< Nieuwgrieks

De voltooide tijden gebruiken we als de handeling zelf minder belangrijk is dan het gevolg van die handeling.

η Μαρία έχει κλείσει τα μάτια της   "Maria heeft haar ogen gesloten"

Dus we bedoelen dat op dit moment Maria met haar ogen dicht zit. Uit deze Nederlandse zin weet je niet of Maria haar ogen op dit moment nog gesloten zijn of niet want ze zou ze sindsdien terug geopend kunnen hebben. Volgens de Griekse zin kan dat dus niet.


Net als voor de andere aspecten bestaan er drie tijden voor dit aspect. In dit document gebruik ik echter niet de Nederlandstalige benamingen voor deze tijden omdat dit verwarrend kan zijn: een Nederlandse voltooid tegenwoordige tijd of VTT zal in het Grieks namelijk meestal door een imperfectum of aorist vertaald worden.

De drie tijden zijn dus:

  • het (tegenwoordige) perfectum (ο παρακείμενος): de gevolgen van de handeling zijn merkbaar in het heden
  • het verleden perfectum (o υπερσυντέλικος): de gevolgen van de handeling zijn merkbaar in het verleden
  • het toekomende perfectum (o συντελεσμένος μέλλοντας): de gevolgen van de handeling zijn merkbaar in de toekomst

Verder bestaat er ook een aanvoegende wijs met een voltooid aspect, maar deze tijd wordt op die pagina zelf behandeld.


De infinitief (το απαρέμφατο)

Bij de vorming van de voltooide tijden hebben we de infinitief nodig. Er bestaan in het Grieks een actieve en een medio-passieve infinitief, ze worden allebei op soortgelijke wijze gevormd:

  • de actieve infinitief vorm je door de uitgang -ει aan de tweede stam toe te voegen, het accent komt op de voorlaatste lettergreep:
ντύνω     ντύσει   "aankleden"
αγαπάω     αγαπήσει   "houden van"
  • de medio-passieve infinitief vorm je door de uitgang -εί aan de derde stam toe te voegen, het accent staat op de laatste lettergreep:
ντύνω     ντυθεί   "aankleden"
αγαπάω     αγαπηθεί   "houden van"

Je kan ook het regeltje gebruiken dat de infinitief gelijk is aan de derde persoon enkelvoud van toekomende tijd van de tweede stam (μέλλοντας 2) zonder het partikel θα.


de verbogen infinitief

Als we een infinitief als zelfstandig naamwoord willen gebruiken zoals in de zin "lier spelen is leuk", dan vormen we deze verbogen infinitief door aan de tweede stam de uitgang -ιμο toe te voegen:

ντύνω     ντύσιμο   "aankleden"
κλείνω     κλείσιμο   "sluiten"
παίζω     παίξιμο   "spelen"
γράφω     γράψιμο   "schrijven"

en dus:

παίξιμο τη λύρα είναι καλό   "lier spelen is leuk"

Deze substantieven zijn altijd onzijdig, de verbuiging vind je op de pagina over onzijdige substantieven (ongelijklettergrepigen op -o).


De actieve voltooide tijden

Deze worden alle drie gevormd door een vorm van έχω gevolgd door de actieve infinitief. We geven geen vertalingen in deze tabel vermits de vertaling van de tekst waarin het werkwoord voorkomt afhankelijk is:

βάφω   verven
Perfectum Verleden perfectum Toekomend perfectum
1ste pers. Enk.έχω βάψειείχα βάψειθα έχω βάψει
2de pers. Enk.έχεις βάψειείχες βάψειθα έχεις βάψει
3de pers. Enk.έχει βάψειείχε βάψειθα έχει βάψει
1ste pers. Mv.έχουμε βάψειείχαμε βάψειθα έχουμε βάψει
2de pers. Mv.έχετε βάψειείχατε βάψειθα έχετε βάψει
3de pers. Mv.έχουν βάψειείχαν(ε) βάψειθα έχουν βάψει


Bij de transitieve werkwoorden bestaat er een minder gebruikt alternatief: je kan namelijk de infinitief vervangen door het voltooid deelwoord. Dit voltooid deelwoord komt dan in getal, geslacht en naamval overeen met het lijdend voorwerp:

η Μαρία έχει κλεισμένα τα μάτια της   "Maria heeft haar ogen dicht"

Indien je deze vorm gebruikt dan is de handeling echt volledig onbelangrijk, het is zelfs niet echt meer van belang of er ooit een handeling geweest is. We beschrijven enkel het resultaat daarom vertalen we het in het Nederlands meestal door een adjectief in plaats van een werkwoordsvorm.

Een ander voorbeeld:

είχα γεμίσει τη φιάλη   "ik had de fles gevuld"

Toen deze zin zich afspeelde had ik duidelijk de moeite gedaan om de fles te vullen en daardoor was ze toen helemaal vol.

είχα γεμισμένη τη φιάλη   "door mij was de fles vol"

De actie is volledig naar de achtergrond verdwenen enkel het "vol zijn" wordt nog benadrukt.


het verre verleden

Het verleden perfectum wordt ook gebruikt in de betekenis waarin het Nederlands de voltooid verleden tijd (VVT) gebruikt, namelijk om in een zin met een werkwoord in een verleden tijd uit te drukken dat een gebeurtenis nog verder in het verleden lag:

όταν έφτασα, ο Μανόλης είχε βάψει το σπίτι   "toen ik aankwam, had Manolis het huis geverfd"


De medio-passieve voltooide tijden

De gewone vorm maakt opnieuw gebruik van έχω, ditmaal gevolgd door de medio-passieve infinitief:


βάφω   verven
Perfectum Verleden perfectum Toekomend perfectum
1ste pers. Enk.έχω βαφτείείχα βαφτείθα έχω βαφτεί
2de pers. Enk.έχεις βαφτείείχες βαφτείθα έχεις βαφτεί
3de pers. Enk.έχει βαφτείείχε βαφτείθα έχει βαφτεί
1ste pers. Mv.έχουμε βαφτείείχαμε βαφτείθα έχουμε βαφτεί
2de pers. Mv.έχετε βαφτείείχατε βαφτείθα έχετε βαφτεί
3de pers. Mv.έχουν βαφτείείχαν(ε) βαφτείθα έχουν βαφτεί


Ook hier is er een vorm die van het voltooid deelwoord gebruik maakt, maar ditmaal is het hulpwerkwoord είμαι. Deze vorm kan in het medio-passief voor alle werkwoorden gebruikt worden omdat de intransitieve sowieso geen medio-passieve vormen hebben.

De betekenis is analoog aan de actieve vorm: de handeling is volledig naar de achtergrond enkel de gevolgen tellen.

το σπίτι έχει βαφτεί από το Μανόλη   "het huis is door Manolis geverfd"
το σπίτι είναι βαμμένο   "het huis is geverfd" (en niet ongeverfd)



>> Nieuwgrieks >> Werkwoorden >> Voltooid aspect

This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.