Alex de Koter

Alexander (Alex) de Koter (1964) is een Nederlandse sterrenkundige.

Levensloop

De Koter promoveerde in 1993 aan de Universiteit Utrecht op onderzoek naar de oorzaak van extreem variabel gedrag van zeer zware sterren aan het eind van hun levensloop.[1] Hierna werkte hij een aantal jaar op het Goddard Space Flight Center van de NASA in Greenbelt, Maryland (Verenigde Staten). Hij was daar een van de eersten die de waarnemingen analyseerde van de Ruimtetelescoop Hubble nadat astronauten van de Space Shuttle extra lenzen hadden geïnstalleerd die het probleem met de hoofdspiegel corrigeerden. Dat leidde tot de ontdekking van de zwaarste ster tot nu toe: R136a1.[2] Sinds 1997 is De Koter verbonden aan het Anton Pannekoek Instituut van de Universiteit van Amsterdam. Daarnaast is hij sinds 2012 hoogleraar aan het Instituut voor Sterrenkunde van de KU Leuven. In 2020 benoemde de Universiteit van Amsterdam hem tot hoogleraar astrofysica met bijzondere aandacht voor zware sterren.[3]

Onderzoek

De Koter bestudeert de levensloop van sterren. Hij kijkt specifiek naar de evolutie van de zwaarste en helderste sterren in het heelal en naar de invloed die deze sterren hebben op hun omgeving. In zijn onderzoeksgroep worden technieken ontwikkeld voor kwantitatieve spectroscopie en modellen die de hydrodynamica van sterrenwinden beschrijven.

In 2011 zag een team met daarin De Koter de extreem snel draaiende ster VFTS 102. Die ster slingert bijna zijn eigen materiaal weg.[4] In 2012 liet De Koter met collega's zien dat zware, heldere sterren bijna altijd een partner hebben.[5] In 2018 ontdekte sterrenkundigen onder wie De Koter dat er veel meer zware sterren zijn dan verwacht.[6]

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.