人

Japans
Uitspraak
  • IPA: \hi.to\, [çi̥to̞]

Zelfstandig naamwoord

人

  1. persoon, mens
  1. «彼は無礼な人だ。»
    Hij is een onbeleefd persoon.
Synoniemen
  1. 人間
  2. 個人
  3. 人物
Afgeleide begrippen
    1. 一人 een person
    2. 二人 twee mensen
    3. 三人 drie mensen
    4. 人数 het aantal mensen
    5. 万人 iedereen, tienduizend mensen
    6. 友人 vriend
    7. 人々 mensen
    8. 大人 volwassene
    9. 法人 corporatie
    10. 素人 amateur
    11. 人形 pop
    12. 人口 bevolking
    13. 人生 leven
    14. 人命 leven
    15. 人種 ras
    16. 人民 publiek
    17. 人格 personaliteit
    18. 人体 lichaam
    19. 人質 gijzelaar
    20. 人気 populariteit
    21. 人類 mensheid
    22. 人造 kunstmatig
    23. 人工 kunstmatig
    24. 人目 starende blikken
    25. 人情 empathie
    1. 人権 mensenrechten
    2. 殺人 moord
    3. 他人 iemand anders
    4. 別人 iemand anders
    5. 本人 zichzelf
    6. 新人 nieuw gezicht
    7. 要人 belangrijke persoon
    8. 超人 superman, Übermensch
    9. 主人 hoofd van het huis
    10. 囚人 gevangene
    11. 隣人 buur
    12. 村人 dorpeling
    13. 黒人 neger
    14. 白人 blanke
    15. 悪人 boosdoener
    16. 住人 bewoner
    17. 巨人 reus
    18. 盲人 blinde
    19. 芸人 acteur
    20. 達人 meester, expert
    21. 賢人 wijze
    22. 先人 voorganger
    23. 死人 lijk
    24. 偉人 groot man
    25. 善人 goed mens
    Schrijfwijzen
    Kanji Kana Romaji
     人  ひと hito
    Uitspraak
    • IPA: \dʑin\, [d͡ʑĩɴ]

    Achtervoegsel

    人

    1. iemand van die groep
    1. «イギリス人»
      Engelsman
    Kanji Kana Romaji
     人  じん jin


    Mandarijn
    Uitspraak
    •  人    (hulp, bestand)
    • IPA: /ʐən˧˥/

    Zelfstandig naamwoord

    人 (Pinyin rén)

    1. man
    2. persoon
    1. «你就是我一直要找的人。»
      Jij bent de persoon die ik zocht.
    2. mensen
    Afgeleide begrippen
      This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.