zwijgrecht
Nederlands
Woordafbreking
- zwijg·recht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zwijg ww en recht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwijgrecht | zwijgrechten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
zwijgrecht o
- (juridisch) het recht om geen verklaring af te hoeven leggen, m.n. van een verdachte
- Hij beriep zich op het zwijgrecht.
Gangbaarheid
- Het woord zwijgrecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zwijgrecht' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.