zwemkaart

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwem·kaart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwemkaart zwemkaarten
verkleinwoord zwemkaartje zwemkaartjes

Zelfstandig naamwoord

zwemkaart v/m

  1. toegangsbewijs voor een zwembad
    • Voor zwembad De Koerbelt is het fraaie zomerweer precies op tijd gekomen. Het betekent namelijk veel bezoekers en een run op zwemkaarten. Het buitenbad is net geopend. Dinsdagpasseerden ongeveer 1500 zwemliefhebbers de kassa, schat zwemonderwijzeres A. Gringhuis verheugd.[1] 
    • Verrassend is de populariteit van zwemkaarten met zijn afbeelding en handtekening. Die leveren opeens honderden dollars op. Honkbal- en American Footballkaarten van legendarische spelers zijn altijd populair. Maar zwemkaarten?[2] 

Gangbaarheid

  • Het woord zwemkaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Tubantia 07-MEI-2008
  2. Volkskrant 18 augustus 2008
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.