zwemwater
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zwemwater (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈzʋɛmʋatər/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈzβ̞ɛmβ̞atər/
- (Limburg): /ˈzwɛmwatər/
Woordafbreking
- zwem·wa·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zwem ww en water
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwemwater | zwemwaters zwemwateren |
verkleinwoord | zwemwatertje | zwemwatertjes |
Zelfstandig naamwoord
zwemwater o
- een water dat geschikt is om in te zwemmen
- De kwaliteit van het zwemwater is dit jaar licht gestegen ten opzichte van vorig jaar.
Gangbaarheid
- Het woord zwemwater staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zwemwater' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.