky, Tennessee, Virginia, North Carolina, South Carolina, Georgia, Alabama, Mississippi, Florida en New Jersey.[3] Het is een bewoner van drogere gebieden zoals rotsige halfwoestijnen en prairie. De habitat bestaat uit gematigde dennebossen, soms met eikenbomen, op een zanderige ondergrond.[5] Een verwante soort, de stierslang (Pituophis catenifer), komt als exoot voor in Nederland.
Beschermingsstatus
Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is de beschermingsstatus 'veilig' toegewezen (Least Concern of LC).[5]
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties
Referenties
Bronnen
|